< Terug naar vorige pagina

Project

Dans in omloop: Transatlantische circulaties in de Belgische danspraktijk tijdens de naoorlogse periode, 1958-1991

In de Westerse dansgeschiedenis wordt de naoorlogse periode doorgaans geconstrueerd als een eenrichtingsbeweging waarbij het centrum van artistieke vernieuwing zich vanaf de jaren 1980 heeft verplaatst van de Verenigde Staten van Amerika naar Europa. Deze stereotiepe opvatting negeert evenwel de trans-Atlantische uitwisselingen die aan deze verschuiving ten grondslag liggen. In plaats daarvan onderschrijft het de mythe van de zogeheten "Amerikaanse eeuw", een periode die begon rond 1900 en die duidt op de vermeende dominantie van de Verenigde Staten op de rest van de wereld. Dit project biedt een correctief op deze gangbare historisering van de naoorlogse dans door te traceren hoe de trans-Atlantische circulatie van performances en choreografische expertise bepalend is geweest voor de naoorlogse dans. De dansscène in België fungeert hierbij als exemplarische test case die toelaat de invloed van de wederzijdse relaties met de USA te onderzoeken. Als zodanig zal dit project een tot nu toe onderbelicht deel van de dansgeschiedenis ontsluiten vanuit een perspectief dat zowel lokale als internationale tendensen in overweging neemt. Het onderzoek neemt de Wereldtentoonstelling in Brussel (1958) als startpunt en bestrijkt een periode die loopt tot 1991, het jaar waarin de Amerikaanse choreograaf Mark Morris zijn termijn als huischoreograaf bij De Munt beëindigt en Anne Teresa De Keersmaeker, samen met haar gezelschap Rosas, zijn plaats inneemt. Door voorstellingsanalyses te combineren met cultuurgeschiedenis, gestut door uitgebreid archiefonderzoek en diepte-interviews, zal dit project de eerste diepgravende studie bieden van trans-Atlantische circulaties in naoorlogse dans.
Datum:1 okt 2017 →  31 aug 2021
Trefwoorden:THEORETISCHE STUDIE
Disciplines:Kunststudies en -wetenschappen, Theater en voorstelling
Project type:Samenwerkingsproject