< Terug naar vorige pagina

Project

Interceptie, vastlegging en translocatie van radionucliden in landgebouwgewassen in serreomstandigheden en onder benevelingsirrigatie

De productie en toepassing van nucleaire energie heeft geleid tot een verhoogde radioactiviteit in het milieu, resulterend in een verhoogde blootstelling van mensen aan ioniserende straling. Een van de belangrijkste blootstellingsroutes is de opname van radionucliden via voedselgewassen. Landbouwgewassen kunnen besmet raken door een direct vervuiling van de plantoppervlakten blootgesteld aan de atmosfeer, of via indirecte vervuiling wanneer de radionucliden worden afgezet in de bodem en opgenomen worden door de wortels samen met water en nutriënten. Eerder onderzoek toonde aan dat voor de meeste radionucliden en gewassen de contaminatie via atmosferische interceptie veel groter is dan via wortelopname gedurende het eerste jaar na een nucleair ongeval, of als de contaminatie gebeurt via de irrigatie met vervuild water. Een goede inschatting van de opname via bladeren is daarom noodzakelijk om de blootstelling via het gebruik van besmet voedsel betrouwbaar te kunnen inschatten. Ondanks het belang van de contaminatie via bladdepositie, zijn er nauwelijks data beschikbaar om deze bladopname te modelleren. Hierdoor is er een grote onzekerheid geassocieerd met de besmetting van voedselgewassen via bladopname, en worden er zeer eenvoudige benaderingen gebruikt om deze contaminatie in te schatten. Vier processen zijn verbonden met de contaminatie van planten via bladopname. Deze zijn: de interceptie door de atmosferische plantendelen, de weerhouding na verweringsprocessen, de absorptie in de plant en de translocatie in de plant naar andere plantendelen zoals wortels of vruchten. Om de grote onzekerheid in verband met bladopname weg te werken zullen experimenten uitgevoerd worden om deze vier processen te onderzoeken in functie van het beschouwde element, de plantensoort, het ontwikkelingsstadium van de plant en de tijd na contaminatie. Hierbij zal ook aandacht gegeven worden aan omgevingsfactoren. De bedoeling van dit doctoraatsvoorstel is om data aan te leveren over interceptie, retentie en translocatie van radionucliden tijdens de verschillende plantontwikkelingsstadia waarbij de blootstelling zal gebeuren via natte depositie via vernevelingsirrigatie. De belangrijkste onderzoeksvraag hierbij is of de interne plantcontaminatie voornamelijk bepaald wordt door de hoeveelheid bladeren en de geïntercepteerde hoeveelheid op bladniveau. Een andere onderzoeksvraag is of het mogelijk is om een onderscheid te maken tussen de hoeveelheid nucliden weerhouden op het bladoppervlak en de intern geabsorbeerde hoeveelheid. Bovendien zal onderzocht worden of de chemische vorm van de radionuclide meer of minder belangrijk is dan het verschil tussen planten.
Datum:1 nov 2016 →  30 apr 2021
Trefwoorden:BROEIKASEFFECT
Disciplines:Engineering van biomaterialen, Biologische systeemtechnologie, Biomateriaal engineering, Biomechanische ingenieurswetenschappen, Andere (bio)medische ingenieurswetenschappen, Milieu ingenieurswetenschappen en biotechnologie, Industriële biotechnologie, Andere biotechnologie, bio-en biosysteem ingenieurswetenschappen
Project type:Samenwerkingsproject