< Terug naar vorige pagina

Project

Geschiedenis en theorie van vroegmoderne architectuur

Mijn onderzoek bestudeert de praktijken en technieken van vroegmoderne architectuur, met bijzondere aandacht voor het vijftiende- en zestiende-eeuwse Italië. Mijn werk is baanbrekend in het gezag dat het praktische, werkende architectuurtekeningen verleent, weergaven die door historici van architectuur en kunst vaak over het hoofd worden gezien vanwege hun utilitaire en alledaagse kwaliteiten. Sinds Giorgio Vasari zijn geleerden geconditioneerd om onderscheid te maken tussen 'architectuur' - het intellectuele, esthetisch aangename bouwontwerp van de autoritaire kunstenaar - en 'engineering' - het meer mechanische en utilitaire ontwerp van de (vaak anonieme) bouwbeoefenaar. Er is echter voldoende bewijs dat dit theoretische onderscheid niet overeenkwam met de vroegmoderne praktijk. Mijn onderzoek legt dus de basis voor een uitgebreide geschiedenis, waarbij ik verder kijk dan anachronistische concepten van 'kunst', 'architectuur' en 'techniek' en een breder corpus van de output van de architect onderzoekt. Binnen dit kader leidt mijn werk de aandacht af van de genieën en enkelvoudige auteurs, en erkent op zijn beurt een aanzienlijk breder, rijker wandtapijt van architecturale productie dat grotendeels anoniem was. Door architectuur op te vatten als een discours, confronteert mijn onderzoek de belangrijkste gesprekspartners ervan, individuen die verschillende kwalificaties en vaardigheden ter discussie stelden, maar van wie de namen niet werden vermeld. Er is een essentiële behoefte aan een meer systemische en kritische taal voor het beoordelen van anonieme bijdragen in vroegmoderne architectuur, en mijn werk gaat deze uitdaging aan.

Datum:1 mrt 2022 →  Heden
Trefwoorden:ontwerppraktijken, vroegmoderne architectuur, geschiedenis, theorie
Disciplines:Geschiedenis van de kunsten, Geschiedenis en theorie van het architecturaal design, Architecturale geschiedenis en theorie, Vroegmoderne geschiedenis, Cultuurgeschiedenis