Modulatiestrategieën van microbiota in het management van Inflammatory Bowel Disease

De ziekte van Crohn en ulceratieve colitis zijn de meest voorkomende vormen van inflammatory bowel disease (IBD). Deze aandoeningen worden geacht het resultaat te zijn van een incorrecte immuunreactie tegenover de intestinale darmflora in genetisch gepredisponeerde individuen en gaan gepaard met serieuze en onvoorspelbare gezondheidsproblemen, zoals bloederige diarree, buikkrampen en pijn, die kunnen leiden tot hospitalisaties en operaties. Daarenboven kunnen complicaties optreden met name perforaties, fistels of stricturen van de darm. Deze gezondheidsproblemen zorgen voor een grote gezondheidskost van 5 miljard euro/jaar rechtstreeks gerelateerd aan IBD. De huidige behandelingsmethoden zijn gebaseerd op het verminderen van intestinale inflammatie, maar leiden in slechts 30% van de gevallen tot vermindering van de symptomen. Verder onderzoek naar nieuwe behandelingsmogelijkheden is essentieel voor deze patiënten. Recent onderzoek toonde een link aan tussen de darmflora en de aanwezigheid van deze aandoening.

Het doel van het overkoepelende MIMOSA-project is het ontwikkelen van therapieën gebaseerd op de modulatie van de darmflora in het management van IBD. Hiervoor werd een samenwerking opgezet tussen het waarbij verschillende strategieën beoordeeld zullen worden in een translationele accelerator of TRAC-pipeline. Deze strategieën zijn onder meer het verbeteren van fecale microbiële transplantatie (FMT), het herbestemmen van probiotica en het samenstellen van microbiële cocktails. In het kader van dit PhD-project zullen biomerkers voor de efficaciteit van FMT geïdentificeerd worden en zal de transferabiliteit van de verschillende stammen beoordeeld worden. Op basis van die resultaten zullen ook guidelines voor FMT in IBD opgesteld worden. Daarnaast zullen verschillende preklinische testen van de TRAC-pipeline uitgevoerd en beoordeeld worden. Tot slot, zal ook de microbioom samenstelling boven, onder en ter hoogte van de abrupte scheiding van inflammatoire zones bij UC patiënten beoordeeld worden.