< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Opinion-shopping: illusie of realiteit?

Boek - Boek

Een onafhankelijke en externe controle op de beweringen van de bedrijfsleiding versterkt het vertrouwen van de belanghebbenden in de financiële informatie. In België gebeurt de wettelijke controle op het getrouwe beeld van de jaarrekening door een commissaris (hierna: auditor).

Een ongunstige verklaring vanwege de auditor geeft de gebruikers een negatief signaal. Voor de bedrijfsleiding is dit ongewenst. Indien gebruikers van de jaarrekening niet meer ten volle kunnen vertrouwen op de financiële informatie zal de gecontroleerde entiteit bijvoorbeeld niet meer in dezelfde mate toegang genieten tot het nodige kapitaal. Om dit negatieve signaal te vermijden is het mogelijk dat de gecontroleerde entiteit zich wendt tot opinion-shopping: dit is een queeste naar een gunstigere verklaring hetzij door intern overleg met de zetelende auditor (interne opinion-shopping), hetzij door een verandering naar een nieuwe auditor (externe opinion-shopping).

De bezorgdheid van regelgevers omtrent de geloofwaardigheid van de jaarrekening en het auditberoep deed het debat rond opinion-shopping reeds enkele malen oplaaien. Het doel van deze studie is om het externe opinion-shopping-fenomeen op de Belgische auditmarkt te onderzoeken. Concreet wordt hiertoe een antwoord gezocht op de volgende vragen:

- Is opinion-shopping aanwezig in de Belgische auditmarkt?
- Zijn opinion-shopping-operaties succesvol in de Belgische auditmarkt?

Een casus betreffende opinion-shopping in de Belgische auditmarkt loont de moeite. Het merendeel van de studies omtrent dit onderwerp is immers gebaseerd op gegevens uit Angelsaksische landen en resultaten kunnen dus niet zonder meer veralgemeend worden naar een continentaal-Europese context.

Onderhavige studie werd opgedeeld in drie delen.

In Deel 1 wordt in eerste instantie de relevante Belgische regelgeving inzake het commissarismandaat toegelicht. Aandacht wordt hierbij besteed aan de commissarisplicht, de benoemingsprocedure, het verplicht driejarig commissarismandaat, de (redenen voor een) voortijdige ontslagprocedure en de verplichte contactopname door de nieuwe commissaris met zijn confrater-voorganger. De Belgische regelgever blijkt alvast een actief beleid te voeren om opinion-shopping-gedrag tegen te gaan.

Vervolgens wordt dieper ingegaan op de verschillende soorten controleverklaringen. Meestal wordt in de literatuur een dichotome classificatie doorgevoerd van "gunstige" en "ongunstige" verklaringen. Onder een gunstige verklaring wordt doorgaans enkel de verklaring zonder voorbehoud verstaan. De Belgische auditmarkt telt ongeveer 20 % "ongunstige" controleverklaringen, waarvan de "verklaring zonder voorbehoud maar met toelichtende paragraaf" het leeuwendeel uitmaakt.

In Deel 2 wordt naast een algemeen overzicht van de redenen voor auditorverandering, de literatuur rond het bestaan en het succes van opinion-shopping besproken.

Uit literatuurstudie komt onder meer naar boven dat, in tegenstelling tot andere studies inzake auditorverandering of -switching, het gros van het onderzoek over het bestaan en het welslagen van opinion-shopping zich niet baseert op interviews of vragenlijsten. Ondervraagde ondernemingen zijn, vanwege de negatieve connotatie, immers niet geneigd toe te geven dat zij hun auditor vervingen omdat die een ongunstige verklaring gaf. Studies over opinion-shopping hanteren bijgevolg meestal indirect bewijsmateriaal en passen allerhande modellen toe waarbij de focus telkens ligt op de relatie tussen de controleverklaring en auditorverandering. Hoewel de meeste van deze studies het bestaan van opinion-shopping bevestigen, bestaat er geen eenduidige conclusie over het succes ervan.

In Deel 3 wordt het empirische onderzoek uitgevoerd.

Om een antwoord te vinden op de eerste onderzoeksvraag, namelijk "Is opinion-shopping aanwezig in de Belgische auditmarkt?" wordt volgende onderzoekshypothese getoetst: "Komt een auditorverandering significant meer voor bij ondernemingen die een ongunstige verklaring kregen dan bij ondernemingen die een gunstige verklaring ontvingen?".

Hiertoe wordt uit de volledige populatie van gecontroleerde ondernemingen op de Belgische auditmarkt een (quota)steekproef getrokken van 250 ondernemingen.

Voor de tweede onderzoeksvraag, namelijk "Zijn opinion-shopping-operaties succesvol in de Belgische auditmarkt?" wordt via een binair logistisch model de hypothese getoetst of "ondernemingen met een ongunstige verklaring die van auditor veranderen meer kans hebben op een gunstige verklaring dan de ondernemingen met eveneens een ongunstige verklaring maar die niet van auditor veranderen".

Met enige voorzichtigheid, gelet op de beperkte steekproef, tonen de resultaten dat opinion-shopping gedrag op de Belgische auditmarkt wel degelijk bestaat maar niet succesvol is. Blijkbaar geloven de gecontroleerde entiteiten nog wel in de slaagkansen van een externe opinion-shoppingoperatie, maar legt de nieuwe auditor voldoende scepticisme aan de dag. Dit wordt wellicht mee in de hand gewerkt door de strikte Belgische regelgeving, waaronder de verplichte contactopname van de nieuwe commissaris met zijn confrater-voorganger.
Aantal pagina's: 103
ISBN:978-90-466-0485-4
Jaar van publicatie:2011
Trefwoorden:auditor change, opinion shopping
  • ORCID: /0000-0002-7459-6615/work/82707970