< Terug naar vorige pagina

Project

"Het is een kwestie van voortdurend afstemmen": een exploratie van koppelcommunicatie tijdens kinderkanker of het verlies van een kind aan kanker.

Wanneer ouders geconfronteerd worden met een kankerdiagnose bij hun kind, of het overlijden van hun kind aan kanker, wordt er vaak verondersteld dat het helpend is om de emotionele impact ervan te delen binnen de partnerrelatie, als een manier om zowel als individu en ook als koppel hiermee verder te kunnen. Ongetwijfeld is het kunnen spreken met elkaar over de emoties die hiermee gepaard gaan een mogelijke manier om verbonden te blijven en elkaar te steunen in emotioneel moeilijke periodes. Echter, het spreken met elkaar als partners in de context van kinderkanker of het rouwen om een kind, blijkt vaak een grote uitdaging te zijn.

In de literatuur wordt er verrassend weinig aandacht besteed aan de betekenissen van het niet spreken met de partner over emoties. Het is zeldzaam dat onderzoekers het niet spreken, of de stilte tussen partners, op een waarderende manier benaderen. Echter, vanuit een dialectisch perspectief op communicatie in persoonlijke relaties, worden zowel de meerwaarde van spreken alsook van niet spreken benadrukt. Er is de nood tot open communicatie, en tegelijkertijd is er ook de nood aan privacy en stilte tussen partners in een relatie.

Dit doctoraatsproject heeft het doel om het proces van koppelcommunicatie (het spreken én niet spreken met elkaar) in de context van kinderkanker en rouw om een kind,  te exploreren.  Meer specifiek willen we vooral de betekenissen van het niet spreken met elkaar beter begrijpen. Ons project omvat tevens de exploratie van de belevingen en perspectieven van de hulpverleners die werken met ouders wiens kind in behandeling is voor kanker.

Dit kwalitatief onderzoek kadert in een dialectische benadering op communicatie, en draagt bij tot de recente maar beperkte literatuur rond het niet spreken en stiltes in de rouwliteratuur, en is volledig nieuw in de literatuur rond kanker.

In dit onderzoeksproject deden we vijf studies in twee fasen. Verschillende methodologieën in kwalitatief onderzoek werden gebruikt bij drie verschillende groepen deelnemers. In een eerste fase exploreerden we de verhalen van rouwende ouders na het verlies van hun kind aan kanker. Hierin vonden we dat het complex proces van koppelcommunicatie voor velen gestart is tijdens de periode van behandeling van het kind.  In een tweede fase onderzochten we dan dezelfde onderzoeksvragen bij ouders wiens kind in behandeling is. Daarenboven exploreerden we niet enkel de communicatie tussen deze ouders maar ook met de hulpverleners op kinderoncologie afdelingen.

Onze bevindingen wijzen erop dat de koppelcommunicatie in tijden van kinderkanker en rouw om een kind, een complex proces is.  De meeste ouders spreken amper met elkaar over hun emoties in deze periode. Het niet spreken kunnen we begrijpen vanuit een voortdurende afstemming van ouders met zichzelf en met de partner, als een manier om zichzelf en de relatie te beschermen en verder te kunnen gaan.

Datum:1 mrt 2009 →  19 feb 2019
Trefwoorden:Grief, Childhood cancer, Couple communication
Disciplines:Psychiatrie en psychotherapie, Verpleegkunde, Andere paramedische wetenschappen, Klinische en counseling psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project