< Terug naar vorige pagina

Project

Het plezier van afwezig gevaar: subjectieve, fysiologische en neurale correlaten van opluchting bij het uitblijven van dreiging

We voelen ons opgelucht wanneer een verwachte dreiging uitblijft. Deze gevoelens van opluchting zijn belangrijk omdat ze aangeven dat de huidige situatie beter bleek te zijn dan verwacht. In de context van angst lijken gevoelens van opluchting te correleren met de theoretische voorspellingsfout (predictie error; PE) die veiligheidsleren aanstuurt. Recent neurowetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er sterke overeenkomsten zijn tussen de neurale circuits die aan de basis liggen van de PE bij het uitblijven van dreiging (dreigingsomissie-PE) en de welgekende belonings-PE. Maar hoe aversieve verwachtingen "niets" veranderen in plezierige gebeurtenissen is niet helemaal duidelijk.

Het mu-opioïde receptor (MOR) systeem is een uitstekende kandidaat om deze rol te spelen, vanwege zijn dubbele rol in het verzachten van pijn en het veroorzaken van plezier. Meer bepaald stellen we dat in de context van een verwacht gevaar, endogene opioïden vrijkomen om dreigende pijn te verzachten. Als de dreiging echter wegblijft, kunnen deze preventief vrijgegeven opioïden in plaats daarvan een belonende waarde toekennen aan de opluchting, wat op zijn beurt het beloningssysteem voor veiligheidsleren activeert.

In dit proefschrift beogen we een gedetailleerde analyse te geven van opluchting bij mensen. Dit doen we door na te gaan hoe opluchting wordt gemoduleerd door aversieve verwachtingen, endogene opioïde activiteit en individuele verschillen in angst, depressie en beloningsgevoeligheid. Daartoe combineerden we een nieuwe experimentele taak met neuroimaging en farmacologische manipulaties.

Omdat we een belangrijke rol voor verwachtingen voorstellen, hebben we eerst de Expectancy Violation Assessment (EVA)-taak ontwikkeld, waarin we kans- en intensiteits-gerelateerde verwachtingen per proefbeurt parametrisch variëren. In hoofdstuk 2 valideerden we deze taak en toonden we aan dat subjectieve opluchting en omissie-gerelateerde huidgeleidingsresponsen effectief de schending van verwachting na een het wegblijven van dreiging weerspiegelden, in lijn met een PE-signaal. In hoofdstuk 3 pasten we de EVA-taak toe in een fMRI-context en bevestigden we dat het onverwacht uitblijven van dreiging eveneens PE-achtige activaties in belangrijke gebieden van het belonings- en waarderingscircuit teweegbracht die bovendien correleerden met de aangenaamheid van de gerapporteerde opluchting. In hoofdstuk 4 zoomden we in op de voorgestelde rol van het MOR-systeem. Door MOR te blokkeren met naltrexone toonden we aan dat de aangenaamheid van de opluchting, maar niet de omissie-gerelateerde huidgeleiding- of hersenresponsen gedeeltelijk afhankelijk waren van opioïde signalering. Tot slot hebben we in hoofdstuk 5 de resultaten van verschillende studies samengevoegd om te onderzoeken hoe angst-, depressie- en beloningsgerelateerde persoonlijkheidskenmerken gelinkt waren aan de gerapporteerde opluchting. In lijn met eerdere studies vonden we dat angstgevoelige individuen hogere niveaus van opluchting rapporteerden na het uitblijven van zwakke stimulaties, terwijl depressieve deelnemers lagere niveaus van opluchting rapporteerden na het uitblijven van sterkere stimulaties.

 

Datum:1 okt 2019 →  12 dec 2023
Trefwoorden:Dopamine system, Opioid system, Fear extinction, Avoidance
Disciplines:Biologische psychologie
Project type:PhD project