< Back to previous page

Publication

Democratisering van de luxe? Radio en zijn publiek voor de komst van de Belgische televisie

Book Contribution - Chapter

In dit hoofdstuk onderzoeken we hoe de Belgische publieke radio-omroep (het NIR) tijdens de eerste decennia (1930-1939 en 1944-1953) nadenkt en invulling geeft aan zijn centrale opdracht, namelijk 'publieke dienstverlening ten aanzien van de luisteraars'. Het NIR bezit op dat ogenblik een omroepmonopolie, waarbinnen voor de Tweede Wereldoorlog zendtijd wordt verleend aan politiek gekleurde omroepverenigingen (zie hoofdstuk 2 in dit boek) en na de Tweede Wereldoorlog aan gewestelijke zenders. Televisie-uitzendingen zijn nog toekomstmuziek en gaan pas officieel van start op 31 oktober 1953. De publieke radio geniet op dat moment de status die televisie momenteel heeft. In de beginjaren is luisteren naar de radio een huiselijke aangelegenheid waarbij de hele familie zich aandachtig schaart rondom het vaststaande radiotoestel in het midden van de huiskamer. Pas vanaf het begin van de jaren 1960 zullen draagbare radiotoestellen dit luistergedrag wijzigen.

Dit hoofdstuk verduidelijkt op welke manier de omroep in deze beginperiode (1930-1953) concreet invulling geeft aan zijn opdracht tot publieke dienstverlening via de drie inhoudelijke pijlers: informatie, educatie en ontspanning (hoofdstuk 1 in dit boek) en wat daarbinnen de taak is van het muziek- en publieksbeleid en de verschillende orkestformaties.

Muzieksociologisch en communicatiewetenschappelijk onderzoek naar de vroege omroepgeschiedenis duidt op een ongelijke machtsverhouding tussen de radiodirectie en het bestuur van de omroep enerzijds en de luisteraars anderzijds. Vanuit een paternalistische houding bepaalt de culturele elite, wiens vertegenwoordigers - de 'omroepintellectuelen' - de omroep bevolken, dat de radio de taak heeft om hoogstaande en kwaliteitsvolle cultuur te spreiden onder de bevolking. Daarenboven bepaalt deze elite daarbij de norm van wat kwaliteit inhoudt, waardoor het radio-instituut en de medewerkers op dat ogenblik een groot prestige genieten. Bovendien biedt het medium voor veel luisteraars een eerste kennismaking met het genre 'klassieke, ernstige muziek', dat voordien enkel een privilege was voor de gegoede klasse (Kumar, 1986; McDonnell, 1991; Pegg, 1983; Raboy, 2003; Scannell & Cardiff, 1991; Tracey, 1998). Voor directeur-generaal van de Vlaamse uitzendingen Jan Boon ligt hier dan ook de kernopdracht van de omroep met name 'een democratisering van de luxe' (Boon, 1956).

Wetenschappers van die tijd (Adorno, 1979; Van Dijk, 1953) wijzen erop dat radio een fundamenteel nieuwe manier van muziek beleven biedt in vergelijking met de beluistering van een concert in de concertzaal. Bij een radio-uitzending kan de luisteraar immers in zijn vertrouwde, huiselijke omgeving blijven en kiezen op welke programma's hij afstemt, waardoor hij - bij wijze van spreken - het 'concertgebeuren' mee stuurt. Maar er is ook een sociaal aspect. Hoewel de luisteraar solitair is binnen zijn huiskamer, is hij toch collectief verbonden in een fictieve radiogemeenschap. De concertzaal bezit een andere sociale dimensie waar 'zien en gezien worden' centraal staat (Adorno, 1979; Suchman, 1979).

Om te kijken hoe het NIR over deze 'publieke dienstverlening' nadenkt en hieraan invulling geeft, onderzoeken we vooreerst op directieniveau het beleid van drie centrale omroepmedewerkers, met name directeur-generaal Jan Boon (1939-1960), muziekdirecteur Paul Collaer (1936-1953) en dirigent Arthur Meulemans (1931-1935). Ten tweede onderzoeken we in welke mate hun visies al dan niet gedeeld worden door de raad van bestuur (RvB) (toenmaals raad van beheer genoemd) en het dagelijks bestuur (DB). In de RvB zetelen, naast de minister van Post, Telegrafie en Telefonie alsook zijn afgevaardigde, negen politiek benoemde leden. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door een vaste kern van deze raad van bestuur.
Book: Het orkest. Van het radio-orkest tot Brussels Philharmonic in Flagey
Pages: 91-106
Number of pages: 15
ISBN:978-94-014-0793-9
Publication year:2013
Keywords:public service broadcasting
  • ORCID: /0000-0001-8273-8989/work/84664094
  • VABB Id: c:vabb:376032