< Terug naar vorige pagina

Project

Postmoderne ideeën en technieken in het proza van Michael Chabon

De experimenten uit de hoogdagen van de postmoderne literatuur liggen achter ons, toch vertoont veel hedendaagse Amerikaanse fictie nog steeds postmoderne kenmerken. Deze studie onderzoekt de poëticale en politieke link tussen Chabons romans en de postmoderne literatuur. Elk hoofdstuk bevat zowel een theoretisch kader over postmoderne literatuur als een analyse van een van Chabons romans in het licht van dat theoretisch kader.

Ik heb aangetoond dat Wonder Boys een hoge mate van metafictioneel zelfbewustzijn vertoont. Concreet heb ik twee takken van deze metafictionele onderstroom in kaart gebracht. Enerzijds, verschijnen in Wonder Boys een heel aantal schrijvende en/of lezende personages die er allemaal een eigen poëtica opna houden en al die meningen samen vormen een polyfonie van metafictionele stemmen. Anderzijds is de roman zelf het resultaat van een creatief proces dat zich heeft afgespeeld in het hoofd van zijn auteur. Daarom heb ik Wonder Boys gelezen als een vertegenwoordiger van Chabons 'nieuwe' poëtica, als een poging om genreliteratuur te 'ge/mis-bruiken', als een uitdrukking van de metafictionele twijfel die Chabon heeft over de daad van het schrijven in het algemeen en over zichzelf als auteur in het bijzonder.

The Amazing Adventures of Kavalier & Clay is net als Wonder Boys een voorbeeld van literatuur die erg zelfbewust omspringt met haar eigen narratieve identiteit. Ik heb Kavalier & Clay gelezen in het licht van Brian McHales definitie van postmoderne literatuur.  Volgens McHale is modernistische literatuur voornamelijk begaan met epistemologische vraagstukken - het is moeilijk om te weten wat 'waar' is - terwijl postmoderne literatuur voornamelijk ontologische vraagstukken behandelt - het is moeilijk om te weten wat 'echt' is. McHales definitie van postmoderne literatuur als een uitdrukking van ontologische twijfel opent de deur voor een analyse van Kavalier & Clay als een postmoderne, metafictionele roman. McHales definitie stelt ons in staat om de verschillende werelden (en de daarmee correlerende ontologieën) die in Kavalier & Clay opgeroepen worden te verkennen en in kaart te brengen. Deze verschillende werelden interageren met elkaar en deze interactie dwingt ons om de mogelijkheden en de beperkingen van de roman te (her)bekijken.

The Final Solution en The Yiddish Policemen's Union zijn illustraties van wat velen als Chabons postmodern handelsmerk beschouwen: het 'ge- of misbruik' van genreliteratuur. Door de verschuiving van de bourgeois, realistische roman naar de postmoderne omarming van genrefictie werd het literaire landschap op twee manieren herschapen. Enerzijds, evolueerde het referentiekader van mimetisch en realistisch naar generisch en fabulistisch. Anderzijds werd genreliteratuur zelfbewust en kritisch ten opzichte van zichzelf en van literatuur in het algemeen. Genrefictie werd de ideale tool voor postmoderne auteurs, zoals Michael Chabon, die de (genre)regels konden vervormen, buigen en breken. Dit verklaart waarom ik een pragmatische invalshoek gehanteerd heb (en niet de traditionele structuralistische invalshoek): ik wil de functie bepalen van Chabons genre-experimenten. Chabons detectiveromans parodiëren de sociale, morele en rationele bevestiging die traditionele detectiveromans bieden en zetten de Grote Verhalen die fungeerden als een troostbiedend vangnet op losse schroeven. The Final Solution en The Yiddish Policemen’s Union zijn voorbeelden van antitraumaliteratuur die in dialoog treedt met respectievelijk de holocaust en het politieke conflict in Israël; het zijn in feite postmoderne uitdrukkingen van de gefragmenteerde, postmoderne ‘condition humaine’.

Mijn analyse van Telegraph Avenue gaat op hetzelfde elan verder: in dit hoofdstuk diep ik de postmoderne, politieke kant uit die schuilgaat onder de postmoderne poëtica. De titel Telegraph Avenue slaat terug op een straat die Berkeley met Oakland verbindt. Een deel van het verhaal speelt zich af in de platenwinkel, Brokeland Records, die gevestigd is op Telegraph Avenue. Deze platenwinkel wordt uitgebaat door twee van de hoofdfiguren. De locatie is echter meer dan een decor waartegen de gebeurtenissen zich afspelen: Brokeland (Records) is een symbool, een metafoor voor het omringende economische slagveld. Brokeland vertegenwoordigt een deel van de postmoderne, Amerikaanse wereld; het is een stedelijk landschap dat is ondergedompeld in de postmoderne ‘condition humaine’. Gedurende decennia was de 'American Dream' een steunpilaar van de Amerikaanse maatschappij. Het was - en is in zekere zin nog steeds - een Groot Verhaal of metaverhaal dat de maatschappij structureert. In Brokeland wordt de 'American Dream' echter ontmaskerd als een voornamelijk blank, kapitalistisch project, een puriteins project zelfs. De 'American Dream' moet plaats ruimen voor de 'Brokeland Creole Dream', een droom die voortgestuwd wordt door een gemeenschapsethos. Deze 'Brokeland Creole Dream' mikt niet op een vredelievende, maar gesegregeerde maatschappij. Integendeel, dit project mikt op complete integratie en assimilatie. Het is het postmoderne, utopische en multiculturele antwoord op de problemen waarmee Amerika vandaag kampt.

Datum:1 okt 2011 →  31 okt 2017
Trefwoorden:Michael Chabon, postmodernism
Disciplines:Talen, Literatuurwetenschappen, Theorie en methodologie van de talenstudies, Theorie en methodologie van de linguïstiek, Theorie en methodologie van de literatuurwetenschappen, Andere linguïstiek en literatuurwetenschappen
Project type:PhD project