< Terug naar vorige pagina

Project

Private standaarden in globale voedselketens: een analyze van de handels- en welvaartseffecten in de asperge export sector in Peru.

Standaarden worden steeds belangrijker in voedselproductie en internationale voedselhandel. Dit zijn publiek standaarden, geformuleerd door publieke autoriteiten, maar ook  private standaarden, geformuleerd door private bedrijven en andere niet-staats actoren. Private voedselstandaarden zijn opgekomen sinds eind jaren 1990, vooral als antwoord op de  stijgende bezorgdheid van consumenten over voedselveiligheid en –kwaliteit. Later zijn ook milieu en ethische aspecten opgenomen in private voedselstandaarden. Omwille van de expansie van handel in landbouw- en voedselproducten tussen hoge-inkomenslanden en ontwikkelingslanden, zijn private standaarden snel een globaal fenomeen geworden. Ze beïnvloeden de markten, de producenten en de consumenten in ontwikkelingslanden. Het is belangrijk om de impact van private voedselstandaarden op ontwikkelingslanden te doorgronden omdat export van landbouw- en voedselproducten een belangrijke component is van de groei- en armoedereductie strategie van vele midden- en lage-inkomenslanden. Tot op vandaag is de literatuur over de implicaties van private standaarden schaars en zijn er heel wat methodologische tekortkomingen. Er is geen eenduidigheid over een aantal belangrijke aspecten: 1/ zijn private standaarden niet-tarifaire belemmeringen voor handel of werken ze als katalysator voor export vanuit ontwikkelingslanden; 2/ leiden standaarden tot meer exclusieve voedselketens waarbij de armste producenten worden uitgesloten van toegang tot exportmarkten omdat ze niet aan strenge voorwaarden kunnen voldoen; en 3/ wat is de impact van private voedselstandaarden op gehuurde arbeidskrachten in voedselketens?     

In dit proefschrift lever ik bewijsmateriaal over de impact van private voedselstandaarden in de fruit- en groente-export sector in Peru en lever ik hiermee een bijdrage aan de schaarse literatuur over private voedselstandaarden. Dit is een ideale gevalstudie om de handels- en welvaartseffecten van private voedselstandaarden te analyseren omwille van de grootte en de geschiedenis van de sector. Ik maak gebruik van een combinatie van twee originele datasets.  De eerste dataset bevat informatie over Peruviaanse fruit- en groente-export bedrijven en boerderijen en werd samengesteld met secondaire data en primaire data van een enquête met bedrijven. De tweede dataset bevat panel data van arbeiders die tewerkgesteld zijn in de fruit- en groente-export bedrijven. Deze data werden zelf verzameld aan de hand van enquêtes en bevatten informatie over de sociaaldemografische achtergrond van de arbeiders en over hun economische situatie en tewerkstelling. Deze twee datasets of een combinatie ervan worden gebruikt doorheen de analyses in dit proefschrift. 

In hoofdstuk 2 analyseer ik de impact van private voedselstandaarden op de export prestaties van Peruviaanse asperge export bedrijven. Ik maak gebruik van 18-jaar panel data van 87 bedrijven en fixed effects en GMM econometrische modellen. De resultaten tonen aan dat certificatie en private voedselstandaarden geen enkel effect hebben op de export prestaties  van de bedrijven, noch op de export volumes, noch op de waarde van export. Dit geldt voor certificatie in het algemeen en voor specifieke individuele standaarden. Deze resultaten impliceren dat private standaarden niet fungeren als katalysator voor handel.

In hoofdstuk 3 analyseer ik de impact van private voedselstandaarden op de insluiting/uitsluiting van kleinschalige producten in de Peruviaanse fruit- en groente-export sector. Ik beschrijf de evolutie in export en in certificering aan de hand van data van 567 Peruviaanse asperge exportbedrijven van 1993 tot 2011 en data van een eigen enquête van 87 ad random geselecteerde exportbedrijven. Ik maak gebruik van een niet-gebalanceerde panel van 19 jaar van deze data en verschillende econometrische methodes, inclusief fixed effects en GMM methodes, om de impact te schatten van certificatie op de aankoopstrategie van bedrijven. Ik toon aan dat certificatie leidt tot meer verticale integratie in de productieketen en een significante reductie van het aandeel van de productie dat uitbesteed wordt aan externe producenten. Vooral het aandeel productie aangekocht van kleinschalige externe producten wordt negatief wordt kleiner als gevolgd van certificering. Ik maak een onderscheid tussen productiestandaarden en standaarden met betrekking tot het verwerkingsproces en tussen basis standaarden en standaarden op een hogere niveau. Hieruit blijkt dat vooral deze laatste standaarden een negatieve impact hebben op de uitbesteding aan kleinschalige externe producenten.    

In hoofdstuk 4 ga ik na hoe effectief private standaarden zijn om de arbeidsomstandigheden in globale voedselproductieketens te verbeteren. Ik maak gebruik van panel data uit enquêtes met bedrijven en met arbeiders en van verschillende econometrische methodes om na te gaan hoe de adoptie van private standaarden in productie, verwerking- en exportbedrijven in de fruit- en groente-export sector in Peru de arbeidsomstandigheden van arbeiders beïnvloeden. Ik analyseer de impact van verschillende standaarden met een variërende focus op arbeidsaspecten. De resultaten tonen aan dat arbeiders in bedrijven met private arbeidsstandaarden een grotere kans hebben om een loon te krijgen dat minstens het minimumloon is, om een contract te hebben en training te krijgen. Er is echter geen effect van private standaarden op het niveau van het loon en de tewerkstellingsperiode. Ik concludeer hieruit dat private arbeidsstandaarden bijdragen aan het afdwingen van nationale arbeidsregulering maar geen verdergaand effect hebben. Ondanks het bekrachtigen van een nationale arbeidswetgeving en het wijdverspreid gebruikt van private arbeidsstandaarden in de fruit- en groente-export sector in Peru, blijven arbeidsaangelegenheden een belangrijk ethische kwestie in de sector.  

In hoofdstuk 5 analyseer ik de effecten van arbeidsstandaarden op de kennis van arbeiders over hun arbeidsrechten en de daadkracht om deze rechten te verbeteren. Ik maak gebruik van panel data uit enquêtes met bedrijven en met arbeiders en van difference-in-difference en propensity score matching methodes met verschillende treatment en controle groepen. De resultaten tonen aan dat tewerkstelling in bedrijven die een strenge arbeidsstandaard geadopteerd hebben, het empowerment van de arbeiders ten goede komt. Arbeiders in dergelijke bedrijven zijn zich meer bewust van hun arbeidsrechten en de acties die ze kunnen ondernemen om die te verbeteren.

De bevindingen in dit proefschrift hebben een aantal specifieke implicaties voor beleidsmakers die betrokken zijn bij hervormingen van landbouw- en voedselhandel en/of het stimuleren van economische groei en armoede reductie in ontwikkelingslanden. Dit proefschrift levert een diepgaande analyse van de handel en welvaartseffecten van private standaarden voor ontwikkelingslanden. De resultaten trekken de voordelige effecten van standaarden voor verschillende actoren in de voedselproductieketen in twijfel. Vanuit een beleidsperspectief, stel ik de duurzaamheid van donor programma’s die ondersteuning bieden voor adoptie van standaarden en certificatie in vraag. Vanuit een wetenschappelijk perspectief, roep ik op tot meer diepgaand onderzoek met betere data en betere methodes om de link tussen standaarden, handel en welvaart te begrijpen.    

Datum:1 okt 2010 →  3 sep 2016
Trefwoorden:Private Food Standards, Developing countries, Econometric analysis, Horticultural Exports, Welfare Effects, Trade effects
Disciplines:Landbouw, land- en landbouwbedrijfsbeheer, Toegepaste economie, Economische ontwikkeling, innovatie, technologische verandering en groei
Project type:PhD project