< Terug naar vorige pagina

Project

De pathofysiologie van autoallergie in atopische dermatitis (FWOTM896)

Atopische dermatitis (AD) is een chronische ontsteking van de huid, met verdikte plaques van jeukende, rode, erosieve en schilferende huid, die voorkomt bij ongeveer 20% van de kinderen en 3% van de volwassenen. Het hebben van AD weegt zwaar vanwege een verminderde kwaliteit van het leven. De meeste patiënten goed reageren op conventionele therapieën, terwijl ongeveer 2 miljoen Europeanen lijden aan ernstige ongecontroleerde AD. Meestal komt AD voor in de vroege kinderjaren en wordt geassocieerd met de ontwikkeling van voedselallergie, astma en hooikoorts. Pathofysiologie van AD is zeer complex. Een beter inzicht in ziekte-mechanismen (endotypering) kan helpen om de behandeling te verbeteren, echter een classificatie van AD-endotypen bestaat momenteel nog niet. Autoreactieve IgE-antilichamen (auto-IgE) en autoreactieve T-cellen werden waargenomen bij 30-90% van de volwassen patiënten met ernstige, chronische AD. De aanwezigheid van auto-IgE in AD kan duiden op een progressie van een allergische ontsteking naar een ernstiger auto-immuunproces tegen de huid. Eerder onderzoek door onze groep heeft de aanwezigheid van auto-IgE in AD bevestigd bij volwassenen, terwijl een hoge prevalentie van auto-IgE ook waargenomen werd bij gezonde kinderen, wat duidt op een beschermend effect op deze leeftijd. Tot op heden zijn de mechanismen van autoallergie en de pathofysiologische relevantie onduidelijk, maar deze kunnen consequenties te hebben voor diagnose en therapie. Met deze studie willen we de pathomechanismen en relevantie van auto-IgE en autoreactieve T-cellen bestuderen in kinderen en volwassenen met AD en gezonde controle personen. De uitkomst van het onderzoek zal meer inzicht kunnen geven in AD-endotypes en een direct effect hebben op de diagnose en toekomstige therapieën.
Datum:1 okt 2018 →  30 sep 2021
Trefwoorden:Neuroscience, PSYCHIATRY, RHEUMATOLOGY
Disciplines:Dermatologie