< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Ontwikkelingen in het topsportklimaat in Vlaanderen (2003-2007).

Boek - Boek

Topsport is in de loop der jaren sterk veranderd. De atleet alleen kan niet meer aan de vereisten voldoen om succes te behalen. Hij heeft professionele ondersteuning en begeleiding nodig om goede resultaten te behalen en zich te kunnen meten met atleten uit andere landen. De verschillende naties en landen voeren een 'Global Sporting Arms Race', -een globale medaillewedloop- en proberen om zoveel mogelijk te investeren in hun atleten om internationaal succes te garanderen.
Niet enkel internationaal erkenning is een belangrijke doelstelling voor de investering in topsport. Breedtesport heeft ook behoefte aan topsport, vooral vanwege de aantrekkingskracht die topprestaties hebben op de jeugd. Topsport inspireert mensen om zelf te gaan sporten.

In 2003 had een 0-meting plaats. Hierbij gaven 140 atleten, 119 trainers en 26 federatieverantwoordelijken hun mening over het klimaat om topsport te beoefenen. Op basis van deze gegevens werden de sterke en zwakke punten van het Vlaamse topsportbeleid in kaart gebracht en werden er verbeterpunten aangegeven. Deze gegevens werden internationaal vergeleken in zes landen (De Bosscher, Bingham, Shibli, et al. 2008). Dit leidde tot een concurrentieanalyse van Vlaanderen ten opzichte van andere landen (De Bosscher, De Knop, Van Bottenburg, 2008). Een onderzoek naar het topsportklimaat is belangrijk om de omgeving waarin de atleet moet ontwikkelen te verbeteren, zodat ze hun hoogste niveau kunnen bereiken en meer internationaal succes kunnen bereiken.

In 2007, vier jaar later, was de tijd rijp voor een herhaling: de 1-meting van het topsportklimaat. Net zoals in 2003 wordt in dit boek onderzocht hoe de Vlaamse topatleten en toptrainers het topsportbeleid beoordelen. Een meerwaarde is hier dat de informatie uit de eerste hand komt, namelijk van de atleten en coaches zelf. Ze geven de stand van zaken wat betreft de begeleiding en ondersteuning tijdens de fase van talentontwikkeling, de individuele leefsituatie van atleten, sportspecifieke begeleiding, loopbaanontwikkeling van trainers, training- en wedstrijdfaciliteiten, sportcarrièretransitie en de organisatorische omgeving. Vervolgens wordt ook gepeild naar de belangrijkste knelpunten en noden van deze twee doelgroepen. Op basis daarvan wordt een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten van het huidige Vlaamse topsportbeleid. Verschillend aan de 0-meting is dat er nu geen topsportfederaties werden aangeschreven voor de beoordeling van het topsportklimaat, maar enkel topsporters en toptrainers en dit omdat recent al een audit van de topsportfederaties werd uitgevoerd (Ernst en Young 2007)

Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek maken we een evaluatie van het huidige topsportklimaat en een vergelijking met de resultaten van 2003. Zo kan in dit boek worden nagegaan of veranderingen die zich tussen 2003 en 2007 hebben voorgedaan in het topsportklimaat in Vlaanderen, ook een effect hebben gehad op hoe de atleten en toptrainers het topsportklimaat aanvoelen.


Dit onderzoek naar het topsportklimaat wordt uitgevoerd in opdracht van het Steunpunt voor Beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport van het ministerie met co-financiering van het ministerie van Sport.
Series: Onderzoek in opdracht van het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport
Aantal pagina's: 42
ISBN:978-90-5472-070-6
Jaar van publicatie:2008
Trefwoorden:topsportklimaat, topsportbeleid, beleidsevaluatie