Projecten
Het obese brein: de relatie tussen hersenstructuur, neurocognitief functioneren en motorische coôrdinatie bij obese kinderen. Universiteit Gent
Pediatric obesitas (OB) heeft een alarmerend niveau heeft bereikt en wordt geassocieerd met negatieve gezondheidsproblemen. Hoewel verschillende studies werden beperkt tot de betrekkingen tussen de OB en OB gerelateerd gedrag (bijvoorbeeld verminderde lichamelijke activiteit (PA), slechte motorische coördinatie), recente inzichten stelt de invoering van een derde factor, namelijk neurocognitieve functioneren (NF, aandacht, inhibitie, ...
Acute effecten van luchtverontreiniging op de respiratoire functies en het neurocognitief vermogen bij kinderen en de invloed van aanpassingen in levensstijl om blootstelling te beperken. Universiteit Antwerpen
Het obesitas brein: de relatie tussen hersenstructuren, neurocognitief functioneren en motorische coördinatie bij kinderen met obesitas Universiteit Gent
Dit voorstel zal in de Motor Control onderzoeksgroep onder leiding van Prof. M. Lenoir worden uitgevoerd. In deze groep ligt de nadruk op de motorische competentie bij kinderen en adolescenten (normaal ontwikkelende, DCD, hoogbegaafde kinderen, atleten) met ongeveer 10 lopende PhD projecten. De groep wordt internationaal erkend als een van de pioniers te richten op de mechanismen van de lagere motorische competentie in obese (OB) kinderen en ...
Neurocognitief onderzoek naar het ‘Zelf’ bij autismespectrumstoornis Universiteit Gent
Sociale moeilijkheden zijn een bepalend kenmerk van autismespectrumstoornis (ASS), een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Om die moeilijkheden te verklaren, is vooral het begrijpen van anderen bij ASS bestudeerd. Toch zijn er ook aanwijzingen dat er bij ASS belangrijke verschillen zijn in het ervaren van het ‘zelf’. Zo reageren jonge kinderen die later een ASS-diagnose krijgen veel minder als ze hun eigen naam horen. Volwassenen met ...
Op weg naar neurocognitie-sparende radiotherapie van hersen- en schedelbasistumoren: het modelleren van de nevenwerkingen en het gebruik van geavanceerde beeldvormingstechnieken ter karakterisatie van dosisafhankelijke veranderingen. KU Leuven
Gezien hersentumoren en schedelbasistumoren moeilijk te bereiken of volledig te verwijderen zijn met chirurgie speelt radiotherapie (RT) een heel belangrijke rol in de behandeling van deze patiënten. Echter veel van deze patiënten hebben een uitstekende prognose na de behandeling. Daarom zijn de lange termijns-nevenwerkingen dan ook van groot belang voor de levenskwaliteit van deze vaak jonge en actieve mensen. Achteruitgang in de ...
Het neuro-oncologisch connectoom: richting hub-gebaseerde analyses en neurocognitie-sparende therapie voor hersentumoren KU Leuven
Elk jaar wordt wereldwijd bij meer dan 300.000 patiënten een hersentumor gediagnosticeerd. Deze patiënten hebben vaak langdurige cognitieve deficits, hetgeen hun levenskwaliteit enorm beïnvloedt. De ontwikkeling en degeneratie van het brein bij volwassen en pediatrische patiënten worden beïnvloed door de laesie an sich, evenals door elk onderdeel van de behandeling (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie). Initiële neurale schade kan leiden ...
Verbeteren van de voorspelling van taalherstel na een beroerte door de inclusie van risico- en beschermende neurocognitieve factoren KU Leuven
Afasie is een taalstoornis die in de meeste gevallen wordt veroorzaakt door een cerebrovasculair accident - of nog, een beroerte - in de linkerhersenhelft. Ongeveer 15-45% van de patiënten met een acute beroerte heeft afasie, een aandoening die de communicatie erg belemmert en de levenskwaliteit drastisch beïnvloedt. In de eerste maanden na een beroerte treedt er een zekere mate van spontaan en therapiegerelateerd taalherstel op, maar bij ...
Hoogfunctionerende autismespectrumstoornis. Werkelijk? Socio-demografische, gedrags- en neurocognitieve voorspellers van adaptief functioneren, levenskwaliteit en internalizerendeexternalizende problemen. KU Leuven
In drie werkpakketten zullen we de relatie tussen de kenmerken van een individu (socio-demografische, gedrags- en neurocognitieve variabelen) en uitkomst onderzoeken. Inzicht in deze associatie zal ons helpen ogenschijnlijk inconsistente bevindingen te begrijpen en te verklaren.
Naar een neuro-cognitief model van angstvermijding KU Leuven
Hedendaagse biopsychosociale modellen van chronische pijn, zoals het vreesvermijdingsmodel (Vlaeyen et al., 2016; Vlaeyen and Linton, 2012, 2000), stellen dat pijngerelateerde angst een centrale rol speelt in de ontwikkeling en instandhouding van ervaren beperkingen. Echter, zoals besproken in Hoofdstuk 1, is onze kennis van de neuro-cognitieve mechanismen van pijngerelateerde angst nog steeds zeer beperkt. Dit bracht ons ertoe om een ...