< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van het psychologische klimaat bij jobonzekerheid, employability en de effecten ervan op het welzijn van werknemers

Dit doctoraat bestudeert jobonzekerheid (JO) en gepercipieerde inzetbaarheid (GI) – twee variabelen die een belangrijke invloed uitoefenen op het welzijn van hedendaagse werknemers. Ondanks hun relevantie is de vraag in hoeverre beide kunnen worden beïnvloed onvoldoende beantwoord. In dit doctoraat wordt nagegaan in hoeverre een samenhangende set hulpbronnen op het werk: (i) een rechtstreekse samenhang vertoont met JO en GI en/of (ii) de effecten van JO en GI op het welzijn van werknemers modereert. We maken gebruik van het psychologisch klimaat model (PC) dat vier dimensies omvat – uitdagingen in de job, rolharmonie, steun van de leidinggevende en samenwerking tussen collega’s. Startend van de ‘Conservation of Resources’ (COR) theorie veronderstellen we dat occupationele zelf-effectiviteit de rechtstreekse effecten van de PC dimensies op JO en GI (partieel) medieert, terwijl gepercipieerde controle de moderatie-effecten van de PC dimensies op de samenhang tussen JO en GI op het welzijn van werknemers (partieel) medieert.

        Om dit onderzoeksmodel te testen werd een ‘3-wave cross-lagged panel’-studie uitgevoerd. De data werden verzameld bij Kroatische bedienden in 29 organisaties uit de private sector. De respondenten vulden drie keer een online vragenlijst in, met telkens ongeveer 6 maanden tussen (N1 = 2133; N2 = 1847; N3 = 1571; N1+2+3 = 576). De veronderstelde mediatie en moderatie effecten warden getest via ‘cross-lagged structural equation modelling’. De resultaten toonden aan dat samenwerking tussen collega’s de perceptie van jobonzekerheid één jaar later reduceerden. De overige PC dimensies waren niet van invloed op JO of interne/externe GI (noch rechtstreeks, noch indirect via occupationele zelf-effectiviteit). De resultaten boden evenmin evidentie voor de veronderstelde cross-lagged moderatie-effecten van JO en interne/externe GI op het welzijn van werknemers (noch rechtstreeks, noch indirect via gepercipieerde controle). Wel werd vastgesteld dat rolharmonie, ondersteuning door de leidinggevende en samenwerking tussen collega’s het positieve cross-lagged effect van interne GI naar gepercipieerde controle versterkten.  

        Samengevat suggereren de resultaten dat hulpbronnen op het werk slechts in beperkte mate van invloed zijn op JO en GI. Toch zijn de resultaten van belang voor het personeelsbeleid, omdat ze suggereren dat investeringen in ondersteunend leiderschap en samenwerking tussen collega’s voordelig zijn voor werknemers. Ze kunnen immers helpen om jobonzekerheid te reduceren en om intern inzetbare werknemers controle te laten verwerven over hun arbeidssituatie.

 

Datum:21 feb 2014 →  5 nov 2018
Trefwoorden:job insecurity, perceived external employability, perceived internal employability, psychological climate, occupational self-efficacy, perceived control, Conservation of Resources theory
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project