< Terug naar vorige pagina

Project

De vergelijking van functionele lokalisatietheorie en netwerkperspectieven op de neurale basis van sociaal-emotionele verwerking

De cerebrale organisatie van cognitie en gedrag is bepaald door 2 vroege tegengestelde hypothesen. Volgens de 'Cerebrale euipotentialiteit'-hypothese functioneren de hersenen als een geheel, wat inhoudt dat elk intact deel van een functioneel brein in staat is om de functies uit te voeren die verloren gaan door vernietiging van de andere delen, terwijl de 'functionele lokalisatie'-hypothese poneert specifieke hersen- gedrags verenigingen. De functionele lokalisatiehypothese heeft de afgelopen decennia het veld gedomineerd met bestaande waarnemingen zoals spoelvormig gezichtsgebied. Er zijn echter enkele contra-bewijzen tegen de lokalisatiehypothese, zoals interindividuele verschillen, gedistribueerde reacties op een enkele stimulus, lage specificiteit in associaties met hersengedrag en inconsistente associaties van symptomen en laesies. Als een tussentijdse visie kan de netwerkhypothese een verklaring zijn voor problematische kwesties van locatiebepaling. Het verwijst naar het feit dat cognitieve taken worden uitgevoerd door netwerken die bestaan uit meerdere discrete hersengebieden die functioneel zijn verbonden met behulp van een sleutelmechanisme degeneratie, 'equi-finality'. Functionele hersenbeeldvormingsonderzoeken bij gezonde proefpersonen leveren belangrijk bewijs met betrekking tot de aard van associaties met hersengedrag, maar studies bij patiënten met hersenbeschadiging zijn cruciaal om elke hypothese te evalueren die is afgeleid van gezonde controles. Neurodegeneratieve ziekten die vroege sociaal-emotionele tekorten vertonen, zoals frontotemporale dementie, milde cognitieve stoornissen en de ziekte van Alzheimer, zijn zeer geschikt om elke netwerkhypothese die is afgeleid van onderzoeken bij gezonde proefpersonen klinisch te valideren. De doelstellingen van de studie zijn het definiëren van het sociaal-cognitieve brein, het blootleggen van associaties tussen hersenkenmerken op netwerkniveau en sociaal cognitief gedrag bij gezonde proefpersonen, en het onthullen van associaties tussen functionele hersenkenmerken en afbraak van sociale cognitie bij presymptomatische en symptomatische neurodegeneratie. Daarom zullen de verzamelde MRI- en fMRI-gegevens van gezonde proefpersonen worden gebruikt om het sociaal-cognitieve brein te definiëren als sociaal hersennetwerk en emotioneel hersennetwerk. Vervolgens zullen de kenmerken op netwerkniveau en sociale cognitieprestaties worden berekend en gecorreleerd om te onderzoeken of een netwerkmodel beter presteert dan een locationistisch model. Ten slotte zal een retrospectieve FDG-PET-studie in presymptomatische en symptomatische neurodegeneratie worden uitgevoerd om de bevindingen van eerdere analyses klinisch te valideren.

Datum:30 okt 2020 →  Heden
Trefwoorden:emotion, social cognition, network hypothesis, degeneracy, neuroimaging
Disciplines:Gedragsneurowetenschappen, Cognitieve neurowetenschappen, Neuroimaging, Neuropsychologie, Sociale perceptie en cognitie
Project type:PhD project