< Terug naar vorige pagina

Project

De veranderende werkwereld: evoluerende wettelijke bescherming voor atypische werknemers – de casus van identiteitsgebonden werkgevers (OZR3990)

De ‘klassieke’ arbeidsovereenkomst (i.e. een voltijdse
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur) geeft meer en meer aan
terrein prijs. Atypische arbeidsvormen duiken steeds vaker op. Hiertoe
kunnen velerlei redenen worden aangehaald die grotendeels terug te
brengen zijn tot veranderingen in de maatschappij en de economie. Denk
aan de mondialisering, de vergrijzing van de beroepsbevolking, de
technische vooruitgang, de digitalisering, etc. De opkomst van
allerhande bijzondere arbeidsvormen werkt ook de juridisering in de
hand. Vaak gaat een atypische arbeidsrelatie gepaard met een specifiek
juridisch kader. Mede hierdoor wordt het klassieke (federale)
arbeidsrecht in het nauw gedreven. In België speelt daarenboven ook de
factor van de defederalisering, waardoor meer een meer bevoegdheden
aan de deelentiteiten worden toegekend. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld
de gemeenschappen of de gewesten optreden op terreinen die
voorheen op uniforme wijze door de federale regelgever werden
geregeld. De vraag rijst in hoeverre de regelgeving die van toepassing is
op de tewerkstelling van atypische werknemers, in de meest ruime
betekenis van het woord, de (arbeidsrechtelijke) bescherming
beïnvloedt.
Dit centrale onderzoeksthema biedt de mogelijkheid om te focussen op
verschillende onderzoekslijnen die bijvoorbeeld verband houden met
tijdelijke arbeid, uitzendarbeid, de tewerkstelling in identiteitsgebonden ondernemingen, de rechtspositie van het
onderwijspersoneel, etc.
Zoals reeds gesuggereerd betreft één van de aspecten van het centrale
onderzoeksthema de tewerkstelling in zogenaamde
‘identiteitsgebonden ondernemingen’ (Tendenzbetrieb of Entreprise de
tendance). In concreto spitst dit onderzoeksproject toe op de vermeende
verregaande mogelijkheden waarover vrije onderwijsinstellingen als
identiteitsgebonden werkgevers beschikken teneinde hun
personeelsbeleid vorm te geven. De voornaamste doelstelling van het
onderzoek is de vermeende unieke status van dit specifieke type van
werkgever te analyseren. In dit kader wordt onderzocht over welke
mogelijkheden identiteitsgebonden ondernemingen beschikken
teneinde de grondrechten van hun werknemers te beperken, dan wel
om hun personeel ongelijk te behandelen. Verwacht wordt dat het
onderzoek zal verduidelijken in hoeverre identiteitsgebonden
werkgevers beperkingen kunnen opleggen ten aanzien van bijvoorbeeld
het recht op privéleven of de vrijheid van geloof van (toekomstige)
werknemers. Daarnaast zal het onderzoek inzicht bieden in de mate
waarin deze werkgevers hun (toekomstig) personeel ongelijk kunnen
behandelen door specifieke eisen te stellen die verband houden met
bijvoorbeeld het geloof dat zij dienen aan te hangen. Hoewel het
onderzoek toespitst op een specifieke categorie van identiteitsgebonden
werkgevers (i.e. binnen het vrij onderwijs), zal het onderzoek ook nuttige
resultaten opleveren die meer in het algemeen de status van
identiteitsgebonden werkgevers verduidelijken.
Aangezien identiteitsgebonden werkgevers, al dan niet binnen het
onderwijs, alomtegenwoordig zijn en vaak een prominente rol spelen op
diverse terreinen van de samenleving (denk bijvoorbeeld aan een
humanistische vereniging, een Joodse school, een katholieke
zorginstelling, etc.), wordt verwacht dat het onderzoek zowel vanuit
maatschappelijk als wetenschappelijk oogpunt een grote impact zal
hebben. Het onderzoek zal bovendien nieuwe inzichten bieden over o.m.
de relatie tussen het Europees en het internationaal recht, de
verhouding tussen het arbeidsrecht en grondrechten en/of het
discriminatierecht, etc.
Datum:1 okt 2022 →  Heden
Trefwoorden:Religieus-ethos werkgever, onderwijs, gelijke behandeling, mensenrechten, personeelsbeleid
Disciplines:Arbeidsrecht, Mensenrechtenwetgeving, Europees recht, Juridische theorie, jurisprudentie en juridische interpretatie, Rechten niet elders geclassificeerd