Damp de rook weg: Een pleidooi voor e-sigaret gebaseerde Tobacco Harm Reduction

Het aantal rokers is de afgelopen jaren langzaam en minimaal gedaald. Hierdoor blijven rokers zich blootstellen aan één van de belangrijkste oorzaken van “years of potential life lost”. De huidige rookstophulpmiddelen en strategieën lijken onvoldoende te zijn om de rookcijfers terug aanzienlijk en snel te laten dalen. Factoren die hieraan kunnen bijdragen zijn: 1) het feit dat de huidige middelen geen rekening houden met de gedragsmatige aspecten van roken en onvoldoende nicotine afleveren, 2) het idee dat nicotine snel afgebouwd moet worden, en 3) de veronderstelling dat het doel moet zijn om volledig te stoppen met het gebruik van nicotine/tabak, wat misschien niet haalbaar is, noch wenselijk is voor veel rokers. Daarentegen richt Tobacco Harm Reduction (THR) zich op het verminderen of idealiter elimineren van de schadelijke effecten van het tabaksroken door rokers laag-risico alternatieven aan te bieden. THR zal de focus van dit proefschrift zijn en twee veelbelovende THR-kandidaten zullen worden onderzocht: elektronische sigaretten (e-sigaretten) en Heat-not-Burn (HnB) sigaretten.

Het merendeel van de gepresenteerde studies zal zich richten op de e-sigaret. Hoofdstuk 1 (H1) beschrijft onze eerste gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin rokers, zonder intentie om te stoppen met roken, werden voorzien van (op dat moment actuele) tweede generatie e-sigaretten. De studie onderzocht de acute effecten van e-sigaretgebruik op craving voor een sigaret, en de lange termijn effecten op rookreductie/–stop en op de ervaren voordelen/klachten. In totaal was 21% rookvrij zes maanden na de laatste labosessie. H2 omvat twee studies die gericht zijn op de implementatie van de e-sigaret in de standaard rookstopbegeleiding door tabakologen. De eerste studie was een prospectieve cohortstudie waaruit bleek dat e-sigaret gebruikers een hogere kans hadden om rookvrij te zijn in vergelijking met NRT (nicotine substitutie) gebruikers. De kleine steekproef en korte opvolgingsperiode van deze eerste studie werden tegengegaan in een tweede, grotere interventionele cohortstudie met een follow-up van zeven maanden. Ongeveer 40% van de e-sigaret gebruikers was rookvrij aan het einde van de studie, vergeleken met 20% van de NRT-gebruikers. H3 bestaat uit een zes maanden durende longitudinale veldstudie waarin we de rook/damp-trajecten en rookstop bij rokers onderzochten die voor het eerst een e-sigaret kochten in een dampshop. De resultaten toonden aan dat bijna 20% rookvrij was aan het einde van de studie. Het laatste hoofdstuk over e-sigaretten, H4, richt zich op duale gebruikers van e-sigaretten en tabakssigaretten. De studie gebruikte een online vragenlijst om potentiële verschillen tussen duale gebruikers en exclusieve e-sigaret gebruikers te bepalen. De belangrijkste verschillen hadden betrekking op variabelen proximaal aan het dampgedrag en de ervaren effecten ervan. Het laatste deel van het proefschrift zoomt in op HnB sigaretten. H5 presenteert een gerandomiseerde, cross-over studie die de acute effecten van het gebruik van een HnB sigaret op craving voor een sigaret vergelijkt met het gebruik van een e-sigaret of een tabakssigaret. De HnB sigaret bleek even effectief als een e-sigaret en een tabakssigaret, waarbij HnB sigaretten enigszins de voorkeur kregen boven de e-sigaret. Tot slot bevat H6 een algemene conclusie en probeert het te antwoorden op de huidige uitdagingen binnen het THR-onderzoeksveld. De hoofdconclusie is dat het belangrijk is om rokers te voorzien van een uitgebreid gamma aan THR-hulpmiddelen naast de huidige beschikbare rookstophulpmiddelen.