Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "TRAUM (droom) + RAUM (ruimte) = TRAUMA" "Myriam Van Gucht" "AP Hogeschool Antwerpen, Art & Ecology" "TRAUM (droom) + RAUM (ruimte) = TRAUMA' heeft als doel de betekenis van trauma in zijn vele vormen te observeren en te analyseren hoe het de waarneming vormt, van het enkelvoudige tot het collectieve. We zijn getuige van ongelooflijke wanhoop, verlies en lijden, doch we kunnen ook kiezen om aan verandering te werken. De recente geschiedenis heeft het overbodige van veel zaken aangetoond en dat we de manier hoe we ons privéleven leiden moeten heroverwegen evenals een samenleving in het belang van het collectief welzijn. Wat gebeurt er als we beginnen te erkennen dat een groot deel van onze werkelijkheid door trauma's wordt bepaald? Wanneer wordt het aanpakken van trauma's een kwestie van sociale verantwoordelijkheid en crisispreventie? Trauma kan een passage zijn, een ritueel naar een ander bewustzijnsniveau. Het verandert de biochemie van onze hersenen, beïnvloedt onze instincten. Wanneer we trauma onze waarneming van de realiteit laten beïnvloeden, dan wordt trauma realiteit - maar trauma is geen waarheid, het is een perceptie. Kan kostuumontwerp in deze context de ambitie hebben om een activator voor sociale vernieuwing te zijn en het helen van de trauma's van de aarde, terwijl het tegelijkertijd productieve en emotionele duurzaamheid voor het individu bevordert? Kan het helpen om het verhaal van helende lichamen te belichamen? Door een methodologie toe te passen die theorie en praktijk combineert, wil dit project experimenteren met de creatie van en het onderzoek naar alternatieve materialen voor kostuumontwerp, waaronder biomaterialen, als metafoor voor de mogelijkheden die kunnen ontstaan uit situaties van kwetsbaarheid." """Gekozen trauma's"" en ""gekozen glorie"" in de groepsidentiteit van de Johanneïsche gemeenschap: Een exegetische studie van εἰρήνη in het vierde evangelie door een hermeneutiek van transgenerationeel trauma en ""social memory""." "Reimund Bieringer" "Onderzoekseenheid Bijbelwetenschap" "Wie het Johannesevangelie als ideologisch product van zijn tijd benadert, stoot op een Jezus die medeplichtig is aan zijn eigen dood. Bekeken in het licht van Vamik Volkans begrip “trans-generationele overdracht” van gedeelde identiteit binnen etnische groepen, herdenkt het evangelie het ""gekozen trauma"" (voorstellingen van trauma's uit het verleden) van Israël, o.a. de verwoesting van de tempel in de ""gekozen glorie"" (voorstellingen van overwinningen uit het verleden) van Jezus' dood. Zijn belofte van vrede (Joh 14,27; 16,33) lijkt dus gebaseerd op onderdrukking, maar ondanks de gewelddadige context van het evangelie zijn de eerste woorden van de gekruisigde maar verrezen Jezus wel εἰρήνη ὑμῖν (Joh 20,19.21.26) en zondevergeving (Joh 20,23). Als bijbelteksten dus literaire getuigen zijn van groepsidentiteitvorming door de transgenerationele overdracht van Israëls trauma's, hoe functioneert dan de taal van εἰρήνη in het vierde evangelie binnen de culturele en sociaal-politieke kaders van die tijd? En hoe creëert het nieuwe kaders van groepsidentiteit waardoor het evangelie te lezen is als een product van het collectieve geheugen? Door een kritische studie van εἰρήνη in het Johannesevangelie kan dit project het verhaal van de ontmoeting tussen de verrezen Jezus en zijn leerlingen interpreteren als een overgang van ""gekozen trauma"" naar ""gekozen glorie"" waarin na de gewelddadige dood van Jezus de identiteit van Gods eschatologisch volk hersteld en genezen wordt." "De gevolgen van complex trauma bij minderjarige slachtoffers van extrafamiliaal geweld: naar een nieuw diagnostisch concept?" "Traumatische ervaringen kunnen tot ernstige problemen leiden, meestal omschreven met het concept U+201Cposttraumatische stressstoornisU+201D. Dit syndroom volstaat echter niet om de uiteenlopende problemen ten gevolge van het meemaken van een trauma te omvatten, zeker niet bij het meemaken van U+201Ccomplex traumaU+201D. Onderzoek bij volwassenen heeft geleid tot het conceptualiseren van het symptomencomplex kenmerkend voor de gevolgen van complex trauma als U+201CComplex PTSDU+201D. Bij kinderen en adolescenten die slachtoffer zijn van complex trauma is dit nieuwe concept echter weinig bruikbaar. Daarom stellen van der Kolk en collegae (2005) het concept U+201CDevelopmental Trauma DisorderU+201D voor als het geheel van problemen die kinderen als gevolg van complex trauma problemen kunnen ontwikkelen. Het voorliggend onderzoek wil nagaan of dit nieuwe concept eveneens toepasbaar is bij kinderen die het slachtoffer waren van complexe, meervoudige traumatische ervaringen van extrafamiliale aard (oorlog, geweld, vluchtervaringen, foltering,U+2026), gezien onderzoek tot nu zich beperkt heeft tot complex trauma van intrafamiliale aard. Hiertoe zullen drie opeenvolgende onderzoekslijnen worden uitgevoerd." "Spoken oproepen: Een vergelijkende studie van trauma in stripverhalen" "Stef Craps" "Vakgroep Letterkunde" "Dit project is bedoeld om representaties van individueel en collectief trauma in strips te analyseren door middel van een vergelijkende, interculturele studie. Theorieën over de implicaties van strips en hun interactie met andere media worden gecombineerd met studies over de representatie van trauma's in privé- en collectieve contexten om de onderscheidende manieren aan te geven waarin comics trauma overbrengen en betrokkenheid bevorderen." "Trauma herinneren tussen spreken en zwijgen: Een meervoudig case study onderzoek met Koerdische vluchtelingengezinnen in België" "Lucia De Haene" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE), Educatie en Samenleving, Interfacultair Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen" "Onderzoek naar de psychosociale gevolgen van collectief geweld en gedwongen migratie bestudeert in toenemende mate de potentieel disruptieve impact van deze ontwrichtende levenservaringen op relationele dynamieken binnen vluchtelingengezinnen. Tegelijkertijd exploreren studies hoe intra-familiale processen een protectieve rol kunnen spelen in het ombuigen van de negatieve impact van traumatisering en de ondersteuning van post-trauma herstel. In dit verband werd trauma-communicatie geïdentificeerd als een belangrijk gezinsproces dat de psychosociale aanpassing van vluchtelingenkinderen beïnvloedt. Echter, bevindingen rond hoe spreken en zwijgen verbonden zijn met psychosociaal welbevinden blijven inconsistent. Deze doctoraatsstudie vertrok van een identificatie van het gebrek aan consensus in de wetenschappelijke literatuur en formuleerde van daaruit een tweevoudige doelstelling. Ten eerste beoogde deze studie tegemoet te komen aan de beperkte theoretische onderbouwing van trauma-communicatie in vluchtelingengezinnen door een begrip van het proces te situeren in een bredere conceptuele articulatie van traumatische herinnering, narratief, en stilte. Ten tweede werd een empirische exploratie van deze processen betracht in een meervoudige gevalsstudie met Koerdische vluchtelingengezinnen.Het eerste deel van de dissertatie schetst de conceptuele articulatie van traumatische herinnering en trauma-narratief in twee opeenvolgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 draagt bij aan een beter begrip van herinneren in post-conflict contexten en ontwikkelt daartoe een kritische analyse van de dominante conceptualisering van traumatische herinnering in psychiatrische nosologie. Bouwend op inzichten uit sociaal herinneringsonderzoek en transculturele traumastudies verbreedt dit hoofdstuk de symptomatische notie van herinnering naar een conceptualisering die de nadruk legt op de relationele, politieke, morele, en culturele dimensies van dit proces. In hoofdstuk 2 wordt dit ontwikkelde begrip van traumatische herinnering verder onderzocht in de specifieke context van traumazorg voor vluchtelingen. Terwijl trauma-narratieven doorgaans als autobiografisch vehikel van herstel worden beschouwd, zet de conceptuele analyse het vertellen van trauma uiteen als een co-constructief proces dat een complex balanceren tussen spreken en zwijgen omvat.Deel twee rapporteert over de bevindingen van de empirische studie, waarin de oscillatie tussen spreken en zwijgen en haar betekenisgeving geëxploreerd werd in vluchtelingengezinnen, alsook een analyse van connecties tussen deze intrafamiliale dynamieken met bredere collectieve dynamieken in de gemeenschap en gastsamenleving. Deze empirische exploratie betrof een kleinschalige, meervoudige gevalsstudie met Koerdische vluchtelingengezinnen (n=5) en participerende observatie binnen hun gemeenschap in de diaspora. Hoofdstuk 3 omvat een ‘thick description’ van prakijken en betekenisgeving rond trauma-communicatie in gezinsrelaties. Bevindingen belichten de rol van zwijgen in de ouder-kind relaties en documenteren impliciete vormen van trauma-communicatie waarin persoonlijke, familiale en collectieve dimensies van trauma en verlies op complexe wijze verweven zijn. Hoofdstuk 4 schetst een contextuele analyse van de herinneringspraktijken in de participant-gezinnen door deze te situeren binnen macro-dynamieken binnen de eigen gemeenschap, spanningen tussen minderheidsgroepen, en dominante representaties van de diasporagemeenschap in de gastsamenleving. Bevindingen ondersteunen een exploratief begrip van culturele en politieke identificaties als betekenisvolle bronnen van post-trauma reconstructie in gezinsrelaties.Het derde deel van het proefschrift bespreekt deontologische en ethische aspecten van onderzoek naar herinnering, narratief en stilte in vluchtelingengezinnen aan de hand van een analyse van de co-constructie van deze processen in de relatie tussen gezinsleden en onderzoeker. Hoofdstuk 5 neemt een relationele notie van herinnering als startpunt om te onderzoeken hoe de mobilisatie van relationele, morele, collectieve, en sociaal-politieke dimensies van herinneren in de onderzoeker-participant relatie leidt tot specifieke ethische reflecties die de draagwijdte van dominante deontologische richtlijnen binnen narratief trauma-onderzoek verbreden.Een laatste hoofdstuk bevat een integratieve discussie van de conceptuele, empirische en methodologische bijdragen van deze doctorale studie en reikt suggesties voor vervolgonderzoek aan. Centraal in dit doctoraatsonderzoek staat de complexe maar fascinerende interactie tussen spreken en zwijgen die het herinneren van traumatische ervaringen kenmerkt. Een substantieel gedeelte van de dissertatie bestaat uit een kritische review van de bestaande literatuur rond traumatische herinnering en intergenerationele traumacommunicatie in de domeinen van vluchtelingenonderzoek, herinneringsonderzoek, Holocaustonderzoek, en transculturele psychiatrie. Een eerste hoofdstuk van de literatuurstudie ontwikkelt een dieper begrip van processen van herinneren en vergeten in post-conflict gemeenschappen. Vertrekkende van de observatie dat herinnering aan de basis ligt van PTSS symptomatologie, wordt van naderbij geëxploreerd hoe deze notie van traumatische herinnering geconceptualiseerd wordt binnen PTSS-onderzoek en -interventies. Door dit begrip te verbinden aan bevindingen uit sociaal herinneringsonderzoek en transcultureel trauma-onderzoek ontwikkelt zich een perspectief op herinneren dat voorbij een symptomatische invulling gaat, maar veeleer de relationele, politieke, morele en culturele aard van herinneren benadrukt. Post-conflict herinnering wordt voorgesteld als onlosmakelijk ingebed in gemeenschapsrelaties en gekenmerkt door voortdurende afwegingen tussen individuele en collectieve belangen en tussen spreken en zwijgen. Een tweede hoofdstuk van de literatuurstudie richt de aandacht op de aard en betekenis van het traumaverhaal in de context van traumazorg voor vluchtelingen. Terwijl dit verhaal meestal gekaderd wordt als een autobiografisch proces waarbij het vertellen van de beleefde ervaringen van trauma als centraal mechanisme van herstel fungeert, benadrukt de analyse die in dit hoofdstuk voorgesteld wordt de complexe co-constructie van verhalen. Daarenboven wordt de circulaire interactie tussen de wens om te getuigen en de wens om te vergeten verder geëxploreerd. Ook klinische implicaties worden besproken. Aangezien de complexe interactie tussen spreken en zwijgen nog onvoldoende op begrip gebracht is en empirisch onderzoek naar deze kwestie in de context van gedwongen migratie erg schaars is, richt het empirische luik van deze doctoraatsstudie zich op de volgende onderzoeksvragen: (1) Hoe herinneren vluchtelingen hun beleefde ervaringen van pre-migratie trauma in de context van de gezinsrelaties? (2) Hoe wordt er over dergelijke herinneringen gesproken of gezwegen tussen ouders en kinderen, en hoe kunnen we de betekenis van dit spreken en zwijgen in de gezins- en gemeenschapsrelaties begrijpen? Een meervoudig case study onderzoek werd opgezet met vijf Koerdische vluchtelingengezinnen; deze kwalitatieve studie omvatte extensieve participerende observatie in de gezinnen en twee luiken van dataverzameling: (1) onderzoeksgesprekken aan de hand van een semigestructureerde interviewleidraad met ouders en kinderen samen; en (2) interviews aan de hand van videotape-assisted recall met de ouders apart. De narratieve data werden within-case en cross-case geanalyseerd, zowel thematisch als dialogisch. Deze analyse resulteert in een ‘thick description’ van de verschillende vormen van traumacommunicatie die in deze gezinnen gehanteerd worden. Minstens twee hoofdstukken van de dissertatie zullen over de bevindingen van deze empirische studie rapporteren.  " "Trauma voorbij het biomedische paradigma: Denksporen voor een subjectgerichte en contextuele trauma-benadering" "Stijn Vanheule" "Vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie, Vakgroep Letterkunde" "De laatste jaren kwam er veel kritiek op de huidige, biomedische benadering van psychisch trauma, die sterk gericht is op het individu en uitgaat van een mechanistische visie op trauma. Dit doctoraat werkt via theoretische studies enkele denksporen voor een alternatieve, subject-gerichte en contextuele benadering van trauma uit en onderzoekt daarvan de mogelijkheden en implicaties." "Een inleiding tot het concept “trauma” voor de New Critical Idiom-reeks van Routledge" "Stef Craps" "Vakgroep Letterkunde, University of London" "Het boek zal een overzicht bieden van de geschiedenis van het trauma-concept, nagaan hoe het wordt gebruikt in de literatuur- en cultuurstudie, belangrijke aandachts- en discussiepunten in de studie van trauma als een cultureel fenomeen identificeren en verklaren, en recente kritieken op en herzieningen van cultureel trauma-onderzoek beschrijven en evalueren." "Theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen" "Gert Buelens" "Vakgroep Engels" "Dr. Ilka Saal (University of Richmond, VA) bezoekt de UGent-onderzoeksgroep ""literatuur en trauma"" om te werken aan theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen. Ze heeft expertise opgebouwd met het integreren van modellen (Butler, Assmann) zodanig dat een basis ontstaat om de literaire representatie van collectief en structureel trauma te benaderen." "Omdat we moeten (over)leven: genezing verkennen op het kruispunt van trauma en postkoloniale ervaring in de Filipijnse ‘oorlog tegen drugs’" "Judith Gruber" "Onderzoekseenheid Systematische Theologie en Religiewetenschap" "In 2016, the so-called ‘war on drugs’, a nationwide anti-illegal drugs campaign in the Philippines, has resulted to thousands of alleged extrajudicial killings and thousands more of left-behind families. Among them is a group of widows, mothers and orphans in an impoverished community of Payatas B, Quezon City. How does healing take place and critically understood within this context? The study posits that the experience of survival in the context of ‘war on drugs’ can be understood against the backdrop of the Philippines’ traumatic colonial history. While it critically engages with Filipino social psychological theories and approaches of healing colonial trauma, the study locates an alternative, new understanding of ‘healing/suffering’ that can overcome dominant, silencing perspectives and ineffective practical solutions in the narratives and practices of the people in Payatas B within the context of violence with insights from postcolonial trauma studies." "Zelf-ander differentiatie na trauma en mishandeling in de (vroege) kindertijd: een neurocognitief onderzoek" "Sven Müller" "Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie" "Een recente (2014) enquête van Amnesty International rapporteerde dat veel Belgische vrouwen geconfronteerd worden met seksueel misbruik en mishandeling. Dit project onderzoekt de onderliggende neurobiologische en sociaal-cognitieve mechanismen van dergelijk trauma met behulp van onderzoek naar zelf-ander differentiatie en functionele beeldvorming (fMRI). Wij verwachten veranderingen in de zelf-ander differentiatie te vinden die implicaties hebben voor de therapeutische relatie en therapiesucces."