< Terug naar vorige pagina

Project

Een ‘queer’ reductie: Heteronormativiteit en de grenzen van de hedendaagse continentale godsdienstfilosofie

Vanuit de continentale filosofie zet dit project een methodologische confrontatie tussen queer-theorie en godsdienstfenomenologie op poten, precies om deze laatste te herwaarderen als een kritische methode voor de religiewetenschap die afdoende uitgerust is om empirische verschillen te accommoderen. Daartoe voorziet het project in een ‘queer’ kritiek van de hedendaagse continentale godsdienstfilosofie, welke erin bestaat de heteronormativiteit van de voornaamste fenomenologieën van de liefde en belichaming te diagnosticeren en bevragen als een methodologische kwestie (bij Levinas, Marion, Henry en Falque). Het betoogt dat, als deze geen recht doen aan de specifiek ‘queer’ ervaringen, dit betekent dat ze methodologisch onvoldoende strikt zijn als fenomenologieën in het algemeen: heteronormativiteit behoort tot de ‘natuurlijke ingesteldheid’ en moet dus gereduceerd worden. Bijgevolg is de vermeende naïviteit van de fenomenologische beschrijving niet inherent aan de methode, maar het resultaat van haar onrechtmatige begrenzing. Om deze te verhelpen stelt het project een ‘queer reductie’ voor: een verdere reductie tot ‘queerness’ of de ervaring te verschillen van de sociaal geconstrueerde norm. Dit geldt echter evenzeer voor de religieuze als voor de seksuele of gendernorm, wat suggereert dat de ‘queer’ kritiek van de continentale godsdienstfilosofie op deze manier kan bijdragen aan de ontwikkeling van een godsdienstfenomenologie als kritische methode voor de religiewetenschap.

Datum:1 nov 2022 →  Heden
Trefwoorden:phenomenology of religion, methodology, queer theory
Disciplines:Filosofie van medische en biomedische wetenschappen, Filosofie van religie, Continentale filosofie, Vergelijkende studie van religie, Fundamentele en systematische theologie