Naar een billijk evenwicht in de gedigitaliseerde muziekindustrie : facing the music

Deze doctoraatsthesis focust op de vraag hoe het juridisch kader kan bijdragen tot een billijk(er) evenwicht tussen de belangen van componerende en/of uitvoerende muzikanten en hun contractpartijen in de gedigitaliseerde muziekindustrie. Het doel is om bij te dragen aan een juridisch kader dat een billijk evenwicht vindt tussen de betrokken artistieke en commerciële belangen, dat zowel creativiteit als investeringen beschermt, en in overeenstemming is de (digitale) realiteit. De thesis analyseert het evoluerende juridische kader zoals van toepassing in theorie en in de praktijk op componerende en/of uitvoerende muzikanten, evenals op hun verhouding met primaire contractpartijen in de gedigitaliseerde muziekindustrie, met name muziekuitgevers en platenmaatschappijen. Hiernaast gaat de thesis ook in op de verdere rechtenverlening door deze primaire contractpartijen aan derden. De thesis analyseert het auteurscontractenrecht op internationaal, Europees en nationaal niveau. Bij wijze van achtergrond komen ook relevante principes van gemeen contractenrecht aan bod, net als regels over oneerlijke bedingen en praktijken in een B2B-context. De juridische analyse heeft betrekking op de nationale regelgeving van België, Frankrijk, Duitsland en Nederland, steeds in het licht van het uitgebreide relevante Unierechtelijke kader. De thesis evalueert het bestaande kader en het implementatieproces van de Richtlijn Digitale Eengemaakte Markt op basis van het criterium van procedurele en materiële billijkheid. Uiteindelijk levert de thesis een normatieve bijdrage, door zowel interne opties binnen de muziekindustrie als externe regelgevende maatregelen voor te stellen die kunnen bijdragen tot een evenwicht tussen de relevante belangen in het gedigitaliseerde muziekecosysteem, zowel in theorie als in de praktijk.