< Terug naar vorige pagina

Project

Sociaal vertrouwen en regelgeving in het kader van economische transacties

PhD onderzoeksvoorstel: Sociaal vertrouwen en regelgeving in het kader van economische transacties De laatste twee decennia is er binnen verschillende academische disciplines steeds meer aandacht gekomen voor het concept van 'vertrouwen' (Uslaner 2018). Aangezien vertrouwen een wed vertegenwoordigt op het verwachte gedrag van anderen, maakt het deel uit van een bepaalde mentaliteit, die heerst binnen een samenleving en wordt weerspiegeld door de algemene manier van gedrag. Binnen een specifieke samenleving overheerst een bepaalde neiging tot vertrouwen; een samenleving kan worden gekenmerkt door een hoog niveau van vertrouwen of een laag niveau van vertrouwen, meestal opgevat als wantrouwen. Vertrouwen in anderen, sociaal of gegeneraliseerd vertrouwen, wordt op deze manier een belangrijke bepalende factor van economische ontwikkeling omdat het gecoördineerde actie vergemakkelijkt. Bjørnskov (2012) merkt op dat, voor zover generaliseerd of sociaal vertrouwen wordt opgevat als de betrouwbaarheid, de vervanging van de controle en de onzekerheid alsook het risico van de actie of het gedrag van een andere persoon, een hoog vertrouwen de transactiekosten verlaagt die inherent zijn aan elke economische activiteit en het aantal transacties doet toenemen. Vertrouwen maakt aldus interacties in gesloten groepen en uitgebreide uitwisselingen met anonieme anderen mogelijk, waardoor nieuwe vormen van samenwerking en zakelijke activiteiten mogelijk worden. Er is dan ook een significant positief verband gevonden tussen sociaal vertrouwen en economische groei (Zak en Knack 2001). Als onderdeel van het sociaal kapitaal binnen een land, moet sociaal of generaliseerd vertrouwen daarom worden beschouwd als een publiek goed. Dit onderzoeksvoorstel zal zich richten op de relatie tussen sociaal vertrouwen en de regelgeving in het kader van economische en financiële transacties. Terwijl vertrouwen deel uitmaakt van overtuigingen en normen, die individuen motiveren om bepaalde gedragscodes te volgen, hun acties sturen, mogelijk maken, en in toom houden en aldus regelmatigheden in hun gedrag zoals voorspelbare gedragspatronen genereren, leiden en coördineren instituties – door middel van voorschriften en wettelijke regels – het gedrag van personen, aangezien deze aan de andere kant worden gespecificeerd en gehandhaafd door de staat. Zoals een staat regels en normen produceert, beïnvloedt hij ook een reeks overtuigingen zoals vertrouwen onder zijn bevolking. Vertrouwen en economische regelgeving worden beschouwd als twee verschillende mechanismen die het gedrag van een persoon kunnen beïnvloeden en kunnen leiden tot een verwachte uitkomst binnen een transactie met asymmetrische informatie. Voortbouwend op studies van Aghion et al. (2010) en Pinotti (2012), zal dit onderzoeksvoorstel aan de hand van verschillende onderzoeken trachten na te gaan of sociaal vertrouwen en regelgeving in de vorm van contracten, procedures, normen, enz. elkaar kunnen vervangen of aanvullen om economische transacties tot stand te brengen. Het onderzoek zal uit drie delen bestaan: eerst (1) zal worden gekeken naar de aard van sociaal en bijzonder vertrouwen, vooral in economieën met een overheersende informele sector en gekenmerkt door etnische fractionering; vervolgens (2) zullen sociaal vertrouwen en regelgeving worden bekeken als substituten in het geval van economische en financiële transacties; en tenslotte (3) zullen vertrouwen en regelgeving worden beschouwd als aanvullingen voor het tot stand brengen van transacties. Het (1) eerste deel van dit onderzoek richt zich op de aard van sociaal en bijzonder vertrouwen in Oost-Afrikaanse landen in de Hoorn van Afrika en hun economieën, zoals Oeganda, Kenia en Ethiopië, die gekenmerkt worden door etnische fractionering en het overheersen van de informele sector in de economie. Daartoe zullen wij gebruik maken van de gegevens van de Afro-Barometer, die nog niet veel zijn gebruikt voor economische studies. Mogelijke papers zullen de invloed van etnische en linguïstische fractionering op sociaal en/ of gegeneraliseerd vertrouwen onderzoeken. Gegeneraliseerd vertrouwen, ook wel sociaal of ‘out-groep’ vertrouwen genoemd, wordt gedefinieerd als de mate waarin men iemand vertrouwt in dezelfde samenleving en in hetzelfde land, aan dezelfde regels en wetten onderworpen. Met bijzonder vertrouwen wordt het vertrouwen bedoeld tussen leden van dezelfde religieuze, etnische of linguïstische gemeenschap. Vaak spreekt men in dit verband ook van ‘in-groep’ vertrouwen. De meeste academici beweren dat als dit vertrouwen tussen leden van dezelfde gemeenschap hoog is, het vertrouwen buiten de groep of het sociale vertrouwen laag is en vis versa. Fractionering is meestal gebonden aan meer wantrouwen ten opzichte van andere groepen, hoewel meer contacten en hechte relaties op lokale schaal, zoals in een buurt tussen personen van twee verschillende etnische groepen, het vertrouwen kan vergroten (Dinesen et al. 2020). Als we sociaal vertrouwen beschouwen als een publiek goed, gaan we kijken wat er gebeurt met sociaal en bijzonder vertrouwen als er conflicten of spanningen ontstaan. Omdat Oost-Afrikaanse landen gekenmerkt zijn door de informele sector, zou in een ander paper onderzocht kunnen worden wat het effect is van generaliseerd vertrouwen versus bijzonder vertrouwen op het aangaan van informele economische activiteiten bij afwezigheid van regels en voorschriften. Het verrichten van informele transacties brengt veel risico's met zich mee, aangezien er geen garantie is over het correcte gedrag van anderen. Bij gebrek aan formele regels, of er nu vertrouwen of wantrouwen is, hebben mensen misschien ook geen keuze wat betreft het verrichten van transacties. Het tweede deel (2) beoordeelt sociaal vertrouwen en regelgeving als substituten in het geval van economische en financiële transacties, waarbij wordt getracht bewijs te vinden voor hetzij de Public Choice Theory, hetzij de Public Interest Theory. Als de Public Choice Theory geldig is, wordt restrictieve regelgeving misbruikt als middel om winst te behalen, zodat we een significant negatief verband verwachten tussen sociaal vertrouwen en de kosten van procedures. Als de Public Interest Theory geldig is, moet voor het verrichten van een transactie een groot aantal regelgevings-procedures worden gevolgd. Hoe lager het niveau van vertrouwen, hoe meer de mensen zullen vragen om overheidsbemoeienis in de vorm van regelgeving om de dagelijkse transacties zodanig te beheren dat een bepaald resultaat wordt verkregen. Ik zal vervolgens onderzoeken of er in de loop der tijd een afname van sociaal vertrouwen is geweest die heeft geleid tot een toename van de vraag naar overheidsinterventie in de vorm van regelgeving via nieuwe wetgeving (Pitlik en Kouba 2015). Aangezien sociaal vertrouwen wordt vervangen door regelgeving zodat economische transacties plaatsvinden, zou het ook kunnen dat een afname van sociaal vertrouwen, bij gelijkblijvende hoeveelheid regelgeving, leidt tot een afname van economische transacties en welvaart. De (3) derde reeks onderzoeken beschouwt vertrouwen en regelgeving als complementen in het kader van het tot stand komen van economische en financiële transacties. Er wordt meer nadruk gelegd op de uitkomst van dergelijke transacties waarbij het moeilijker is om te onderscheiden of de transactie plaatsvond vanwege vertrouwen of het effect van regelgeving en contracten. De nieuwe reeks gegevens in de Enterprise Survey on the Landscape of Transactions van de Wereldbank (Francis et al. 2018) stelt ons in staat om de verschillende mechanismen te detecteren zoals vertrouwen of contracten die bedrijven gebruiken in hun relatie met klanten en leveranciers; de nakoming van de overeenkomsten van bedrijven om goederen en diensten te kopen en te verkopen. Waarom kiest een bedrijf voor het ene of het andere mechanisme in dergelijke transacties? Vervangen vertrouwen en contracten elkaar wanneer een bedrijf handelt met klanten of leveranciers? Werken bedrijven liever met gelijken (bijzonder vertrouwen) of werken ze met buitenstaanders (sociaal vertrouwen of formele contracten)? Als we kijken naar de resultaten, gaan we ook onderzoeken in welke mate sociaal vertrouwen wordt gebruikt als mechanisme om nieuwe markten te betreden, zoals bij directe buitenlandse investeringen en in het kader van ontwikkelingshulp tussen Europese en Afrikaanse landen. Kijkend naar het Fundamental Problem of Exchange (FPOE), gaan we onderzoeken in welke mate bedrijven sociaal of bijzonder vertrouwen gebruiken om nieuwe markten te betreden, maar ook of en hoe de Belgische staat op vertrouwen bouwt voor zijn projecten in Oost-Afrikaanse landen (via zijn Belgisch Ontwikkelingsagentschap, ENABEL, of zogenaamde Belgische Niet-Gouvernementele Actoren, BNGA), waar vaak geen functionerend rechtssysteem aanwezig is en waar de handhaving van publieke instellingen zwak is. Ik zal gebruik maken van gegevens uit microdatasets zoals de World Value Survey, de European Social Survey, de Afro-Barometer, de Enterprise Survey van de Wereldbank, de ‘Doing Business’ Database, het International Social Survey Programme, naast het gebruik van macro-informatie over verschillen tussen landen en evenementen. Ik ben van plan verschillende methodologieën te gebruiken, zoals instrumentele variabelenschatting en difference-in-difference-schatting, om statistische evidentie te verkrijgen. Ik ben ook van plan cursussen te volgen om mijn kennisniveau inzake statistische methodologie en analyse te verhogen. Selectieve referenties: Aghion, Philippe, Algan, Yann, Cahuc, Pierre, Shleifer, Andrei (2010). Regulation and distrust. Quarterly Journal of Economics, 125 (3), 1015-1049. Bjørnskov, Christian (2012). How does social trust affect economic growth? Southern Economic Journal, 78 (4), 1346-1368. Dinesen, Peter Thisted, Schaeffer, Merlin, Sønderskov, Kim Mannemar (2020). Ethnic Diversity and Social Trust: A Narrative and Meta-Analytical Review. Annual Review of Political Science, 23, 441-465. Francis, David C., Karalashvili, Nona, Murrell, Peter (2018). Mapping the Landscape of Transactions. The Governance of Business Relations in Latin America. Policy Research Working Paper (World Bank Group), 8564. Pinotti, Pablo (2012). Trust, Regulation and Market Failures. The Review of Economics and Statistics, 94 (3), 650-658. Pitlik, Hans, Kouba, Ludek (2015). Does social distrust always lead to a stronger support for government intervention? Public Choice, 163, 355-377. Uslaner, Eric M. (editor) (2018). The Oxford Handbook of Social and Political Trust. Zak, Paul J., Knack, Stephen (2001). Trust and Growth. The Economic Journal, 111, 295-321.

Datum:7 jul 2021 →  Heden
Trefwoorden:social trust, economic regulations, economic and financial transactions, informal economy, Public Interest Theory, Public Choice Theory, ethnic fractions
Disciplines:Culturele economie, economische sociologie, economische antropologie, Publieke economie, Economische systemen en instellingen, Multiple or simultaneous equation models, multiple variables, Informatie, kennis en onzekerheid
Project type:PhD project