< Back to previous page

Publication

De efficiëntie van indirect optellen bij aftrekkingen tot 1000: Ook bij opgaven zonder overbrugging?

Journal Contribution - Journal Article

Previous research on mental subtraction with numbers up to 1000 has repeatedly demonstrated the superior efficiency of indirect addition to direct subtraction. That research, however, always used subtractions with borrowing (e.g., 814 ˗ 786 = ?). Therefore, we investigated the efficiency of indirect addition for subtractions without borrowing (e.g., 824 ˗ 611 = ?). Fifty-five pupils from the sixth grade, divided into an mathematically above-average and below-average group, received a series of 15 subtractions with a small, medium or large difference between minuend and subtrahend, offered in a no-choice direct subtraction and a no-choice indirect addition condition. Indirect addition led to more accurate solutions for both stronger and weaker pupils than direct subtraction. On the other hand, indirect addition in both groups was performed slower than direct subtraction, except on items with a small difference. These results require further research into the generalizability of these findings and their causes. In eerder onderzoek op het gebied van hoofdrekenend aftrekken tot 1000 werd de superieure efficiëntie van indirect optellen ten opzichte van direct aftrekken meermaals aangetoond. In dat onderzoek werd er echter steeds gebruik gemaakt van opgaven met minstens een overbrugging (bijv. 814 – 786 = ?). Daarom gingen we in de huidige studie de efficiëntie van indirect optellen na bij aftrekopgaven zonder overbrugging (bijv. 824 – 611 = ?). Vijfenvijftig leerlingen uit het zesde leerjaar (= groep 8), opgesplitst in een onder- en bovengemiddelde groep, kreeg een reeks van 15 aftrekopgaven met een klein, middelmatig of groot verschil tussen aftrektal en aftrekker ̶ aangeboden in twee geen-keuzecondities. In de ene conditie moesten ze alle opgaven oplossen met de direct aftrekstrategie en in de andere via de indirecte optelstrategie. Indirect optellen leidde zowel bij alle leerlingen tot meer accurate oplossingen dan direct aftrekken. Dit gold niet alleen voor opgaven met een klein verschil, waarvoor indirect optellen als de meest passende strategie wordt beschouwd, maar ook voor de twee andere opgaventypes. Anderzijds werd indirect optellen in beide niveaugroepen trager uitgevoerd dan direct aftrekken, behalve voor de oefeningen met een klein verschil. Deze resultaten vragen om verder onderzoek naar de veralgemeenbaarheid van deze bevindingen en de oorzaken ervan.
Journal: Pedagogische Studiën
ISSN: 0165-0645
Issue: 4
Volume: 96
Pages: 245 - 260
Publication year:2019
BOF-keylabel:yes
IOF-keylabel:yes
BOF-publication weight:0.1
CSS-citation score:1
Authors from:Higher Education
Accessibility:Open