Een historisch-hermeneutische studie van παροιμία en παρρησία in het Johannesevangelie. Een bijdrage aan de interpretatie van Johanneïsche taal in haar antieke retorische context KU Leuven
De beeldspraak in het Johannesevangelie lijkt verward en incoherent. Jesus wordt er voorgesteld als het lam (Joh 1,29), de herder van de schapen (10,1-16), en zelfs als de deur waardoor dezelfde herder de schapen naar de weidegrond leidt (10,1-9), enz. Men slaagt er niet in de Johanneïsche beeldspraak formeel in te delen noch er een omvattende omschrijving van te bieden. Geen enkele theorie is in staat om de oorsprong, de literaire vorm, de ...