< Terug naar vorige pagina

Project

Daarna: Laat-antieke ecopoëtiek.

In de 4e tot de 6e eeuw liep de antieke wereld ten einde te midden van enorme veranderingen: de opkomst van het christendom, veranderende politieke structuren, en zoals Harper heeft gesteld, klimaatverandering. Deze periode, die nu bekend staat als de “late” oudheid, komt per definitie altijd na iets anders. Na de plundering van Rome beschrijft de geschiedschrijver Orosius zijn eigen tijd als een eeuwig heden dat wacht op het einde van de wereld; de geschiedenis is tot een einde gekomen. Dit scenario resoneert verrassend genoeg met onze eigen tijd. Chakrabarty, een hedendaagse Orosius, ziet het Antropoceen, het huidige tijdperk genoemd naar de dominante rol van de mensheid, als gemarkeerd door het einde van de menselijke geschiedenis zoals wij die kennen, juist omdat het verleden geen oplossing biedt voor de huidige milieuramp. Verrassend genoeg is de laatantieke literatuur nog niet bestudeerd vanuit een ecokritisch perspectief. Dit project analyseert een selectie van laatantieke teksten door de lens van drie basisthema's: landschappen, dingen, en geluid en wil een nieuwe bijdrage leveren aan ons begrip van zowel de late oudheid als cruciale periode in de literatuurgeschiedenis als van de ecokritiek zelf, door ons af te vragen of deze ook een “laatantieke” dimensie heeft. Enkele decennia geleden schreef de classicus Herzog een briljant essay met de titel “Wij leven in de Late Oudheid"”. Nooit is deze titel relevanter geweest dan nu: we komen later en erna. Zijn we te laat?

Datum:1 jan 2022 →  Heden
Trefwoorden:late Latijnse poëzie en proza
Disciplines:Vergelijkende literatuurstudies, Poëzie, Klassieke literatuur, Literatuurwetenschappen niet elders geclassificeerd