< Terug naar vorige pagina

Project

De relatie tussen sociale factoren en dyspneu-perceptie en de bijbehorende neurale verwerking

Dyspneu is een zeer prevalent en kwellend symptoom dat een negatieve invloed heeft op zowel patiënten als hun verzorgers. Onderzoek heeft aangetoond dat het biopsychosociaal model het beste kader biedt om alle dimensies van ademnood te begrijpen. De sociale dimensie van ademnood werd tot op heden nauwelijks onderzocht (hoofdstuk 1). Daarom was het doel van dit doctoraatsproject om de relatie tussen sociale factoren en dyspneu te onderzoeken. Alle experimenten werden uitgevoerd bij gezonde participanten waarbij dyspneu experimenteel werd geïnduceerd, voornamelijk door middel van respiratoire weerstanden. Ademnood werd onderzocht via  zelfrapportering én de meting van neurale processen van ademhalingssensaties met event-gerelateerde potentialen in het elektro-encefalogram.

Er werd voornamelijk gebruik gemaakt van ademhaling-gerelateerde uitgelokte potentialen (RREPs) om de neurale verwerking van ademhalingssensaties te onderzoeken. Daarom toetsten wij eerst de test-hertest betrouwbaarheid van de RREP componenten Nf, P1, N1, P2 en P3 (hoofdstuk 2). De resultaten confirmeerden een aanvaardbare test-hertest betrouwbaarheid voor alle RREP componenten met en zonder een parallelle inductie van dyspneu. Dit ondersteunt het verdere betrouwbare gebruik van RREPs in respiratoir onderzoek.

Nadien onderzochten we het effect van sociale context, wat werd geoperationaliseerd als de sociale aanwezigheid van een neutrale toeschouwer (hoofdstuk 3), én het effect van sociale exclusie (hoofdstuk 4) op de waarneming van dyspneu en de onderliggende neurale verwerking door meting van RREPs. De bevindingen toonden aan dat de aanwezigheid van een neutrale toeschouwer de waargenomen dyspneu significant of op trendniveau reduceerde. Bovendien werden op trendniveau gereduceerde amplitudes van de RREP component P2 gevonden bij aanwezigheid van een toeschouwer. Verder was sociale exclusie geassocieerd met een verhoogde waarneming van dyspneu en een verhoogde neurale verwerking van ademhalingssensaties zoals aangeduid door verhoogde amplitudes van de RREP componenten P2 en P3. Deze bevindingen suggereren dat sociale context de perceptie van dyspneu en de onderliggende neurale verwerking beïnvloedt waarbij sociale aanwezigheid potentiële voordelige effecten heeft terwijl sociale exclusie nadelige effecten voortbrengt.

Ten slotte onderzochten we de effecten van het observeren van anderen die lijden aan dyspneu op de toeschouwer (hoofdstuk 5). De bevindingen toonden aan dat het observeren van dyspneu in anderen lichte tot matige dyspneu, negatief affect en verhoogde neurale activiteit in de toeschouwer opriep. Deze aangevoelde ademnood kan klinische relevantie hebben aangezien dit het lijden kan vergroten bij zorgverleners die frequent dyspneu observeren in desbetreffende patiënten.

Het huidige project vergroot onze kennis over de relatie tussen sociale factoren en dyspneu en het benadrukt de relevantie van sociale factoren voor de individuele ervaring van ademnood. Op lange termijn vormt dit een basisvoorwaarde om een betere integratie van sociale interventies in bestaande strategieën voor dyspneumanagement te rechtvaardigen door behulpzame sociale factoren te versterken en ontkrachtende sociale factoren tegen te gaan zodat de last van symptomen vermindert in patiënten met dyspneu en hun verzorgers.

Datum:1 nov 2014 →  26 mrt 2019
Trefwoorden:Dyspnea, Social factors, Neural processing
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project