< Terug naar vorige pagina

Project

Kennisopbouw en advisering over de impact van windturbines op fauna

Windenergie heeft net als andere duurzame energiebronnen de potentie om een grote bijdrage te leveren aan het behalen van de internationale doelstellingen voor het beperken van CO2 uitstoot.

Het is uiteraard van belang dat de ontwikkeling van deze energiebronnen op alle vlakken zo duurzaam mogelijk blijft, en hierbij onnodige en significante schade aan de natuur wordt vermeden. Windturbines kunnen in bepaalde situaties een gevaar vormen voor de vliegende fauna (o.a. aanvaringen, verlies leefgebied,…).

Een groeiend aantal windturbines kan zorgen voor een extra druk bovenop de reeds bestaande bronnen van negatieve impact zoals hoogspanningslijnen, verkeer, aantasting natuurgebieden, enz. In een dichtbevolkte regio zoals Vlaanderen, kan dit de geschiktheid voor ecologische functies verder doen dalen.

Ondanks alle studies en eventuele mogelijke milderende maatregelen, is de locatiekeuze (“macro-siting” op strategisch niveau) nog steeds de belangrijkste methode om de impact te beperken. Dit moet dan ook de eerste fase zijn bij het zoeken naar nieuwe windturbinelocaties. Hierbij kunnen belangrijke broed-, pleister-, rust- en doortrekgebieden van vogels en vleermuizen in eerste instantie best zoveel mogelijk gemeden worden.

In 2000 werd binnen het INBO in opdracht van de Vlaamse overheid (Vlaams Energieagentschap) een project opgestart om de nodige beleidskennis op te bouwen inzake de interacties tussen windturbines en vogels in Vlaanderen. Naast advisering voor projecten en plannen, en de opmaak van een beleidsondersteunende voelatlas (Everaert et al. 2003) werd in sommige bestaande windparken ook onderzoek verricht naar de effecten op vogels (o.a. Everaert 2008)

Omwille van de grote vraag naar een update van de beleidsondersteunende vogelatlas van 2003, is sinds oktober 2011 een uitgebreid beslissingsondersteunend instrument (Everaert et al. 2011) beschikbaar inzake de inplanting van windturbines in Vlaanderen en de mogelijke effecten op vogels en vleermuizen. Daarnaast wordt de vogelatlas uit 2003 (via geoloket AGIV) vervangen door de “Vlaamse risicoatlas vogels-windturbines”.

Het beslissingsondersteunend instrument is dynamisch, zowel het rapport zelf (Everaert et al. 2011) als de bijhorende risicoatlas vogels-windturbines. Het is de bedoeling om op bepaalde tijdstippen updates te maken. De meest recente versie van de risicoatlas is steeds beschikbaar als webapplicatie in een INBO geoloket.

Risicoatlas Vogels-windturbines

De risicoatlas blijft een startpunt in de analyse en beoordeling van geplande windturbines. Geen enkele risicoklasse is automatisch uitgesloten voor de inplanting van turbines. Gedetailleerd onderzoek met indien nodig de toepassing van milderende of compenserende maatregelen kan tot gevolg hebben dat er uiteindelijk wel windturbines kunnen geplaatst worden in sommige zones van risicogebieden.

Het beslissingsondersteunend instrument omvat informatie en aanbevelingen over de mogelijke effecten, en maakt vooral ook duidelijk welke stappen er nodig zijn bij het onderzoek van geplande projecten en plannen. De nodige procedure voor het bekomen van een vergunning zal voor zowel overheid als windsector en andere belanghebbenden nu duidelijker zijn. Als alle aanbevelingen uit het instrument goed worden opgevolgd (bv. betere strategische planning), zou de inplanting van windturbines in Vlaanderen ook vlotter moeten kunnen verlopen.

Bijkomend is in het instrument ook (voorlopig) niet-kaartgebonden informatie beschikbaar betreffende de mogelijke risico’s voor vleermuizen in Vlaanderen.
Datum:1 jan 2012 →  Heden
Trefwoorden:vogel, avifauna, windturbines, advies, vleermuizen