< Terug naar vorige pagina

Project

eDNA monitoring voor PAS-PPB

Het toetsen en opvolgen van doelsoorten en gemeenschappen is cruciaal voor de evaluatie en opvolging van de diversiteit en status van onze ecosystemen. Het is hiervoor dan ook noodzakelijk dat nauwkeurige schattingen of bepalingen van biodiversiteit bekomen worden en correcte inschattingen van aan- en afwezigheden van doelsoorten of schadelijke soorten gemaakt kunnen worden. Voor deze doeleinden is eDNA (meta)barcoding een uiterst veelbelovende techniek die op termijn erg snel en accuraat bruikbare info kan verschaffen rond bovengenoemde aspecten. De grote gevoeligheid van deze methoden laat toe soorten te detecteren die met de huidige methodieken moeilijk kunnen worden waargenomen en/of gekwantificeerd.
Hoewel het om een erg beloftevolle techniek gaat, zijn er echter nog een groot aantal lacunes die dienen opgevuld te worden vooraleer deze methodiek kan toegepast worden in routinematig monitorings- en beleidsondersteunend onderzoek.
In eerste instantie is het noodzakelijk dat een referentiedatabank wordt uitgebouwd. Verder is het zo dat barcodingsmerkers die momenteel gebruikt worden, vaak onvoldoende werken voor alle soorten van een bepaalde taxonomische groep. Hierdoor kan het gebeuren dat er moeilijk of geen onderscheid gemaakt kan worden tussen nauwverwante soorten en/of bepaalde soorten niet of onvoldoende gedetecteerd worden. Daarom is het noodzakelijk dat specifieke barcodingmerkers ontwikkeld worden in een poging de grootste resolutie in detectie van soorten te kunnen garanderen. Aansluitend op dit eerste luik zal onderzocht wat de impact van staalnamemethoden, analysemethoden, contaminatierisico’s, etc. zijn op de uiteindelijke output en detectieresolutie.
Eens het voorgaande op punt staat, zal in een tweede fase de efficiëntie van zowel eDNA barcoding als eDNA metabarcoding onderzocht en getoetst worden op enkele doelsoorten (kamsalamander, stierkikker) en visgemeenschappen van stilstaande (en in latere fase stromende) wateren. Voor dit laatste zal onderzoek worden uitgevoerd in een relatief natuurlijk vijvercomplex, en zullen aanvullend experimenten worden opgezet met gelijkaardige visgemeenschappen onder strikt gecontroleerde condities. Dit moet ons in staat stellen de sterke maar eveneens zwakke punten van deze methodiek aan te tonen en eventueel bij te schaven.
Finaal moet al het voorgaande leiden tot een efficiënte bepaling van de status van bedreigde en/of invasieve soorten, en inventarisatie van de biodiversiteit en soortensamenstelling van diverse systemen (met in eerste instantie vissengemeenschappen).
Datum:1 apr 2015 →  30 jun 2019