< Terug naar vorige pagina

Project

#DrinksWithFriends - De onderliggende processen en conditionaliteit van alcohol-gerelateerde sociale media effecten

Voor veel adolescenten en ‘emerging adults’ (jongeren tussen 18 en 25) is alcohol een essentieel onderdeel van uitgaan, plezier maken en volwassen worden. Tegelijkertijd zijn sociale media routineus geïntegreerd geraakt in de drinkpraktijken van veel jongeren. Het is bijgevolg niet verwonderlijk dat een groeiend aantal communicatiewetenschappers en gezondheidswerkers de aandacht gevestigd heeft op de rollen die sociale media kunnen spelen in het drinkgedrag van jongeren. Eerder werd al gevonden dat zowel blootstelling aan de alcoholreferenties van anderen, alsook het zelf delen van deze referenties gerelateerd is aan een hogere alcoholconsumptie. Echter, wat onduidelijk blijft is hoe deze alcohol-gerelateerde sociale media-effecten werken, en wie hier het meest gevoelig voor is. Daarom was het doel van dit doctoraat om de onderliggende processen van de associaties tussen alcohol-gerelateerd sociaal mediagebruik en het drinkgedrag van jongeren bloot te leggen. Hierbij werd extra aandacht besteed aan de conditionaliteit van deze relaties.

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, werden vier studies uitgevoerd. Eerst werd in het FLAMES (FLemish Alcohol and MEdia Survey) onderzoeksproject 3500 adolescenten tussen 16 en 20 jaar tweemaal bevraagd, met een jaar tussen beide bevragingen. Ten tweede, werden 650 Vlaamse universiteits- en hogeschoolstudenten tussen 18 en 25 jaar oud bevraagd aan de hand van een online vragenlijst. Ten derde, werd data verzameld bij 750 Belgische (KU Leuven) en Amerikaanse (UIUC) bachelorstudenten tussen 18 en 20 jaar oud. Tot slot werd eerder verzamelde surveydata van 850 adolescenten tussen 14 en 16 jaar geanalyseerd. Samen lieten deze studies toe om alcohol-gerelateerde sociale media effecten zowel cross-sectioneel, als longitudinaal en crosscultureel te onderzoeken bij meer dan 5000 adolescenten en emerging adults tussen 14 en 25 jaar oud.

De eerste conclusie die op basis van dit doctoraat getrokken kan worden, is dat de blootstellings- en zelf-delen-paden van alcohol-gerelateerde sociale media effecten vervlochten zijn met elkaar, maar toch anders werken. Enerzijds is blootstelling aan de alcoholreferenties van anderen gerelateerd aan een hogere mate van alcoholconsumptie via de perceptie dat meer leeftijdsgenoten meer alcohol consumeren, en dat meer leeftijdsgenoten dit aanvaardbaar vinden. Anderzijds verloopt de relatie tussen het zelf delen van alcoholreferenties en drinkgedrag via meer positieve oordelen over alcoholconsumptie en zwaar drinkgedrag. Niettegenstaande de unieke manier waarop deze twee sociale mediagedragingen gerelateerd zijn aan het drinkgedrag van jongeren, zijn het toch samenhangende aspecten van alcohol-gerelateerd sociaal mediagebruik, wat maakt dat onderzoek dat zich slechts op één van beide paden focust een onvolledig beeld van schetst van sociale media effecten. Bijgevolg lijkt het nodig om in de toekomst nieuwe theoretische kaders te ontwikkelen die de hoge mate van interactiviteit van sociale media in acht nemen, en rekening houden met zowel het blootstellings- als het zelf-delen-pad.

  Ten tweede, op basis van de resultaten gepresenteerd in deze dissertatie, kan geconcludeerd worden dat alcohol-gerelateerde communicatie op sociale media zijn oorsprong kent in offline drinkgedrag en de online alcohol-gerelateerde communicatie van offline vrienden. Daarbij is het belangrijk in acht te nemen dat individuen niet buiten hun vriendschapskring staan: Terwijl jongeren beïnvloed worden door hun vrienden, beïnvloeden ze tegelijkertijd zelf ook deze vrienden. Jongeren lijken zich echter niet bewust te zijn van de peer-invloeden die hun beslissingen kunnen leiden, maar lijken eerder onbewust op hun vrienden af te stemmen welke onderwerpen en gedragingen gewaardeerd worden binnen hun vriendenkring.

Ten derde, bij het onderzoeken wie het meest vatbaar is voor alcohol-gerelateerde sociale media, kan geconcludeerd worden dat conditionaliteit op basis van individuele verschillen complexer is dan geanticipeerd. Er werd verwacht dat dispositioneel kwetsbare individuen een sterkere relatie zouden ervaren tussen hun alcohol-gerelateerd sociaal mediagebruik en hun drinkgedrag, maar deze veronderstelling oversimplifieert de realiteit. Het lijkt er eerder op dat er belangrijke veranderingen plaatsvinden in de processen en conditionaliteit van alcohol-gerelateerde sociale media effecten wanneer individuen evolueren van de adolescentie naar de jongvolwassenheid. Dit maakt het cruciaal om een combinatie van modererende factoren te onderzoeken om tot het meest volledige en genuanceerde begrip van conditionaliteit op basis van individuele verschillen te komen.

Tot slot kan geconcludeerd worden dat alcohol-gerelateerde sociale media effecten in een bredere sociale context bestaan. Op het micro-niveau lijken ouders en peers  de relatie tussen het zelf delen van alcohol referenties en positieve alcohol-gerelateerde attitudes te versterken. In tegenstelling, op het macro-niveau lijkt grotere maatschappelijke aanvaardbaarheid van alcoholconsumptie geen modererende rol te spelen. Aldus, overheen verschillende niveaus van sociale contexten, lijkt de micro sociale omgeving eerder de gevoeligheid voor alcohol-gerelateerde sociale media effecten te beïnvloeden dan de macro maatschappelijke omgeving.

Datum:1 nov 2014 →  17 okt 2018
Trefwoorden:social media, alcohol, adolescents, emerging adults, social networking sites, peers, self-effects, attitudes, social norms, media effects, media psychology, media effects conditionality
Disciplines:Communicatiewetenschappen, Journalistiek en professioneel schrijven, Media studies, Andere media en communicatie
Project type:PhD project