< Terug naar vorige pagina

Project

Het spookbeeld 'stijl'. Verschuivende interpretaties in het twintigste-eeuwse architectuurvertoog in China

Anders dan in Europa, vond het begrip ‘stijl’ pas ingang in China wanneer architectuur was ingeburgerd als een modern discipline in het begin van de 20e eeuw. Hierna stonden Chinese architecten voor de rest van de eeuw voor de vraag: “In welke stijl zullen we bouwen?” Deze dissertatie bestudeert de discussies omtrent stijl in het architectuurvertoog, en beschouwt (a) de verschuivende opvattingen van het begrip stijl in de context van de Chinese architectuur; en (b) de redenen waarom het begrip stijl China heeft achtervolgd voor bijna een hele eeuw.

Deze studie focust op drie opeenvolgende discussiegolven omtrent stijl. Met de ontwikkeling van architectuur als een nieuwe discipline in het begin van de 20e eeuw dook in China de notie van een historische stijl op alsook de mogelijkheid tot keuze tussen verschillende stijlen. Als een nieuw begrip, werd ‘stijl’ eerst vertaald met de bestaande term shiyang (式样), een woord dat de traditionele termen shi (式) en yang (样) combineerde. Het vertalen van ‘stijl’ als shiyang maakte dat het initiële verstaan van het begrip ‘stijl’ gekenmerkt werd door de scheiding tussen de structuur van architectuur en haar verschijning. In de jaren ’50 veranderde de manier waarop stijl werd begrepen wanneer fengge (风格), een term uit de politieke richtlijnen over literatuur en kunst, shiyang verving als gehanteerde term voor het begrip ‘stijl’. Beïnvloed door het principe “socialistisch in inhoud en nationaal in vorm” (社会主义内容民族形式) uit de Sovjet-Unie en door de revolutionaire vertogen van Mao Zedong (毛泽东, 1893-1976), traden de discussies over stijl, inhoud en vorm buiten de oevers van de academische theorie en werden ze politiek geladen. De politisering van het architectuurvertoog in deze periode manifesteerde zich in twee aspecten: ten eerste deden professionele discussies beroep op Mao’s terminologie, en ten tweede namen die discussies zelf karaktertrekken van politieke discussies over. Wanneer in de jaren ’80 China zich opende naar het Westen toe en de ideologische controle verminderde, gingen de discussies over stijl deel uitmaken van het grote sociale project van de modernisering. Het postmodernisme, dat het dilemma tussen het modernisme en de neostijlen leek op te lossen en tevens stijl in termen van symbolen en betekenissen begreep, kreeg de voorkeur in het ontwerp. Vanaf de jaren ’90 hebben de groeiende markten, de internationalisering en de opening van het architectuurberoep naar de rest van de wereld toe de aandacht van Chinese architecten verlegd van een zoektocht naar stijl, naar een bredere professionele horizon.

In deze dissertatie wordt gesteld dat ‘stijl’ niet altijd in dezelfde zin werd begrepen en dat de connotaties en functies ervan variabel waren. Het vertoog over stijl heeft haar historisch karakter bewezen in de zin dat het debat over stijl is ontstaan en weggeëbd in veranderende historische omstandigheden en met verschillende motivaties en betekenissen. Het onderzoek legt de verschillende lagen van dimensies van discussie in twintigste-eeuwse architectuurvertogen in China in verschillende sociale, politieke en disciplinaire contexten bloot.

Datum:18 apr 2013 →  25 sep 2018
Trefwoorden:Style, Architectural discourses, 20 century China
Disciplines:Maatschappelijke gezondheidszorg, Theorie en methodologie van de historische wetenschappen, Stedelijk en regionaal ontwerp, ontwikkeling en planning, Ingenieurswetenschappen in de architectuur, Architectuur, Interieurarchitectuur, Architecturaal design, Kunststudies en -wetenschappen
Project type:PhD project