< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Herverkavelingsdialogen

Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel

Ondertitel:Re-allotment dialogues
Met slimme verkavelingen alleen komen we er niet De verkaveling blijft voor heel wat Vlamingen de gedroomde woonomgeving; de buren zitten op een veilige afstand, de kinderen kunnen er proper in de tuin spelen en er is altijd parkeerplaats voor de deur. De vraag is echter hoe lang we als samenleving nog bereid zijn om te blijven betalen voor het in stand houden van dit erg kostelijke woonmodel [1]. De Vlaamse Regering schuift alvast een reeks ruimtelijke principes naar voren om een aantal van deze maatschappelijke kosten te reduceren. Zo stellen ze voor om het ruimtelijk rende-ment te verhogen en om het ruimtegebruik te verweven en multifunctioneel te maken [2]. Een aantal ontwikkelaars volgt deze principes al en investeert in collectieve woonprojecten of kiest voor een hogere dichtheid. Een voorbeeld van zo'n collectief woonproject is Cohousing Waasland in Sint-Niklaas [3]. Dit project maakt deel uit van het stadsvernieuwingsproject Clementwijk: 'een ecologische en duurzame groene woonwijk met 700 woningen, een stadsdeelpark en een aantal collectieve voorzieningen' [4]. De hoofdbrok van deze nieuwe wijk bestaat uit compacte, maar eerder klassieke verkavelingen. Het Waaslandproject biedt een alternatief: in de plaats van 15 grondgebonden gezinswoningen, zijn hier 18 appartementen gestapeld aangevuld met 4 rijwoningen. Het biedt wel een grote collectieve tuin-mét trampoline, moestuin en glijbaan-en een paviljoen, parking en fietsenstalling. Het is het cohousingproject zoals we dat kennen: de bewonersgroep heeft het heft volledig in handen genomen. Een voorbeeld van een verkaveling aan hoge dichtheid is het woonproject Zilverlaan in Oostende. Onder impuls van het Stadsatelier zijn de projectontwikkelaar Condor, de sociale huisvestingsmaatschappij Woonwel en de vzw Duinhelm aangespoord om geen klassieke verkaveling te bouwen op een laatste grote kavel aan de rand van de stad, maar om in te zetten op meer compacte wooneenheden met collectieve voorzieningen, en vooral om één derde van het terrein te vrijwaren voor een publiek park [5]. De impact van deze 'slimme verkavelingen' blijft echter beperkt omdat collectieve woonprojecten vaak erg naar binnen gericht zijn. Van echte verweving met de omgeving is weinig sprake. En hoe compact de verkavelingen ook zijn, het blijven nog altijd monofunctionele woonomgevingen. Maar vooral omdat het nieuwe verkavelingen zijn en ze dus niets doen aan de bestaande voorraad aan niet-zo-slimme verkavelingen. Inzetten op herverkavelingsdialogen Wat als we collectieve (woon)projecten zouden willen ontwerpen die de hoge maatschappelijke kosten van verkavelingen zouden reduceren? Dan moeten we verkavelingsbewoners vinden die open staan voor meer compacte woonvormen en voor meer divers ruimtegebruik, en dat allemaal op hun eigen perceel, want publiek eigendom is er schaars. De vraag is hoe je daaraan begint, als je weet dat dit niet binnen hun woondroom past en dat de Raad van State nu al overuren draait? Een beproefde methode om weerstand en rechtszaken te vermijden, is het tijdig in gesprek gaan met alle actoren die actief zijn in de verkaveling: bewoners én (boven)lokale overheden, maar ook ontwikkelaars, ondernemers, (boven)lokale organisaties, … Verder weten we uit ervaring dat we zo'n gesprek best beginnen over bestaande, lokale 'goede' verkavelingspraktijken: bewoners die een trage weg over hun perceel dulden; buren die hun tuin openstellen voor buren zonder tuin; of gezinnen die samen een buurthuis beheren in een voormalige wijkbib [6]. Van daaruit kan je het over de toekomst hebben, over de uitdagingen die op ons afkomen: over de woning die stilaan te groot wordt en de tuin die zo veel tijd vraagt; over die regenbuien die onze kelders alsmaar vaker onder water zetten, of over dat sluipverkeer dat elk jaar lijkt toe te nemen. Bovendien kan je in de loop van het gesprek over de grenzen van de wijk heen kijken, naar die beek die bij elke zware regenbui in een open riool verandert, naar die lagere school met die veel te kleine speelplaats, of naar die weide waar binnen een aantal jaren
Tijdschrift: A+
Volume: 280
Pagina's: 92 - 101
Jaar van publicatie:2019
Toegankelijkheid:Closed