< Terug naar vorige pagina

Project

Wat maakt lesgeven aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) specifiek? Een onderzoek naar effectief lesgeven aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) en contingentie-effecten in het inclusief en buitengewoon onderwijs in Vlaanderen.

Effectief lesgeven wordt algemeen erkend als een centrale factor die bijdraagt tot het leren en de ontwikkeling van leerlingen. Terwijl de meeste effectiviteitsmodellen voor leerkrachteffectiviteit uitgaan van een universele benadering van effectief lesgeven, onderschrijven recente studies het belang van contingentie-effecten: effectief lesgeven kan er anders uitzien afhankelijk van de specifieke klascontext, d.w.z. de groep leerlingen aan wie leerkrachten lesgeven en de klasomgeving waarin zij lesgeven. Bijgevolg is het van cruciaal belang met deze twee factoren rekening te houden bij het onderzoek naar effectief lesgeven. Dit doctoraatsproject richt zich daarom op een zeer specifieke groep leerlingen die vandaag de dag enigszins verwaarloosd worden in effectiviteitsonderzoek, namelijk leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) en meer bepaald leerlingen met een leerstoornis, een licht verstandelijke beperking en/of een autismespectrumstoornis. Bovendien houdt dit project rekening met de specifieke klassetting waarin leerlingen met SOB les krijgen: inclusieve klassen, klassen voor buitengewoon onderwijs en, tot op zekere hoogte, bepaalde tussenvormen. Doorheen het project ligt de focus op leesgerelateerde resultaten van leerlingen met SOB, een leerlinguitkomst die beschouwd wordt als een cruciaal onderwijsdoel dat bijdraagt tot academisch succes en de ontwikkeling van alle leerlingen. Het doctoraatsproject heeft een tweeledig hoofddoel. Ten eerste wil het project effectief onderwijs voor leerlingen met SOB in het algemeen conceptualiseren. Ten tweede worden contingentie-effecten in effectief SOB-onderwijs onderzocht door te focussen op verschillen en gelijkenissen tussen leerkrachten die lesgeven in de verschillende onderwijssettings. Om dit tweeledige doel te bereiken zullen vier studies worden uitgevoerd. Ten eerste wordt een scoping review methode gebruikt om de literatuur over effectief SOB-onderwijs te onderzoeken en mogelijke contingentie-effecten te verkennen. Ten tweede zullen semi-gestructureerde interviews worden gebruikt om de kennis over effectief lesgeven voor leerlingen met SOB van leerkrachten gewoon en buitengewoon onderwijs in kaart te brengen en te vergelijken. Ten derde zal een mixed-method studie worden uitgevoerd. In het kwantitatieve deel van deze studie wordt ernaar gestreefd het feitelijke gebruik van effectieve onderwijsgedragingen door leerkrachten in hun klassenpraktijk te observeren en leerkrachten gewoon en buitengewoon onderwijs in dit opzicht te vergelijken. In het kwalitatieve deel van deze studie zal een selectie van zeer effectieve leerkrachten uit het gewoon en het buitengewoon onderwijs worden geïnterviewd om inzicht te krijgen in de motieven van leerkrachten om bepaalde onderwijsgedragingen (niet) te gebruiken in hun specifieke klascontext. Ten vierde wordt in een multiple case study, waarin vier leerkrachten deelnemen aan een effectieve onderwijsinterventie, onderzocht hoe en waarom het effect van de interventie op het effectieve onderwijsgedrag van leerkrachten kan verschillen afhankelijk van hun klascontext.

Datum:1 okt 2020 →  Heden
Trefwoorden:Inclusive education
Disciplines:Inclusief en speciaal onderwijs
Project type:PhD project