< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Tussen taalbeleid en taalrealiteit: een corpusgebaseerde multivariate studie van de interlinguale en intralinguale ondertitelingspraktijk in Vlaanderen

Boekbijdrage - Boekabstract Conferentiebijdrage

In deze studie gaan we na hoe ondertitelaars in Vlaanderen omgaan met de spanning tussen enerzijds het taalbeleid, dat gericht is op het gebruik van Standaardnederlands, en anderzijds de specifieke taalrealiteit, namelijk het repertoire aan formele en informele taalvariëteiten die in Vlaanderen gangbaar zijn. Hoewel die informele variëteiten (o.a. niet-algemeen Belgisch Nederlands, dialect, regiolect) door de taalbeleidsinstanties niet aanvaard zijn in formele, geschreven contexten, worden ze zeer frequent gebruikt in meer informele, spreektalige situaties. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat deze specifieke taalsituatie zich weerspiegelt in de ondertitelingspraktijk op de Vlaamse televisie. Op basis van een corpus met tv-programmaU+2019s die tussen 2000 en 2005 werden uitgezonden op de Vlaamse televisie, toonden Vandekerckhove et al. (2006, 2007) aan dat het West-Vlaamse regiolect vaker werd ondertiteld dan het Brabantse regiolect. De Noord-Nederlandse variëteit werd bovendien bijna systematisch ondertiteld. Het blijft echter de vraag of die ondertitels zelf Standaardnederlands of Belgisch Nederlands bevatten. Daarom willen wij onderzoeken hoe Vlaamse ondertitelaars nu precies omgaan met die taalvariatie en of hun linguïstische keuzes verschillen naargelang de context (programmagenre, brontaal). Hoewel de Vlaamse publieke omroep VRT voorschrijft dat niet-standaardtalige lexemen slechts uitzonderlijk worden toegestaan en dat ongrammaticale constructies altijd worden verbeterd (Stijlboek VRT 2000), heeft recent onderzoek naar taalvariatie in ondertiteling op de Vlaamse televisie echter een eerste indicatie gegeven dat die ondertitels niet uitsluitend Standaardnederlands bevatten (Remael et al. 2008; De Cock 2013; De Rudder 2014). Omdat die studies slechts een smalle empirische basis hebben, willen wij de ondertitelingspraktijk in Vlaanderen bestuderen op basis van een uitgebreid corpus met ondertitels. Dit onderzoek analyseert (i) of Vlaamse ondertitelaars kiezen voor niet-standaardtalige varianten (gebruikelijk in Vlaanderen, maar niet aanvaard) of voor Standaardnederlandse varianten (gebruikelijk en aanvaard in zowel Vlaanderen als Nederland), (ii) of die keuze dezelfde is voor lexicale varianten als voor grammaticale varianten en (iii) welke parameters (programmagenre, brontaal) die linguïstische keuzes beïnvloeden. Om dat doel te bereiken hebben we sets met lexicale en grammaticale normgerelateerde taalvariabelen opgesteld die we vervolgens hebben onttrokken aan het SoNaR-corpus, een corpus voor hedendaags Nederlands dat meer dan 500 M woorden bevat (Schuurman et al. 2010). Met profielgebaseerde correspondentie-analyse (Plevoets 2015) werden de taalkeuzes van de ondertitelaars gemeten en gevisualiseerd in een driedimensionale plot. De resultaten tonen aan dat er significante verschillen zijn tussen interlinguale en intralinguale ondertitels, tussen ondertitels in verschillende programmagenres en tussen het gebruik van lexicale en grammaticale items. Op basis van die resultaten kunnen we concluderen dat Vlaamse ondertitelaars het normgerichte taalbeleid nastreven, maar dat bepaalde contexten het gebruik van niet-aanvaard Belgisch Nederlands in de ondertitels doet stijgen. Referenties Derudder, G. 2014. Intralinguale ondertiteling van tussentaal. Unpublished MasterU+2019s dissertation. Ghent University. Dewulf, B., & Saerens, G. 2000. Stijlboek T888. Unpublished stylesheet VRT. Schuurman, I., Hoste, V. & P. Monachesi 2010. "Interacting Semantic Layers of Annotation in SoNaR, a Reference Corpus of Contemporary Written Dutch." LREC. De Cock, T. 2013. Een grens overschreden? Geschreven tussentaal in publieke media. Unpublished MasterU+2019s dissertation. Ghent University. Plevoets, K. 2008. Tussen spreek-en standaardtaal: een corpusgebaseerd onderzoek naar de situationele, regionale en sociale verspreiding van enkele morfo-syntactische verschijnselen uit het gesproken Belgisch-Nederlands. Remael, A., De Houwer, A. & R. Vandekerckhove 2008. Intralingual open subtitling in Flanders: audiovisual translation, linguistic variation and audience needs. JosTrans 10, 76-105 Vandekerckhove, R., A. De Houwer, A. Remael & I. Van der Niepen 2006. Intralinguale ondertiteling van Nederlandstalige televisieprogramma's in Vlaanderen: linguïstische en extra-linguïstische determinanten. In: T. Koole, J. Nortier & B. Tahitu (eds.) Artikelen van de vijfde sociolinguïstische conferentie (Anéla - Nederlandse vereniging voor toegepaste taalwetenschap). Delft: Eburon. 503-513.
Boek: BKL Taaldag
Aantal pagina's: 1