< Terug naar vorige pagina

Project

Het begrijpen en verbeteren van elementaire leerprocessen bij kinderen met ADHD: een experimentele “back to basics” benadering

Er wordt vaak verondersteld dat leren door bekrachtiging verstoord is bij kinderen met ADHD. Toch vormen elementaire leerprocessen zelden het onderwerp van onderzoek in deze populatie ondanks hun relevantie voor gedragstherapeutische oudertrainingen. Dit doctoraat beoogt een beter inzicht te bieden in twee elementaire vormen van leren 1) het vermogen van kinderen met ADHD om de meest adaptieve gedragsoptie te leren selecteren in functie van contextuele informatie (conditioneel discriminatieleren) en 2) het aanleren en uitdoven van een operante respons onder continue en partiële bekrachtiging. Deze processen werden bestudeerd in relatie met gekende problemen bij ADHD zoals verstoorde beloningssensitiviteit of motivatie en verminderde capaciteit van het kortetermijn- of werkgeheugen.

De resultaten tonen aan dat kinderen met ADHD geen algemeen tekort hebben in leerprocessen. Kinderen met ADHD, ten opzichte van vergelijkbare kinderen zonder ADHD, geen duidelijke verschillen in partieel bekrachtigingsleren of PREE vertoonden. Weliswaar zijn kinderen met ADHD gemiddeld minder goed in conditioneel discriminatie leren dan vergelijkbare kinderen zonder ADHD, met name als er een zeker tijdsinterval zat tussen de contextuele informatie en het keuzegedrag. Dit verschil in leerprestatie werd niet gemedieerd door individuele verschillen in kortetermijngeheugen, werkgeheugen of aversie voor uitstel, en de prestatie op de conditionele discriminatietaak was een betere voorspeller van diagnostische status dan maten voor kortetermijn-of werkgeheugen of aversie voor uitstel.

Ook werden strategieën bestudeerd om de geobserveerde verstoringen in deze basale leerprocessen te verhelpen. Ondanks de afwezigheid van verschillen onder partieel bekrachtigingsleren, stretching the ratios (het gradueel verlagen van de bekrachtigingsratio tijdens het aanleren van de operante respons) leidt tot vlottere verwerving van operant gedrag dan partiële bekrachtiging, terwijl de gedragspersistentie onder uitdoving even sterk blijft. De geobserveerde tekorten in de conditionele discriminatie leertaak konden verbeterd worden door gebruik te maken van een grotere beloning of een ‘Differential Outcomes’-procedure (waarbij keuzegedrag beloond wordt met een stimulus-specifieke bekrachtiger in plaats van telkens dezelfde bekrachtiger). De resultaten lieten zien dat zowel de verhoogde beloning als het gebruik van een ‘Differential Outcomes’-procedure effectief zijn om vertraagd conditioneel discriminatieleren bij kinderen met ADHD te verbeteren.

Datum:1 okt 2014 →  13 mei 2020
Trefwoorden:ADHD, Learning processes, Treatment, Reinforcement
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project