< Terug naar vorige pagina

Project

Geïntegreerde beheersingsstrategie van grondgebonden schimmels en nematoden in bladgroenten onder glas (IWT FUNSLA)

Centrale onderzoeksvraag/doel

De belangrijkste schimmelpathogenen in de teelt van botersla onder glas zijn Pythium spp., Sclerotinia spp., Rhizoctonia solani en Botrytis cinerea. Ze veroorzaken een gelijkaardig ziektebeeld: het rotten van de onderste bladeren, ook wel smet genoemd. Daarnaast duiken regelmatig problemen op met de nematoden Paratylenchus sp. en Pratylenchus  penetrans.  Bovendien is sinds 2015 een verwelkingsziekte veroorzaakt door Fusarium oxysporum f.sp. lactucae vastgesteld. Deze pathogeen verspreidt zich enorm snel over de hele productieregio in Vlaanderen in serres met botersla. De doelstelling van het FUNSLA-project was het opvullen van kennishiaten over schade veroorzaakt door nematoden en hun populatiedynamica, de biologie en epidemiologie van grondgebonden schimmels, en de invloed van omgevingsfactoren hierop. Resultaat moet een geïntegreerde bestrijdingsstrategie zijn, voor smetpathogenen en nematoden, waarbij de telers worden bijgestaan, o.a. via een app voor slaziekten. Het project FUNSLA maakt ook een SWOT-analyse rond de chemische en biologische gewasbescherming voor de slateelt.

 


Onderzoeksaanpak

De IPM-strategie voor de bestrijding van nematoden en grondgebonden pathogenen steunt op verschillende peilers, namelijk het vermijden van inoculumopbouw, het verhinderen van infecties en het voorkomen van overbodige bespuitingen en grondontsmettingen. Er zijn schadedrempels bepaald voor de nematoden Paratylenchus sp. en Pratylenchus penetrans in potproeven. Er is een serie opgesteld van bladgewassen waarin de aaltjes minder of niet toenemen. Daarnaast is via regelmatige analyses van grond de populatieopbouw van nematoden opgevolgd en via analyses van kropsla met smetsymptomen de expressie van schimmelsymptomen gemonitord en gerelateerd aan de omgevingsfactoren. Voor F. oxysporum f.sp. lactuae zijn er voor het eerst in ons land verschillende isolaten verzameld en geïdentificeerd, noodzakelijk om inzichten te verwerven in de verspreiding en het opbouwen van een verder strategie. Met de opgedane kennis zijn aanbevelingen geformuleerd die chemische behandelingen tegen grondgebonden pathogenen kunnen verminderen.


Relevantie/Valorisatie

De markt van sla dwingt telers om sterk in te zetten op kostprijsefficiëntie, zodat zij zich moeten specialiseren in één teelt. Het jaar rond telen van een monocultuur botersla brengt echter problemen met bodemgerelateerde ziekten en nematoden met zich mee. De voortdurende aanwezigheid van waardplanten zorgt immers voor een snelle inoculumopbouw van die ziekten en plagen in de serregrond. Het inzetten van fungiciden via bladbespuitingen en chemische grondontsmetting tegen scleroten van schimmels en nematoden wordt aan de andere kant meer en meer aan banden gelegd. De in FUNSLA opgedane kennis ondersteunt de telers bij de beslissing voor het toepassen van chemische middelen of alternatieven. Voor de nieuwe slaziekte, Fusarium, zijn basisgegevens verzameld voor een vervolgproject. De analyse van het slateeltsysteem wijst in de richting van een aanpak die niet meer louter gericht is op economische profit, maar waar meer duurzaamheid moeilijk te realiseren valt in het huidige marktsysteem.

 


Financiering
VLAIO

Externe partner(s)
Inagro
PCG - Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw
PSKW - Proefstation voor de groententeelt Sint-Katelijn-Waver
UGent
Datum:1 sep 2015 →  31 aug 2019