< Terug naar vorige pagina

Project

Therapeutische manipulatie van het darm microbioom in inflammatoire darmziekten

De ziekte van Crohn (CD) en colitis ulcerosa (CU) zijn idiopathische inflammatoire darmaandoeningen (IBD). Ze worden gekenmerkt door een chronische terugkerende ontsteking van de darmen. IBD presenteert zich meestal in de adolescentie of op  jong volwassen leeftijd. De incidentie neemt wereldwijd toe. De conventionele behandelingsopties (5-aminosalicylates, thiopurines, methotrexate and/or biological agents as anti-TNF antibodies of vedolizumab) richten zich op het onderdrukken van de chronische darmontsteking. Deze blijken niet voor iedereen succesvol. Een heelkundige darmresectie blijft voor een belangrijk deel van de patienten de enige (tijdelijke) oplossing.

De complexe pathogenese van IBD blijft een raadsel. Er is steeds meer evidentie dat IBD zou ontstaan door een abnormale imuunrespons tegen commensale microbiota in een genetisch voorbeschikte gastheer. Omgevingsfactoren zouden de ziekte of een opstoot ervan kunnen uitlokken. Microbiota zouden een centrale rol spelen in het ontstaan en onderhouden van inflammatoir darmlijden. De compositie van de darmmicrobiota en de aan- of afwezigheid van specifieke species zijn belangrijk in de homeostase en de tolerantie van ons immuunsysteem. Manipulatie van de darm microbiota om de “dysbiose” te herstellen zouden een belangrijk therapeutisch potentieel hebben in IBD.

In dit onderzoeksproject willen we de darmmicrobiota van CU patienten manipuleren door het uitvoeren van stoelgangtransplantaties (FMT). Dit is het transfereren van de  darmmicrobiota van een donor naar een patient. Dit zou een veelbelovende behandeling voor IBD patienten kunnen zijn. FMT is reeds een veel gebruikte therapie voor refractaire en terugkerende Clostridium difficile infecties. Er zijn nog een aantal belangrijke vragen omtrent het gebruik FMT in IBD patienten, waaronder het effect van donor pre-screening, het gebruik van dieet en het belang van herhaalde FMT toedieningen. Hiervoor hebben wij een multicentrische interventionele studie opgezet om deze vragen te beantwoorden.

Wat het effect is van biologicals (anti-TNF, anti integrin en anti IL12/23) op de samenstelling van het microbioom, maar ook hoe de samenstelling van je microboom je kans op een therapiesucces kan beïnvloeden, is nog niet goed bestudeerd. Een aantal studies suggereerden dat het microbioom een potentiele biomarker kan zijn om therapiesucces te voorspellen. In het 2de deel van dit onderzoeksproject willen we dit aspect verder bestuderen. We willen nagaan of de verschillende microbiele profielen kunnen gebruikt worden als acitiviteitsmerker of predictor van therapiesucces.

 

Datum:1 aug 2016 →  9 dec 2021
Trefwoorden:Microbiome
Disciplines:Ontdekking en evaluatie van biomarkers, Ontdekking en evaluatie van geneesmiddelen, Medicinale producten, Farmaceutica, Farmacognosie en fytochemie, Farmacologie, Farmacotherapie, Toxicologie en toxinologie, Andere farmaceutische wetenschappen, Gastro-enterologie en hepatologie, Endocrinologie en metabole ziekten
Project type:PhD project