< Terug naar vorige pagina

Project

Sportgokmediatisering

Dit project is ontwikkeld om verschillende hiaten in ons huidige begrip rond sportgokken, media en de onderzoeksbenaderingen om deze fenomenen te bestuderen, in één keer aan te pakken. De literatuur kan daartoe worden samengevat in drie grote delen: sportgokken is maatschappelijk relevan, zowel historisch gezien als actueel (Reith, 1999; Villeneuve & Pasquier, 2019), de wetenschap die sportgokken bestudeert is niet interdisciplinair en sterk gestuurd door het perspectief van de Angelsaksische probleemgokker (Cassidy et al., 2014; Lawn et al., 2020), het media-relateerd sportgokonderzoek is schaars en indien beschikbaar gefocust op marketingcommunicatie, video games en het media-effectenparadigma (Albarràn-Torres, 2018; Guilou-Landreat et al., 2021).

Het specifieke theoretische kader waarop dit doctoraatsproject daarom steunt, bekijkt de rol van media vanuit een "deep mediatization approach" (hierna: DMA; Hepp, 2013: Hepp, 2020). Het basisidee van de DMA is om de diepe "verspreiding van op technologie gebaseerde media in de samenleving" te onderzoeken en daarbij de veronderstelling te toetsen dat (alle) "sociale domeinen meer en meer door deze media worden vormgegeven". Dit kan vanuit een materialistisch, sociaal-constructivistisch of institutionalistisch perspectief of een mengeling van deze perspectieven (Pallas, 2020; Hepp et al., 2018:17-18).

De afgelopen jaren is de mediatiseringstheorie naar voren geschoven als veelbelovend paradigma voor het veld van media- en communicatiestudies, vooral omdat het "een ruimte vormt voor gesynthetiseerde inzichten in mediagerelateerde sociale transformaties" die verder gaat dan de notie van kleinschalige media-effecten (Ekström et al., 2016: 1; Frissen, 2019). In het bijzonder de specifieke aanpak en operationalisering van de mediatiseringstheorie door het Communicative Figurations Research Network (KoFi), een Duitse tak van de mediatiseringsgemeenschap (Hepp, Breiter & Hasebrink, 2018) krijgt veel lof. Kenmerkend voor deze specifieke tak is haar focus op een sociaal constructivistisch-materialistisch begrip van de “molding forces”die gemedieerde communicatieprocessen kunnen uitoefenen op de structurering van een sociale activiteit of domein, en de toepassing van de figuratieve gereedschapskist van Norbert Elias (1978) om deze structureringsprocessen empirisch vatbaar te maken.

Een KoFi-geïnspireerde, figuratieve DMA draait om het onderzoeken en isoleren van de manieren waarop een gegeven "media ensemble" (Hepp, 2020: 59, Hepp, 2013) verantwoordelijk is voor de structurering van een zogenaamde "communicatieve figuratie" (Hepp, 2013: 616). Een media- ensemble (ME) wordt geproduceerd door de optelsom van de media die worden ingezet voor doeleinden binnen een bepaalde communicatieve figuratie (Wolf & Wudarski, 2018). Een communicatieve figuratie kan het best worden begrepen als een onderling samenhangend netwerk van een bepaalde omvang (d.w.z., algemeen tot specifiek in omvang), bestaande uit de volgende elementen:

• Een constellatie van actoren, die individuen, collectiviteiten, gemeenschappen of organisaties kunnen zijn;
• Een geheel van communicatieve praktijken (CP) waardoor de actoren met elkaar interageren, van elkaar afhankelijk zijn en met elkaar betekenis construeren en waarvoor zij (een) bepaalde (reeks) media nodig hebben;
• Een gedeeld, oriënterend relevantiekader (FR), uitgedrukt via bepaalde semantische opvattingen, (on)geschreven regels of codes, die de figuratie onderscheiden van andere figuraties en als zodanig een "wij-relatie" bepalen (Schrøder, 2018; Hepp, 2020; Xi, 2019:4159; Schutz, 1970).

Het overkoepelende doel van dit projecgt is om een beroep te doen op deze synchrone, figuratieve deep mediatization-methodologie, om een verdiepend onderzoek te voeren naar de gemediatiseerde aard van het sportgoklandschap dat de laatste jaren is ontstaan binnen de Vlaamse Gemeenschap, het Nederlandstalig deel van België (Elias, 1978; Hepp, 2013; Hepp, Breiter & Hasebrink, 2018). Vanuit dit raamwerk vallen de volgende onderzoeksvragen af te leiden:

• RQ 1: Wie zijn de actoren van de Vlaamse sportweddenschappen figuratie? Hoe verhouden zij zich tot elkaar?
• RQ 2: Hoe ziet het Vlaamse media-ensemble voor sportweddenschappen eruit? Uit welke media(processen) bestaat het?
• RQ 3: Wat zijn communicatieve praktijken rond sportweddenschappen van de actoren en via welke media uit het media ensemble vinden die praktijken plaats?
• RQ 4: Wat zijn de relevantiekaders van de sportgokfiguratie en hoe sluiten ze aan bij de communicatieve praktijken die (via media) plaatsvinden?

De vooropgestelde figuratieve mediatiseringsanalyse zal mixed-methodologisch uitgevoerd worden, volgens een triangulatie van methoden die cross-mediaal worden toegepast (Schroder, 2018; Hasebrink & Hepp, 2017).

Datum:1 okt 2019 →  4 sep 2023
Trefwoorden:Gambling, Media studies, Sports betting, Mediatization
Disciplines:Communicatiewetenschappen niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project