< Terug naar vorige pagina

Project

Genetica van mariene landschappen ter ondersteuning van een duurzaam visserijbeheer van platvis

All the great sea fisheries are inexhaustible, het bekend citaat van Thomas Huxley in 1883 illustreert de klassieke visie dat de mariene omgeving demografisch open is en uitsterven onmogelijk. Deze gedachte was gebaseerd op het feit dat veel mariene soorten wijd verspreid zijn door hun groot vermogen tot dispersie en enorme populatiegrootte. In de laatstedecennia werden wereldwijd echter sterke dalingen waargenomen in verschillende visstocks. Dit toont niet alleen aan dat deze klassieke visie fout is, maar dat
een betere kennis omtrent dynamiek van vis stock en connectiviteit aan de hand van multidisciplinaire technieken hoogst nodigis. De integratie van genetische studies in visserij onderzoek heeft reeds  verschillende mechanismen bloot gelegd die verklaren hoe mariene populaties evolueren. De veerkracht van vispopulaties en het behoud van hun genetische diversiteit heeft dan ook belangrijke implicaties voorde levensvatbaarheid en stabiliteit van het hele ecosysteem onder intensieve exploitatie. 
 
In deze studie beoog ik om nieuwe kennis omtrent de genetische samenstelling van platvissen te  integreren met methodes voor visserijbeheer. Hiervoor werd de genetische structuur bestudeerd van de platvissen tarbot en griet in de Noordoost Atlantische Oceaan. De combinatie van traditionele populatie genetische analyses en multivariate statistieken liet toe om de invloed na te gaan van omgevingsfactoren op de genetische variatie in ruimte en tijd. De focus werd gelegd bij meerdere platvissoorten die synchroon werden bemonsterd. De landschapstechniek maakte het mogelijk om de interactie tussen oceanografische factoren en soort-specifieke kenmerken te ontrafelen evenals hun effect op de  gerealiseerde dispersie. In het geval van tarbot, leverde de combinatie van anonieme en gen-gekoppelde nucleaire merkers complementaire informatie op met betrekking tot het afbakenen van populaties, daar elke merkersoort een verschillende graad van genetische differentiatie vertoont. Deze aanpak is  waardevol voor het behoud van vissen in het algemeen, aangezien zij toelaat om het effect van fragmentatie op gemeenschapsniveau na te gaan.

Gemeenschappelijke geografische patronen konden geïdentificeerd worden in de genetische structuur,  maar er werden verschillen waargenomen in de gevoeligheid voor barrières in genmigratie. Deze  discrepantie word voornamelijk bepaald door het soort-specifieke voortplantingsgedrag. In de Noordoost Atlantische Oceaan werden twee grote populaties onderscheiden, namelijk een populatie in het Skagerrak-Kattegat en een tweede populatie op het Ierse continentaal plat. Bijkomend werden aanwijzingen gevonden dat tarbot in de Baltische Zee als een aparte populatie voorkomt. Het gebruik van marienelandschapstechnieken en potentieel selectieve merkers liet tevens toe een genmigratie barrière te identificeren in de Noordzee, gekoppeld aan het Friese front. De aanwezigheid van zon barrière kan voor tarbot belangrijke gevolgen hebben bij het afbakenen van beheerseenheden, daar tarbot in de Noordzee een wijder verspreidingsgebied heeft dan soorten zoals tong en griet.    

Tot op vandaag worden resultaten van genetische studies zelden gebruikt in statische visserij modellen en visserijbeheer, wat voornamelijk te wijten is aan tijdsdiscrepantie. Daar waar genetisch onderzoek toelaat conclusies te trekken op een evolutionaire tijdsschaal, zijn visserijmanagers meer geïnteresseerd in demografische effecten op korte termijn. Bijgevolg worden beheersinstrumenten en restricties opgelegd in het voordeel van korte-termijn opbrengsten. Niettegenstaande kan het negeren van de evolutionaire effecten veroorzaakt door visserij de lange termijn visie ondermijnen. Deze studie toont aan dat tarbot kan aanschouwd worden als een 'kapstok' soort, namelijk een soort wiens omgevingsnoden ook deze van andere soorten vertegenwoordigt. Enerzijds is de invloed van het mariene milieu het meest uitgesproken voor tarbot, anderzijds is deze soort ook het meest kwetsbaarvoor de negatieve effecten van visserij. Daarom zou tarbot als basis kunnen dienen bij het indelen van beheerseenheden voor demersale vissoorten. We erkennen dat op korte termijn dit een negatieve invloed kan hebbenop de opgelegde vangstquota voor soorten die in dezelfde visserij gevangen worden. 
 
Dit betekend dat beleidsmakers afwegingenmoeten maken die toelaten om alle belanghebbende  gebruikers van de zee zo goed mogelijk tegemoet te treden zonder echter de lange-termijnopbrengsten in gevaar te brengen. Wetenschappers dienen hierbij een belangrijke rol te spelen, maar daarvoor is een goede communicatie vereist tussen alle actoren omtrent hun resultaten en de impact die ze hebben ophet ecosysteem. Verschillende communicatie mogelijkheden lenen zich hier toe waarbij deelname aan congressen en publicaties van rapporten en artikels het meest voor de hand liggen. Doch zal een goede communicatie via de nationale visserijinstituten van cruciaal belang zijn, daar deze instellingen spilfiguren zijn in communicatie tussen beleidsmakers, wetenschappers en belanghebbenden. Niet alleen worden langs deze weg de onderzoekresultaten overgedragen, maar wordt ook het probleem aangepakt in verband met de mismatch tussen nieuwe kennis en nuttige kennis om beleidsmakers toe te laten keuzes te maken.  

Tenslotte is het in de laatste jaren duidelijk geworden dat onverwachte uitkomsten van  beheersmaatregelen het resultaat zijn van menselijk gedrag ten gevolge van onzekerheden. Tot op heden is de kennis over het ecosysteem onvoldoende om met 100% zekerheid het beleid te ondersteunen.  Echter door de grote variabiliteit en onzekerheden die hiermee gepaard gaan, zal wetenschap nooit 100% zeker zijn. Om hierop te anticiperen, zullen beleidsmakers zich moeten informeren over de gevolgen van het invoeren van bepaalde beheersmaatregelen. Dit vereist een verbrede interdisciplinaire communicatie tussen wetenschappers, waarbij het instituut ICES een belangrijke rol speelt. Niet alleen omdat hun uitgebreide peer-review adviesproces de onzekerheid vanwetenschappelijke resultaten behandelt, maar ook omdat ze trans- en multidisciplinair onderzoek promoten. De voortdurende inspanning om kennis te produceren en zo onzekerheden te verminderen, incombinatie met  verhoogde inspanningen om de communicatie tussen wetenschappers te verbeteren, stelt ons in staat om een snelle en veiligevooruitgang te boeken. Dit  zal leiden tot een duurzame visserij waarbij zowel de fauna, het ecosysteem als alle betrokkenen baat hebben.


Datum:1 feb 2009 →  30 jan 2014
Trefwoorden:Fish, Brill, Fisheries, Phylogeography, Turbot, Population genetics
Disciplines:Geologie, Aquatische wetenschappen, uitdagingen en vervuiling, Dierkundige biologie, Visserij
Project type:PhD project