< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van de materiële en natuurlijke wereld in grootouder-kleinkind communicatie vanop afstand

Dit proefschrift onderzoekt de rol van de materiële en natuurlijke wereld in de communicatie tussen grootouders en jonge kleinkinderen over afstand. Twee leidende noties van doen en trivialiteit, gegrond in de theoretische notie van 'agency in relation' (Barad, 2007), dienen als rode draad in drie hoofdstukken.

Het eerste hoofdstuk bestudeerdt het 'doen' met een specifieke belangstelling voor fysieke voorwerpen en communicatietechnologieën, die worden gegroepeerd als 'constitutive nonhumans'. Trivialiteit wordt theoretisch benaderd met 'phaticity' in communicatie (Malinwoski, 1923; Jakboson, 1960). De resultaten laten zien hoe de verstrengeling van 'constitutive nonhumans' de totstandkoming en instandhouding van contact over afstand tussen grootouders en jonge kleinkinderen ondersteunt, wat zowel aangename als onaangename gevolgen kan hebben. In verstrengeling gaan emotionele verbondenheid en contact samen, en vertrouwdheid met 'constitutive nonhumans' kan communicatie sturen in plezierige uitkomsten die kunnen verschillen in technologie-gemedieerde of niet-gemedieerde omgevingen.

Het tweede hoofdstuk is geïnformeerd door het doen van onderzoekers met onderzoeksdeelnemers en de onderzoekscontext, met een speciale belangstelling voor 'emotion work' (Hochschild, 1983). Trivialiteit werd benaderd met de term 'unlooked-for findings' om zicht te krijgen op doorgaans verwaarloosde momenten en inzichten tijdens het onderzoeksproces. De narratieven behandelen vier thema's die expliciteren hoe onderzoekers omgaan met afwegingen in een mixed-method onderzoek. Ten eerste beheren onderzoekers een dubbel verantwoordelijkheidsgevoel tussen onderzoeksresultaten en de zorg voor de deelnemers. Ten tweede gaan onderzoekers om met wederkerige toestemming (of consent) door persoonlijke anekdotes te delen of te verbergen. Ten derde onthult de interviewomgeving onderwerpen van persoonlijk belang. Ten vierde maken onderzoekers afwegingen tussen eerdere afspraken wanneer deelnemers uitdagende uitnodigingen voorstellen. Het hoofdstuk sluit af met de implicatie van 'unlooked-for findings' voor het schrijven, de omgang met deelnemers, de verantwoordelijkheid van de onderzoeker bij mensen en 'nonhumans' en het inzicht dat neutraliteit en emoties elkaar vormen.

Het derde hoofdstuk gaat over de dualiteit tussen natuur en cultuur tijdens de COVID-19 pandemie. Het leidende principe dat werd gebruikt, betrof de manier waarop families zichzelf toonden op sociale media, en TikTok meer specifiek. Via de studie van triviale handelingen, theoretisch gegrond in het Intergenerational Solidarity Framework (ISF, Bengtson & Roberts, 1991), wordt gekeken naar de verschillen tussen de generatie grootouders en de generatie kleinkinderen in hoe zij hun relatie met anderen beheersten en toonden (Finch, 2007). De resultaten suggereren dat fysieke aanraking een belangrijk tekort is tijdens de pandemie en dat familievertoon belangrijk wordt als het gaat om grote levensgebeurtenissen. Gezinnen vonden manieren om samen plezier te hebben, en deze konden worden ondersteund door TikTok in de vorm van dansuitdagingen. Het hoofdstuk sluit af met de vaststelling dat de verschillen tussen de generaties zichtbaar werden en dat de kleinkinderen hun verantwoordelijkheid tegenover hun grootouders benadrukten en hen probeerden te behoeden voor het COVID-19 virus.

De discussie formuleert conclusies over de verschillende hoofdstukken door in te gaan op de twee leidende principes doen en trivialiteit. Ten eerste belichtte het begrip doen verschillende aspecten van grootouderschap, kleinkinderen en onderzoek. In de discussie worden de valkuilen uitgelegd van het bestuderen van grootouders en kleinkinderen in een analytische belangstelling voor technologiegebruik en terugkerende gezondheidsbedreigingen, alsmede de rol van de theorie om tot een dergelijk inzicht te komen. Ten tweede wordt het begrip trivialiteit besproken via een waardering van de mogelijkheden die ontstaan met triviale handelingen, om te benadrukken hoe verschillende categorieën van elkaar afhankelijk zijn voor communicatie.

Datum:1 apr 2018 →  1 apr 2022
Trefwoorden:Human-Computer Interaction, Intergenerational hybrid play, Grandparents, Young children
Disciplines:Communicatie, Communicatietechnologie, Andere humane wetenschappen en de kunsten, Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd, Andere sociale wetenschappen
Project type:PhD project