< Terug naar vorige pagina

Project

De receptie van Platos khôra in de vroegmoderne tijd (1400-1650).

Wat blijft er over wanneer men het materiële universum tot zijn basisbestanddeel reduceert? Van in het begin werd de wijsbegeerte geconfronteerd met de moeilijkheid dit vreemde substraat conceptueel te vatten, aangezien het wezenlijk onbepaald is. Het aanvaarden van deze onderliggende natuur wijst de wijsbegeerte dan ook op haar eigen beperkingen: in het midden van het filosofische systeem bevindt zich iets wat niet door het discursieve denken gevat kan worden. Dit probleem kent een lange traditie, die begint bij Plato en werd voortgezet door diens leerling Aristoteles. Ogenschijnlijk werd dit onbegrijpelijke element pas in de zeventiende eeuw uit het filosofisch-wetenschappelijke discours verdreven, wegens een verschillende benadering van materie. Dit project wenst dit probleem te behandelen door middel van de receptiestudie van een emblematisch concept gelanceerd door Plato. Deze laatste refereert aan het bovenvermelde substraat als een receptakel van de Ideeën. Volgens Pla to is deze derde soort onzichtbaar, vormeloos en slechts begrijpelijk door middel van een soort bastaardredenering. Het project zal zich vooral toespitsen op de vroegmoderne tijd (1400-1650), daar deze specifieke periode gekenmerkt werd door een intens en hernieuwd contact met de oudheid, en getuige was van de opkomst van een nieuw materieconcept.
Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2015
Trefwoorden:Platonic Tradition, Matter, Early Modern Philosophy, Timaeus, Receptacle, khôra
Disciplines:Theorie en methodologie in de filosofie, Geschiedenis, Geschiedenis en grondbeginselen van de wiskunde, Filosofie, Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd