< Terug naar vorige pagina

Project

Een geïntegreerde zone voor de Sino-Europese culturele Exchange

De katholieke missionarissen in China (eind 16de–18de eeuw) publiceerden nooit een Bijbel in het Chinees. De Heilige Boeken van de Katholieke Kerk werden in die periode enkel in het Latijn uitgegeven. Toch hadden de Chinezen, die het Latijn niet machtig waren, en in het bijzonder de christelijke bekeerlingen, wel degelijk kennis van en toegang tot de Bijbel. Dit proefschrift bestudeert de receptie van de Bijbel in China tijdens de Ming en Qing periodes. Eén bijbels verhaal in het bijzonder, namelijk de voetwassing, wordt getraceerd vanuit het prototype in de Vulgaat (Johannes 13:1–15) tot in de vele Chinese christelijke teksten. Deze teksten worden vervolgens zorgvuldig geanalyseerd in de wijze waarop ze de voetwassing overbrachten in China, telkens aan een verschillende publiek.

Dit proefschrift identificeert 41 fragmenten die de voetwassing overbrengen in het Chinees en die samen voorkomen in 33 Chinese christelijke teksten. Door middel van een aandachtige lectuur van deze fragmenten en teksten, hanteert deze studie een eigen en unieke tekstuele onderzoeksmethode. In het eerste deel ligt de focus volledig op het prototype van de voetwassing in de Vulgaat en de link met de Chinese versies. De structurele methode van de tekstuele analyse wordt gebruikt om de Latijnse verzen en de Chinese fragmenten met elkaar te vergelijken. Dit toont aan hoe het prototype uit de Vulgaat zijn transformatie naar de verschillende Chinese versies onderging. Het tweede deel spitst zich volledig toe op de Chinese christelijke teksten. De inherente tekstualiteit en de intertekstualiteit van de verschillende teksten worden onder de loep genomen, op zoek naar hun respectievelijke lezerspubliek en naar de genres waartoe zij in de Chinese traditie behoorden.

Deze studie traceert dus de relatie tussen het prototype van de voetwassing in de Vulgaat enerzijds, en de verschillende Chinese ontvangers anderzijds. De studie toont aan dat de voetwassing in de Chinese teksten diffuus voorkomt, doch in een welbepaald patroon: de Chinese versies werden opgenomen in christelijke jing teksten, in teksten die openstonden voor buitenstaanders en teksten enkel bedoeld voor insiders, en dus steeds toegespitst op een verschillend publiek. Dit proefschrift beargumenteert dat de Bijbel dus wel degelijk toegankelijk was voor Chinezen tijdens de late Ming en vroege Qing periode, ten minste op het niveau van de bijbelverhalen en niettegenstaande het ontbreken van een volledige bijbelvertaling. Deze receptie van de Bijbel in China werd dus bewerkstelligd door christelijke teksten, die de afstand tussen de Latijnse Bijbel en het Chinese publiek overbrugden. Door middel van die teksten konden Chinezen zich dus informeren over de Bijbel en over hoe de Bijbel zich verhoudt tot de christelijke leer en religiositeit. Aldus traden zij op verschillende wijzen met deze teksten in contact, waardoor zij ook een zekere tekstuele ervaring deelden binnen het christelijke discours. Het publiek voor deze teksten vormde dan ook een Chinees-christelijke tekstuele gemeenschap, waarbinnen leden met verschillende achtergronden een gezamenlijke identiteit creëerden.

Datum:1 okt 2012 →  28 nov 2017
Trefwoorden:Europe, Europa, China, China, Cultural exchange, culturele uitwisseling, Religiosity, vroomheid
Disciplines:Talen, Literatuurwetenschappen, Theorie en methodologie in de filosofie, Theologie en religiestudies
Project type:PhD project