< Back to previous page

Publication

Doctoreren aan Vlaamse universiteiten 1991-2002

Book Contribution - Chapter

Situering

Het proces van doctoreren is zowel vanuit economisch als vanuit HRM-standpunt een gebeuren met een belangrijke impact. Een kwaliteitsvol proces van doctoreren is in de eerste plaats van belang voor de loopbaan en de ontwikkeling van de jonge onderzoekers zelf. Daarnaast vormt de bijdrage geleverd door de vorming van doctorandi een belangrijk onderdeel van het wetenschappelijk onderzoek, en niet in het minst voor de kwaliteitsvolle opbouw van de Vlaamse kenniseconomie, gesteund op vernieuwend onderzoek.

Zowel de realisatie van de Europese Onderzoeksruimte in het Europa van de kennis, als het behalen van de Lissabon-norm vergen een drastische stijging van het aantalactieve vorsers. Ook Vlaanderen heeft nood aan voldoende hoog gekwalificeerde onderzoekers om zijn ambitie als kenniseconomie te kunnen waarmaken. Zowel via een verhoging van de instroom en begeleidingscapaciteit, als via een geheel van maatregelen ter verbetering van de efficiëntie van het proces kan de vraag naar meer gepromoveerden worden aangepakt. Dit laatste is dus vanuit meer dan één oogpunt een belangrijk aandachtspunt.

Met het onderzoeksproject 'Doctoreren aan Vlaamse universiteiten 1991-2002' nam de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid het verloop van en de determinerende parameters voor doctoreren aan Vlaamse universiteiten onder de loep en verschafte hierin een beter inzicht. De analyse beoogde o.m. in kaart te brengen in welke mate junioronderzoekers een doctoraat behalen, wat hierin de bepalende factoren zijn, wat de doorsnee duur van een doctoraatsperiode is. Voormelde VRWB-onderzoeksopdracht sloot aan bij een analoge studie uitgevoerd voor de K.U.Leuven en de UGent voor de periode 1984-1997, in het kader van het Programma Beleidsgericht Onderzoek (PBO). De VRWB hernam de eerdere studie onder de vorm van een verlenging van de observatietijd en een uitbreiding van de onderzochte populatie door alle Vlaamse universiteiten in de studie te betrekken.

Een interuniversitair samengestelde stuurgroep bereidde het project voor en stond in voor de begeleiding van het onderzoek. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies (CWTS) van de Universiteit Leiden, dat ook de data-analyse voor de PBO-studie had verricht. Om een goede aansluiting op de resultaten uit de voorgaande studie te verzekeren, werd dezelfde methodologie van gegevensverzameling en verwerking behouden. De door de vijf betrokken universiteiten opgestelde 'facultaire clusters' lieten toe om alle onderzoekers op een vergelijkbare wijze in een 'faculteit' onder te brengen.
Book: Kennis in wording. Het Vlaamse onderzoeks- en innovatiepotentieel
Pages: 37-50
Number of pages: 14
ISBN:978-94-90112-00-4
Publication year:2009
Keywords:PhD