Onderzoek naar de rol en interactie van eosinofiele extracellulaire traps en staphylocoocus Aureus bij chronische rhinosinustitis

Chronische rhinosinusisits met neuspoliepen (CRSwNP) een bovenste luchtwegen en vaak geassocieerd met astma, allergie en aspirine intolerantie. De ziekte wordt gekenmerkt door eosinofiele infiltratie en gaat gepaard met S. aureus kolonisatie. Ondanks het bewijs van hun betrokkenheid van de rol en de mechanismen van deze verhoogde bacteriële kolonisatie in CRSwNP is niet duidelijk. Onlangs werd gesuggereerd dat eosinofielen kan bijdragen aan antibacteriële afweermechanismen door het vrijgeven van mitochondriaal DNA in associatie met korrel eiwitten. Deze structuren, genaamd eosinofiele extracellulaire vallen (EET), waren in staat om te binden en te doden bacteriën. Naast het doden van bacteriën, kunnen ze tegelijkertijd waardoor schade aan cellen en weefsels. Als onderzoeksresultaten suggereren de betrokkenheid van S. aureus in de release van EET's, het doel van dit project is om de rol, de aanwezigheid en de bijdrage van deze EET's en hun interactie met S. aureus aan de pathologie van CRSwNP onderzoeken.