< Terug naar vorige pagina

Project

Kinematica van de Ruiter, Fysieke Fitheid en Kinesitherapeutische Opvolging: een Vergelijkende Studie Tussen Simulator en Echt Paard

Het meten van de biomechanica van paard en ruiter in een gecontroleerde omgeving is een uitdaging. Dit zou kunnen verklaren waarom het effect van asymmetrie op de prestaties van de paardensport slechts weinig aandacht heeft gekregen, in tegenstelling tot het effect op atletische prestaties. Om te objectiveren of symmetrie van paard en ruiter belangrijk is voor betere prestaties en welzijn, kan het gebruik van een gecontroleerde simulator voordelig zijn. Op simulatoren gebaseerde training is inderdaad bekend voor andere trainingsdoeleinden (bijvoorbeeld bij piloten van luchtvaartmaatschappijen, maar ook bij studenten geneeskunde en diergeneeskunde). Recent is er een nieuwe generatie simulatoren ontwikkeld speciaal voor paardensporttrainingen. De simulator geeft een objectieve meting van de positie van de ruiter in het zadel (op basis van vier druksensoren in het zadel) en van de teugelhulpen waarmee de ruiter het paard bestuurt (op basis van een krachtsensor in elke teugel). De simulator kan geprogrammeerd worden voor specifieke disciplines zoals dressuur, jumping of eventing en reageert op de hulpen die de ruiter geeft. Er is reeds aangetoond dat het trainen van de positie, bewegingen en nauwkeurigheid van de hulpmiddelen van de ruiter met behulp van een simulator de prestaties van de ruiter verbetert, zoals blijkt uit veranderingen in de elleboog-, schouder-, heup-, knie- en enkelhouding naar een meer opgerichte positie. In mijn recent gepubliceerde masterproef ontdekten we dat ervaren dressuurruiters significant minder variabiliteit in kracht lieten zien in de teugels op een simulator in vergelijking met beginnende ruiters, wat suggereert dat een simulator een nuttig hulpmiddel kan zijn om de houding van een ruiter te evalueren. Toch worden simulatoren tot nu toe nog niet veel gebruikt. Dit niet alleen vanwege hun hoge kostprijs en daardoor beperkte toegankelijkheid voor training, maar ook omdat specifieke trainingsdoelen op de simulator qua fysieke prestatie nog niet volledig zijn uitgediept. Ook toonden verschillende onderzoeken al aan dat het rijden op een echt paard sterk verschilt van het rijden op een simulator: De simulator heeft een kleinere dorso-ventrale en medio-laterale verplaatsing in combinatie met een grotere cranio-caudale verplaatsing in vergelijking met een echt paard. Bovendien is de cranio-caudale verplaatsing van de simulator ongeveer 180 graden uit fase met die van een echt paard. Bovendien brengt het berijden van een paard een meer uitdagende proprioceptieve omgeving met zich mee en is fysiek zwaarder dan het berijden van een simulator. Bereden paarden kunnen, in tegenstelling tot de simulator die in dit onderzoek wordt gebruikt, zich op elk moment op een onvoorspelbare manier gedragen, wat een onmiddellijke en onverwachte reactie van de ruiter vereist. Deze observaties geven aan dat de rijsituatie op een paard veel complexer is dan op een simulator. De simulator is een veilig en handig hulpmiddel om de zit van een ruiter te corrigeren naast de training op een paard, maar kan de training op een echt paard niet volledig vervangen. Hoewel de simulator een groot voordeel heeft om een gecontroleerde, objectieve meting van de biomechanica van de ruiter te bieden, is het verschil tussen de kinematica van de ruiter op een simulator en op een echt paard nog niet volledig bekend. Een beter begrip van de verschillen in bewegingsgedrag in beide situaties kan leiden tot een betere interpretatie van de objectieve metingen die de simulator levert. Op dit moment is er weinig consensus over welke fysieke factoren de optimale rijpositie bepalen en leiden tot betere prestaties. Ruitersymmetrie en flexibiliteit hebben de meeste aandacht gekregen in onderzoek. Flexibiliteit in romp, heupen en bekken wordt gezien als een voorwaarde voor een soepele zithouding. Andere studies suggereerden dat uithoudingsvermogen, reactietijd, houdingscontrole en spierkracht positief geassocieerd zijn met de prestaties van de ruiter. Een studie toonde aan dat dressuurruiters van een hoger niveau meer links-rechts verschillen hadden in lateroflexie en schouderhoogte en een verhoogde prevalentie van pijn rapporteerden. Dit geeft aan dat dressuurrijden op hoog niveau asymmetrie van de berijder en de mogelijke ontwikkeling van chronische rugpijn veroorzaakt in plaats van de symmetrie te verbeteren. Bovendien bleek uit een ander onderzoek dat de prevalentie van lage rugpijn (LBP) bij ruiters in het leven maar liefst 81% is. Professionele ruiters vertoonden een significant hogere prevalentie van rugpijn dan amateurs. Deze bevindingen onderstrepen het belang van verder onderzoek naar de mogelijke oorzaken en oplossingen voor LRP bij ruiters. Studies hebben aangetoond dat manuele kinesitherapie-interventies in het onderste deel van de romp en het bekkengebied [1] gericht op motorische controle, mobiliteit en soft tissue technieken de asymmetrie van de ruiter kunnen verminderen en de balans kunnen verbeteren. Dit suggereert dat het opsporen van fysieke tekortkomingen van de ruiter door middel van een kinesitherapeutische screening belangrijk kan zijn om interventies gericht op het verbeteren van de prestaties en het welzijn van de ruiter te begeleiden. Daarom beoogt dit doctoraatsplan (1) het verschil in kinematica van de ruiter op een simulator te onderzoeken in vergelijking met een echt paard. (2) Een verband vinden tussen fysieke fitheid, prevalentie van lage rugpijn en kinematica van de ruiter door gebruik te maken van een gestandaardiseerde kinesitherapeutische screening en een LRP vragenlijst. (3) Het effect van een kinesitherapeutische interventie (opvolgingsperiode met individueel kinesitherapeutisch oefenprogramma) analyseren.

Datum:17 feb 2023 →  2 okt 2023
Trefwoorden:Equestrian Biomechanics, Equestrian Simulator, Physiotherapy, Physicall Fitness, Dressage
Disciplines:Fysiotherapie, Biomechanica
Project type:PhD project