Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "De Library of Voices - Ontsluiting van het muzikale erfgoed van de Alamire Foundation door middel van audiovisuele technologie" "David Burn" "Onderzoeksgroep Musicologie, Leuven, Dynamische Systemen, Signaalverwerking en Gegevensanalyse (STADIUS)" "In september 2018 opent de Library of Voices (LoV) haar deuren in de St-Norbertuspoort op de site van de Abdij van Park in Leuven. De LoV complementeert het Huis van de Polyfonie als een innovatief, hoog-technologisch en interdisciplinair platform waar de KU Leuven en de Alamire Foundation aan de slag gaan met digitale beelden, hun unieke collectie uitbreiden met het Alamire Digital Lab (ADL), die collectie ontsluiten met de Integrated Database for Early Music (IDEM), en ze valoriseren in een toptechnologisch, polyfoon Sound Lab. Data Research Centre  LoV vormt het zenuwcentrum van dit project: een uniek onderzoekscentrum voor meerstemmige muziek, waar muzikale brondocumenten kunnen onderzocht worden aan de hand van de nieuwste technologie. Op maat ontworpen audio-visuele toepassingen laten toe de bronnen te analyseren en de akoestische omstandigheden waarin de composities eeuwen geleden werden gemaakt te reconstrueren en te onderzoeken. Met de LoV verbreedt en verdiept de Onderzoeksgroep Musicologie haar werking samen met partners ESAT en LIBIS. Het Sound Lab wordt een innovatieve infrastructuur die in de hele wereld haar gelijke niet kent." "De stemmen van migranten laten horen door middel van literatuur: hoe samenwerking het culturele veld verandert" "Núria Codina Solà" "Onderzoeksgroep Engelse Literatuur, Leuven" "As initiatives for more diversity and inclusiveness in the cultural field are gaining ground and migration becomes an increasingly important issue on the political agendas of many countries around the world, this project examines the ways in which transnational collaborations create spaces for literary participation of migrants. Situated at the intersection between international relations, comparative literature and business economics, COLLAB analyzes the notion of collaboration from a threefold perspective: 1) as a political strategy in civil society that enhances intercultural exchange and the social integration of migrants through collective storytelling, 2) as a form of co-authorship between migrants and other writers with different cultural backgrounds that gives voice to stories of migration that would often be lost without their translation, 3) as an alternative economic model consisting in peer-to-peer support that brings new voices to the publishing industry. Focusing on a broad range of non-profit organizations, collaborative texts by amateur and professional writers and crowdfunding platforms that help make migrant voices heard through literature, the project seeks to understand how collaboration changes the cultural field and impinges on migrants’ agency. It shows how social actors and institutions that are traditionally perceived as belonging outside the cultural field have become crucial players in redefining notions of authorship rooted in individual and national singularity. Challenging strict distinctions between textual and contextual dynamics, COLLAB highlights the social embeddedness of literature and builds an original framework for understanding the thematic and formal implications of transnational collaboration in literary texts. While borrowing theories and methods from other disciplines, COLLAB confidently reorients the social sciences towards the project’s center of gravity, the literary text, and shows that literature is an important tool to understand broader societal transformations." "Augustinus en de Gouden Eeuw van Bijbelstudie in Leuven (1550-1650)." "Wim François" "Onderzoekseenheid Geschiedenis van Kerk en Theologie" "Augustinus en de Gouden Eeuw van Bijbelstudie in Leuven (1550-1650). Dit onderzoek bestudeert de verdiensten van de Leuvense theologen op het gebied van de tekstkritiek en de commentaar met betrekking tot de Bijbel, gedurende de Gouden Eeuw van de katholieke Bijbelstudie (1550-1650). Een bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan de manier waarop de kerkvader Augustinus een referentiepunt was voor hun werk. Vorige generaties onderzoekers besteedden aandacht aan de belangrijke bijdrage van de Lovanienses met betrekking tot de tekstkritiek van de Bijbel, in het bijzonder van de Latijnse Vulgaat, anderen aan het Augustinisme binnen hun leerstellig-theologische werken, weer anderen aan universitaire politiek in het algemeen.  Het voorliggende onderzoek zet een stap verder in die zin dat het de werken onderzoekt van de hoofdrolspelers van de Leuvense Gouden Eeuw, onder wie Franciscus Lucas 'van Brugge', Cornelius Jansenius 'van Gent', Andreas Masius, Thomas Stapleton, Guilielmus Estius, Cornelius a Lapide, en Cornelius Jansenius 'van Ieper', om enkel de meest invloedrijke Bijbelonderzoekers te noemen. Hun werken kenden verschillende herdrukken in drukkerscentra over heel Europa en worden nu bewaard in bibliotheken en kostbare boekencollecties overal ter wereld, niet in het minst in de erfgoedbibliotheken van Leuven. Naast het onderzoek van de hermeneutische principes van zowel het tekstkritische werk als van de Bijbelcommentaren, is het hoofddoel van het project om, aan de hand van een zorgvuldige selectie van relevante Bijbelperikopen, te bestuderen hoe de theologische kwesties van genade, vrije wil en predestinatie werden behandeld in commentaren en postillen. Juist deze vragen waren aan de orde in de belangrijkste theologische debatten in de betreffende periode, niet alleen tussen katholieken en protestanten, maar ook tussen de verschillende theologische stromingen binnen het post-tridentijnse katholicisme. Aangezien de juiste interpretatie van Augustinus' theologie van de genade onlosmakelijk deel uitmaakte van deze debatten, is een van de belangrijkste doelstellingen van het project ook te onderzoeken op welke manier de commentatoren, tot welke stroming zij ook behoorden, een beroep deden op de kerkvader om hun interpretatie van de Schrift te onderbouwen, zonder daarbij echter andere gezaghebbende commentatoren, zoals Thomas van Aquino, uit te sluiten. Het voorgestelde onderzoek draagt bij tot de ontsluiting van het kostbare boekenpatrimonium dat in de KU Leuven-bibliotheken bewaard wordt, verrijkt op zinvolle wijze de kennis van het verleden van de eigen universiteit, en werpt een licht op de belangrijke bijdrage van de Lovanienses aan de religieuze en ideologische debatten van de zestiende en de zeventiende eeuw." "Het Leuven Chansonnier: onderzoek en valorisatie van Franco-Vlaamse polyfonie met hoogtechnologische middelen" "David Burn" "Alamire Foundation, Onderzoeksgroep Musicologie KU Leuven" "In 2015 werd een van de meest spraakmakende ontdekkingen van de laatste jaren gedaan in de wereld van de oude muziek: een 15de-eeuws liedboek, nu gekend als het Leuven Chansonnier (LC). In het voorliggende project worden dit handschrift en gelijkaardige chansonniers onderzocht, zowel academisch als praktijkgebaseerd, en maatschappelijk en educatief ontsloten. Doel is een methodologie te ontwikkelen voor de ontsluiting van polyfonie in het algemeen. Hiertoe bundelen musicologen, (kunst- en literatuur-)historici, taalkundigen en ingenieurs de krachten in multidisciplinair onderzoek. Dit project geldt als een hefboom voor de verdere ontwikkeling van de Integrated Database for Early Music, met daarin TAMIR, een toepassing voor automatische muziektranscriptie. De liederen in het Chansonnier zijn voorwerp van studie en analyse in het hoogtechnologische klanklaboratorium in de Library of Voices. De onderzoeksresultaten worden gevaloriseerd in culturele en educatieve activiteiten in het Huis van de Polyfonie en verspreid op lokale, regionale, nationale en internationale schaal." "Wetenschappers in de groei. STEM-representatie, identiteitsconstructie en actief burgerschap in fictie en nonfictie voor kinderen." "Kevin Absillis" "Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)" "Geletterdheid rond Science Technology Engineering Mathematics, kortweg STEM, wordt wereldwijd beschouwd als een sleutelfactor voor maatschappelijke groei. In onderzoek en onderwijs wordt dan ook volop ingezet op STEM-educatie. Hierbij blijven cultuuruitingen voor de jeugd, waaronder kinderboeken, grotendeels buiten beeld. Dat is een gemiste kans, want het beeld dat kinderen van wetenschap hebben wordt niet alleen op school of in musea gevormd. Verhalen en boeken dragen bij tot de identiteitsvorming van kinderen, tot hun wereldbeeld, en tot hun perceptie van STEM. Hedendaagse kinderboeken zijn bijzonder divers in de doelgroepen die ze aanspreken, de genres die ze bestrijken en in hun literaire kwaliteit, maar wetenschap als thema duikt telkens opnieuw op. We vinden wetenschappelijke onderwerpen in populaire reeksen, bekroonde boeken (met name in de zogenaamde literaire non-fictie) en als thema van de jeugdboekenweek. Het rijke aanbod aan hedendaagse kinderboeken biedt een gevarieerd beeld van STEM en wetenschappers en kan dan ook een tegengewicht vormen voor de stereotiepe wetenschapper als mannelijk, oud en verward, die kinderen telkens opnieuw aantreffen in de populaire cultuur.Dit onderzoek zet dan ook in op hedendaagse kinder- en jeugdliteratuur als drager van schema's, scripts en metaforen met betrekking tot STEM en zal nagaan hoe die bijdragen aan de beeldvorming rond wetenschappers en wetenschapsbeoefening. Op basis van inzichten uit de cognitieve literatuurwetenschappen wordt een corpus van oorspronkelijk Nederlandstalige fictie en non-fictie voor 6- tot 14-jarigen uit de periode 2000-2015 nauwgezet onderzocht. Ten eerste brengen we de diversiteit van wetenschappers als personages in kinderboeken in kaart. Naast de aandacht voor gender die binnen STEM-educatie als noodzaak gezien wordt, letten we daarbij ook op leeftijd, sociale klasse, raciale identiteit, en fysieke en mentale mogelijkheden. Ten tweede onderzoeken we hoe narratologische kenmerken ingezet worden om kinderen als wetenschappers-in-de-dop aan te spreken. Cruciaal daarbij is de 'agency' die aan wetenschap gekoppeld wordt, namelijk de manier waarop STEM de personages macht en groeimogelijkheden schenkt (of net ontneemt). Vervolgens analyseren we hoe wetenschappelijke kennis en vaardigheden in jeugdliteratuur aangeleerd worden en hoe deze boeken de relatie tussen wetenschap en de maatschappij tekenen. Bijzondere aandacht gaat naar terugkerende scripts, zoals het Eurekamoment of de Frankensteinplot. In dit project worden voor het eerst modellen uit de cognitieve literatuurwetenschap toegepast op jeugdliteratuur over STEM. Daarnaast is het project uniek omdat het zowel fictie als non-fictie bestudeert, en zich richt op een corpus van nauwelijks onderzochte hedendaagse Nederlandstalige kinderboeken. Ten slotte wil het project de brug slaan tussen STEM-educatie en literatuurwetenschap en heeft het daardoor een grote maatschappelijke relevantie."