Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Lerend Netwerk STEM-effect: Duurzame implementatie van STEM startend van het basisonderwijs tot de 1ste graad secundair onderwijs." "Judith Gadeyne" "Leren en onderwijzen" "ACHTERGROND & PROJECTOPZET Het Vlaamse STEM-actieplan (2012) wil jongeren stimuleren om voor STEM-opleidingen en loopbanen te kiezen. Belangrijke thema’s in het plan zijn ‘aantrekkelijker STEM-onderwijs’ en ‘leraars en opleiders versterken’. Zowel het Masterplan secundair onderwijs (SO) als het STEM-platform pleiten voor STEM-leraren in de lagere school. Dit project speelt hierop in omwille van zijn doelstelling STEM duurzaam te implementeren zowel in basis- als in secundair onderwijs 1ste graad met aandacht voor de overgang van lager naar secundair onderwijs. We kiezen voor een lerend netwerk STEM, meer bepaald een fysieke plaats en website om informatie te delen, behoeftes te bespreken, vragen te beantwoorden en elkaar te inspireren. De samenstelling van het lerend netwerk STEM bestaat uit afgevaardigden van Antwerpse basisscholen en scholen 1ste graad SO samen met lectoren en studentleraren. De afgevaardigden sturen hun schoolteam aan bij de implementatie van STEM. Eerder onderzoek over professionele leergemeenschappen, Teacher Design Team (TDT) en Lesson Study (LS) leert dat samenwerking en actief werken voor de eigen klaspraktijk – eigenaarschap – effectiever is dan een klassieke nascholing. We gebruiken eerder ontworpen instrumenten (Co-Profs in STEM,2018) tijdens het coachen in het lerend netwerk om de kwaliteit van STEM-lesmateriaal en –activiteiten te screenen en te optimaliseren. Op basis van eigen onderzoekdocumenten (Ardies,2015), (inter)nationale literatuur, worden verscheidene meetinstrumenten ontworpen en uitgetest om op verschillende tijdstippen tijdens de duur van het project onderzoeksgegevens te analyseren. We streven bij leraren naar een hogere Pedagogical Content Knowledge (PCK) en positieve attitudes t.o.v. STEM. Hierdoor verwachten we een kwalitatieve STEM-implementatie op leerling- en schoolniveau te bereiken waardoor de interesse en attitudes t.o.v. STEM bij leerlingen positief evolueren. ONDERZOEKSVRAGEN & METHODOLOGIE Het Lerend Netwerk zal op een doordachte manier worden vorm gegeven, de effectiviteit ervan dient vanzelfsprekend geëvalueerd te worden. Dit leidt tot volgende onderzoeksvragen: 1. Kunnen we de attitude van leerkrachten t.a.v. STEM versterken door het opgezet professionaliseringstraject? __> Methode: kwantitatieve onderzoeksopzet, vragenlijstonderzoek bij leraren (2 meetmomenten: start en einde schooljaren 2020-2021 en 2021-2022) 2. Kunnen we de pedagogische kennis van STEM bij leerkrachten vergroten door hen te laten begeleiden door STEM-verantwoordelijken op schoolniveau? --> Methode: focusgroepgesprekken, documentanalyse en semi-gestructureerde interviews bij leerkrachten 3. Heeft het ondersteunen van de leerkrachten door STEM-verantwoordelijken op schoolniveau een invloed op de attitude van leerlingen ten opzichte van STEM? --> Methode: kwantitatieve onderzoeksopzet, vragenlijstonderzoek bij leerlingen verdeeld over twee cohorten (2 meetmomenten: start en einde schooljaren 2020-2021 en 2021-2022) 4. Kunnen we met een lerend netwerk waarin we schoolverantwoordelijken rond STEM samenbrengen een duurzame en kwalitatieve implementatie van STEM bekomen? --> Interview bij directies, zowel aan het begin als het einde van het traject" "iStem en lerend netwerk basisonderwijs: de sleutels voor een inhoudelijk duurzame implementatie van de nieuwe eindtermen voor S,T,E en M in het onderwijs" "Francis wyffels" "Vakgroep Chemie, Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen" "geen abstract" "Stem Cell en Stromal Vasculaire Fraction Behandeling voor Penile tunicaalbuginea en Urethral Fibrosis" "Maarten Albersen, Dirk De Ridder" "Vrouw en Kind" " DoelstellingAlgemeen doel: de effectiviteit plaatselijke injectie van humaan ADSCs (hADSCs) en autologe SVF als een behandeling van urethrale strictuur en PD met behulp van een rat diermodel van de ziekten te evalueren;Specifieke doelstelling 1: Om vast te stellen en valideren van een nieuw model van urethrale strictuur in rat.Specifiek doel 2: Om de werkzaamheid van hADSCs lokale injectie in de ontwikkeling van urethrale fibrose in een rattenmodel van urethrale vernauwing bestuderen;Specifieke doelstelling 3: Om de effectiviteit van hADSCs periurethrale injectie studeren in het voorkomen van blaasdisfunctie in een rat model van urethrale strictuur ontwikkeling;Specifiek doel 4: De werkzaamheid van hADSCs lokale injectie in de ontwikkeling van tunica albuginea fibrose in een rattenmodel van PD onderzoeken;Specifiek doel 5: Om de effectiviteit van hADSCs lokale injectie studeren gevestigde tunicaalbuginea fibrose in een rat-model van PD;Specifiek doel 6: Om de werkzaamheid van autologe SVF lokale injectie in de ontwikkeling van tunica albuginea fibrose in een rattenmodel van PD onderzoeken;Specifiek doel 7: Om de effectiviteit van autologe SVF lokale injectie in de gevestigde tunicaalbuginea fibrose in een rat model van PD te bestuderen;Fibrose is een wondgenezende aandoening die wordt bepaald door de bovenmatige vezelige bindweefselweefsel, zoals collageen en fibronectine, in en om ontstoken of beschadigd weefsel. Hoewel collageen en fibronectine depositie is een onmisbaar en, typisch, omkeerbare deel van wondgenezing, normaal weefselherstel kan uitgroeien tot een progressief onomkeerbaar fibrotische respons als de weefselschade ernstig is of repetitief of als de wondgenezing respons zelf wordt geliberaliseerd (1) .Fibrose is de uiteindelijke gemeenschappelijke pathologische resultaat is van chronische ontstekingsziekten. Fibrose kan worden bevorderd door verschillende gebeurtenissen en kan leiden tot blijvende littekens en dysfunctie in verschillende organen zoals gezien in eindstadium leverziekte, nierziekte, idiopathische longfibrose en hartfalen (1).Ongeacht de initiërende gebeurtenissen en doelorgaan, een gemeenschappelijk kenmerk voor alle fibrotische ziekten is de fibroblast tot myofibroblasten differentiatie, waarin de belangrijkste mediatoren van fibrotisch weefsel remodellering (1). Interessant is het nu duidelijk dat veel onderdelen van het aangeboren en adaptieve immuunreactie participeren in de differentiatie en activatie van fibroblasten. Vanuit dit oogpunt kan fibrose worden beschouwd als het gevolg van een ernstige verwonding of herhalende en een veranderde gastheer respons op letsel zelf (1).Ondanks de kennis van het fibrotische proces, is er geen werkzame behandeling in de klinische setting. Om deze reden is het onderzoek naar nieuwe behandelingen werd verbeterd in de afgelopen decennia. Er is nu steeds meer bewijs voor de rol vanMesenchymale stamcellen (MSC's) als potentiële behandelingsstrategie fibrose verminderen (2). MSCs zijn beschreven als in staat te leiden naar verschillende, heel andere cel fenotypes. De mogelijkheid om onderscheid is niet het enige kenmerk dat deze cellen aantrekkelijke voor therapeutische doeleinden (3) maakt. De afscheiding van een breed scala van biologisch actieve moleculen door MSCs, zoals groeifactoren, cytokines en chemokines, vormt de biologisch meest belangrijke rol in het kader verwonding voorwaarde (4). De exacte mechanismen van de effecten van antifibrotic MSCs nog worden opgehelderd (2). Meest preklinische studies suggereren dat MSC werken via immunomodulatie, waardoor de gastheer respons op schade beperken en voorkomen van het ontstaan van fibrose (3). Een andere voorgestelde mechanisme is de inductie van fenotypische veranderingen in binnenlandse fibroblast geïllustreerd door verminderde collageen en verhoogde productie hyaluronzuur in fibroblasten samen gekweekt met MSC. Voorts heeft de directe interactie van MSC met de extracellulaire matrix voorgesteld op basis van hun vermogen om hoge aantallen matrix metalloproteinase en andere matrix modulerende enzymen (3) scheiden.MSC's zijn volwassen stamcellen traditioneel in het beenmerg. Echter kunnen mesenchymale stamcellen worden geïsoleerd van andere weefsels zoals navelstrengbloed, perifeer bloed, eileider, foetale lever, long en vetweefsel. Vetweefsel is een multifunctioneel orgaan dat verschillende celtypes, zoals mature adipocyten en de stromale vasculaire fractie (SVF) bevat (5). Het vet SVF een rijke bron van adipeus afgeleide stamcellen (ADSCs) en kan gemakkelijk worden geïsoleerd uit humaan vetweefsel, die een levensvatbaar alternatief voor beenmerg mesenchymale stamcellen (5). De SVF kan eenvoudig worden geïsoleerd door middel van enzymatische digestie van afgezogen vetweefsel en het hoeft niet te kweken. Vanuit een klinisch oogpunt, zou het echter voordeliger zijn vers geïsoleerde, geheel SVF gebruiken dan om geïsoleerde en geëxpandeerde ADSCs gebruiken omdat het isoleren en kweken van de ADSCs vereist faciliteiten en personeel, en bezit een risico van blootstelling van de patiënt aan buitenlandse serum en ongedefinieerde proteïnen (5).MSCs bleken een rol te spelen bij het verminderen van fibrosis in diermodellen van idiopathische longfibrose, leverfibrose, nierfibrose en hart ischemie. Ook nu toe ongeveer 79 klinische proeven aan de gang de doeltreffendheid van de MCS verschillende vormen van fibrose d.w.z. leverfibrose, fibrose in Crohn ziekte, cardiale fibrose, longfibrose (http://clinicaltrials.gov) ..ziekte van Peyronie (PD) en de urethrale strictuur vertegenwoordigen gelokaliseerde bindweefselaandoeningen gekenmerkt door veranderingen in collageen samenstelling van de tunica albuginea van het corpus cavernosum en de urethrale corpus spongiosum (6-9). De gevolgen van deze voorwaarden kan enorm schaden de kwaliteit van leven van de patiënt door het veroorzaken van mictiestoornissen (urethrastricturen) of aantasting van de erectiele functie en bouw gerelateerde pijn (PD) (6-9). Hoewel verscheidene chirurgische opties worden momenteel onderzocht voor beide ziekten, met beperkt succes-rates, conservatieve therapieën zijn en anderzijds omdat werkzaamheid (6-9). Wynn TA, Ramalingam TR. Mechanisms of fibrosis: therapeutic translation for fibrotic disease. Nat Med. 2012 Jul 6;18(7):1028-40. doi: 10.1038/nm.2807. Review.Jackson WM, Nesti LJ, Tuan RS. Mesenchymal stem cell therapy for attenuation of scar formation during wound healing. Stem Cell Res Ther. 2012 May 31;3(3):20.Meirelles Lda S, Fontes AM, Covas DT, Caplan AI. Mechanisms involved in the therapeutic properties of mesenchymal stem cells. Cytokine Growth Factor Rev. 2009 Oct-Dec;20(5-6):419-27.Dimarino AM, Caplan AI, Bonfield TL. Mesenchymal Stem Cells in Tissue Repair. Front Immunol. 2013 Sep 4;4:201. eCollection 2013. Review.Gentile P, Orlandi A, Scioli MG, Di Pasquali C, Bocchini I, Cervelli V. Concise review: adipose-derived stromal vascular fraction cells and platelet-rich plasma: basic and clinical implications for tissue engineering therapies in regenerative surgery. Stem Cells Transl Med. 2012 Mar;1(3):230-6.Albersen M, Kendirci M, Van der Aa F, Hellstrom WJ, Lue TF, Spees JL. Multipotent stromal cell therapy for cavernous nerve injury-induced erectile dysfunction. J Sex Med. 2012 Feb;9(2):385-403.Levine LA, Burnett AL. Standard operating procedures for Peyronie's disease. JSex Med. 2013 Jan;10(1):230-44. doi: 10.1111/j.1743-6109.2012.03003.x. Epub 2012 Dec 4.Lee YJ, Kim SW. Current Management of Urethral Stricture. Korean J Urol. 2013 Sep;54(9):561-569. Epub 2013 Sep 10. Review.Baskin LS, Constantinescu SC, Howard PS et al. Biochemical characterisation and quantification of the collagenous components of urethral stricture tissue. J Urol 1993; 150: 642–7 " "De ontwikkeling, implementatie en opvolging van de ijkingstoets voor de academische STEM opleidingen." "Tinne De Laet" "Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering" "Dit project richt zich op het versterken van de ijkingstoets als instrument in het studiekeuzeproces in de transitie naar verplichte ijkingstoetsen, zoals beschreven in het Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2014-2019 en de beleidsnota van de Minister en decretaal vastgelegd in het verzameldecreet Hoger Onderwijs. Vertrekkende van deze documenten en het streven van de universiteiten om studenten zo optimaal mogelijk te informeren en te ondersteunen bij de studiekeuze voor academisch STEM-onderwijs worden er in dit project twee thematische actielijnen voorgesteld: ‘inhoudelijke versterking’ en ‘communicatie en promotie'. Dit project concentreert zich op de ""inhoudelijke versterking"".De genoemde actielijnen schrijven zich in in de context van de verplichte deelname voor inschrijving in de bachelor in de ingenieurswetenschappen en de bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur in het academiejaar 2018-2019, maar willen ook verder werken aan inhoudelijke versterking van het bestaande aanbod aan ijkingstoetsen en de basis leggen voor een kader waarin uitbreiding van verplichting in een latere fase kan plaatsvinden. Een dergelijk kader kan er pas komen mits verdere uitbouw van de in 2017 aangevatte werkzaamheden wat betreft de communicatie van de verplichte deelname, het opvolgen van de validiteit en betrouwbaarheid van de (nieuwe) toetsen en het informeren en begeleiden van opleidingen die wensen aan te sluiten bij bestaande ijkingstoetsen.Te verwachten outcomes zijn:(1) In 2018 zal de eerste verplichte deelname voor inschrijving in de bachelors in de ingenieurswetenschappen en de ingenieurswetenschappen: architectuur plaatsvinden. Van deze eerste verplichte deelname zal een analyse voorbereid en uitgewerkt worden, met aandacht voor de implicaties van afname voor een veralgemeend divers en publiek. Hierbij zal er de nodige aandacht besteed worden aan gender- en SES factoren. Een eerste rapportering wordt voorzien in het najaar van 2018.(2) Zoals reeds aangegeven moet er voorafgaand aan de verplichte deelname voor inschrijving in de bachelors industrieel ingenieur en diergeneeskunde nog evidentie verworven worden over de validiteit van de ijkingstoetsen. De ijkingstoets diergeneeskunde werd in juni 2017 voor een eerste maal op vrijwillige basis aangeboden aan de instellingen waar de opleiding aangeboden wordt (UGent en UAntwerpen). De zeer lage deelnamecijfers en scores wijzen echter duidelijk op het feit dat er in samenspraak met de opleidingen nog werk verricht moet worden wat betreft het ontwikkelen en valideren van een opleidingsspecifieke toets met een stabiel ijkingsniveau. Ten einde de noodzakelijke evidentie over de validiteit te verwerven zullen de ijkingstoetsen diergeneeskunde en industrieel ingenieur veralgemeend afgenomen worden aan het begin vanhet academiejaar bij de studenten van de eerste bachelor en zullen er conform de reeds ontwikkelde methode validiteitsrapporten opgesteld worden.(3) Wat betreft de opvolging van de validiteit ligt de focus niet alleen op bovengenoemde toetsen, maar ook op de overige bestaande ijkingstoetsen. Voor de verschillende ijkingstoetsen zullen er validiteitsrapporten opgesteld worden. Hier aan gekoppeld moet er de nodige aandacht besteed worden aan gender- en SES factoren. Een bewezen wetenschappelijke basis in verband met de validiteit is immers nodig willen er andere ijkingstoetsen mee instappen in de verplichting.(4) De begeleiding van opleidingen die wensen aan te sluiten bij bestaande ijkingstoetsen. In 2017 werden er informatiesessies georganiseerd met als doel opleidingen die nog niet deelnemen aan een bestaande ijkingstoets te informeren over de huidige stand van zaken. Ten einde het draagvlak van de ijkingstoets blijvend uit te bouwen en te verankeren zal er verder advies en begeleiding geboden worden. Dit aanbod aan begeleiding geldt voor opleidingen die nog vragen of onduidelijkheden hebben over de werking van de ijkingstoets en voor opleidingen die wensen betrokken te worden. Opleidingen die wensen betrokken te worden kunnen dan in eerste instantie aansluiten bij de reeds bestaande specifieke ijkingstoetscommissie en advies en begeleiding vragen voor het opstellen van de toets in bepaalde modules en voor het opvolgen van de ijkingstoetsresultaten in functie van validering. Voor opleidingen die wensen deel te nemen is er daarnaast een draaiboek uitgewerkt.Het is de bedoeling dat het gegeven van de ijkingstoets op deze manier zo veel mogelijk gemeenschappelijk uitgewerkt, besproken en gedeeld wordt over de verschillende deelnemende ijkingstoetsen en instellingen en naar betrokkenen partners toe. De input van de verschillende ijkingstoetscommissies (o.a. wat betreft validiteit) wordt overkoepelend opgenomen in de VLIR Centrale IJkingstoetscommissie. De samenstelling van de centrale commissie reflecteert het aantal deelnemende ijkingstoetsen en instellingen" "Automatische Liquid Handling Robotics voor 3D Stem Cell micro-omgeving Arrays" "Adrian Ranga" "Biomechanica (BMe)" "Stamcellen hebben de potentie om veelbelovende nieuwe kansen in de gezondheidszorg te creëren. Om dit potentieel te benutten, is het essentieel om te begrijpen hoe het gedrag van deze cellen te controleren door rationeel te begrijpen hoe ze zichzelf te organiseren en assembleren tot bestelden drie-dimensionale structuren. Synthetische hydrogels ons toelaten om dergelijke geavanceerde micro-omgevingen te creëren, die ons met een ongekende controle over fysische en chemische parameters die het mogelijk maken voor de groei van stamcellen en differentiatie. Om snel en reproduceerbaar scala dergelijke combinatorische micro-omgevingen en ontdek nieuwe parameters voor driedimensionale omstandigheden vatbaar zijn voor de assemblage van stamcellen, een robot vloeistof handlingrobot is een cruciaal stuk van de apparatuur. Deze apparatuur zal worden zal worden gevestigd in het nieuwe CoreLabs gebouw, verdeeld over veel groepen geïnteresseerd in stamcel biologie en regeneratieve geneeskunde, en ervoor te zorgen dat de KU Leuven is in de voorhoede van de biotechnologie onderzoek." "Commerciële exploitatie van de menselijke afbeelding, naam en stem" "Bernard Tilleman" "Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen, Campus Kulak Kortrijk" "MENSELIJKE PERSOONLIJKHEID HEEFT COMMERCIËLE WAARDE - Iedere persoon is uniek. De individualiteit en identiteit van de persoon komt tot uiting via zijn fysieke of morele eigenschappen, karaktertrekken en bijzonderheden die samen zijn persoonlijkheid uitmaken. In het kielzog van de technologische ontwikkelingen op het vlak van fotografie en geluidsopnames, industriële productiemogelijkheden en massamedia hebben persoonlijkheidsaspecten steeds meer aan belang gewonnen in het dagelijkse commerciële rechtsverkeer.De exploitatie van persoonlijkheidsaspecten gebeurt in eerste instantie met de bedoeling om munt te slaan uit iemands aantrekkelijkheid of beroemdheid. Denk daarbij aan promotioneel gebruik van portretten van tennisspelers, publiciteitscampagnes met modellen, biografieën van politici of de verkoop van merchandising van populaire zangers (poppen, t-shirts, pins etc.). Voornamelijk de afbeelding, naam en stem lenen zich goed tot dergelijk attractief gebruik, omdat zij bij de waarnemer de meeste emoties oproepen en de associatie met een specifieke persoon mogelijk maken.Daarnaast zijn persoonlijkheidsaspecten commercieel waardevol dankzij hun vermogen om een product, dienst of onderneming van andere te onderscheiden. De onderscheidende kracht van de persoonlijkheid is het zichtbaarst bij de naam, die onder meer als domein-, handels-, merk- of vennootschapsnaam een belangrijk immaterieel vermogensbestanddeel van een bedrijf kan uitmaken.RECHTSONZEKERHEID DOOR GEBREKKIGE THEORIEVORMING – ONDERZOEKSVRAGEN - Ondanks het economische belang van de commercialisering van persoonlijkheidsaspecten, blijft de juridische theorievorming achterop hinken. Het gevolg hiervan is dat men in persoonlijkheidsrechtelijke aangelegenheden vaak op oneigenlijke wijze concepten en principes uit aangrenzende rechtstakken toepast, zoals het intellectuele eigendomsrecht.Om aan die juridische lacune tegemoet te komen, peilt onze centrale onderzoeksvraag naar de juridische principes die de commercialisering van persoonlijkheidsaspecten beheersen en naar de gevolgen voor persoonlijkheidsrechtelijke overeenkomsten. Doorheen het onderzoek komen de volgende subvragen aan bod: welke fundamentele rechten reguleren het gebruik van persoonlijkheidsaspecten in het rechtsverkeer (1)? Welke soorten persoonlijkheidsrechtelijke commercialisering vallen te onderscheiden, wat is de rechtsaard van overeenkomsten daartoe en, meer bepaald, wat is hun voorwerp (2)? Hoe vertalen de toepasselijke juridische principes zich in concreto op het vlak van de totstandkoming, uitvoering, interpretatie en beëindiging van persoonlijkheidsrechtelijke overeenkomsten (3)? Wat zijn de mogelijkheden van en grenzen aan commercialisering van persoonlijkheidsaspecten na overlijden van de betrokken persoon (4)? De voorgestelde juridische oplossingen worden getoetst aan een aantal gekozen criteria, namelijk de adequate bescherming van de menselijke waardigheid, de vrijwaring van de contractsvrijheid, de inachtneming van de maatschappelijke dimensie van persoonlijkheidsrechtelijke commercialisering en de maximale voorzienbaarheid en voorspelbaarheid van de rechtsgevolgen.OPZET EN OPBOUW ONDERZOEK - Via een klassiek en intradisciplinair bronnenonderzoek van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer spitst het onderzoek zich in de eerste plaats toe op de contractuele – of “actieve” – vormen van commerciële exploitatie van de menselijke afbeelding, naam of stem, zonder gebonden te zijn aan een specifieke professionele sector. In ondergeschikte orde komt buitencontractuele of “passieve” commercialisering aan bod. Wij doen dit aan de hand van een geïntegreerde rechtsvergelijking tussen de primaire referentiestelsels België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland.Om de vooropgestelde onderzoeksvragen te beantwoorden, schetst Deel I het normatief kader voor de commerciële exploitatie, rekening houdend met de oorsprong en fundamentele principes van persoonlijkheidsbescherming. Bijzondere aandacht gaat uit naar de specifieke subjectieve rechten die van belang zijn voor de commerciële exploitatie van persoonlijkheidsaspecten, namelijk de rechten op afbeelding, naam en stem en het gegevensbeschermingsrecht. Deel II brengt de “actieve” commercialiseringspraktijk in kaart. De leidraad voor de bespreking van het juridische regime voor persoonlijkheidsrechtelijke overeenkomsten is de tweeledige typologie, namelijk het onderscheid tussen attractief en onderscheidend gebruik. In Deel III wordt de problematiek onderzocht van de postmortale commercialisering." "Functionele humane HEPatocyten, stervormige cellen en sinusoïdale endotheelcellen uit STEM cellen" "Vakgroep Medische Basiswetenschappen" "De algemene doelstelling van HEPSTEM is het ontwikkelen van humane pluripotente stamcellen (embryonale stamcellen (hESC) en geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSC)) mature, functionele hepatocyten. Dergelijke cellen kunnen (1) worden gebruikt in de farmaceutische industrie om geneesmiddelmetabolisme evalueren; studie onderliggende mechanismen HBV / HCV-infecties en de ontwikkeling van antivirale therapieën (2) in bioartifical lever (BAL) apparaten die detoxificatie functies van de lever kan ondersteunen patiënten met acuut leverfalen levertransplantatie overbruggen. Enkele positieve klinische studies zijn al gemeld, maar verder onderzoek naar het nut van BAL-apparaten is belemmerd door gebrek aan geschikte parenchymale levercellen, (3), zelfs al is dit doel is waarschijnlijk de meest moeilijk te bereiken, als bron van cellen voor hepatocyte transplantatie. Kleine klinische studies hebben gesuggereerd dat parenchymcel functie kan zijn - in ieder geval tijdelijk - vervangen door het transplanteren van hepatoctes. Het verdere testen van deze therapie wordt ook belemmerd door gebrek aan geschikte parenchymale levercellen." "Het bevorderen van het engagement en de leerprestaties van meisjes in blended STEM cursussen" "Katie Goeman" "Onderzoeksgroep Beleidsinformatica (LIRIS) (hoofdwerkadres Brussel)" "Ondanks het groeiende belang van STEM onderwijs zijn meisjes en vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in STEM cursussen en professionele carrières. Meer onderzoek is noodzakelijk om claims omtrent de positieve impact van interventies van blended leeromgevingen in dit opzicht systematisch te bestuderen. Dit onderzoeksproject wenst te achterhalen hoe blended leren het engagement en de leerprestaties van meisjes in STEM cursussen kan bevorderen. Om dit onderzoeksdoel te bereiken wordt een ontwerponderzoek opgezet, waarbij diverse onderzoeksmethoden en -technieken worden gehanteerd. De hoofddoelstelling is om een theoretisch en empirisch gefundeerd model te ontwikkelen met principes voor cursusontwerp. Deze studie zal bijdragen tot de huidige theorievorming in beide onderzoeksgebieden, alsook handvaten aanreiken aan lesgevers, programmacoördinatoren en cursusontwerpers." "De stem van het volk. Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek." "Stefaan Walgrave" "Media, middenveld en politiek (M2P)" "Een van de belangrijkste functies van nieuwsmedia in democratische samenlevingen is het weergeven van publieke opinie. Er zijn verschillende manieren waarop journalisten naar publieke opinie kunnen verwijzen in hun nieuwsberichten: (1) opiniepeilingen, (2) vox pops, (3) (expliciete) verwijzingen naar de publieke opinie, (4) protest en (5) referenties naar sociale media. Er bestaan verschillende studies die op één van deze weergaven van publieke opinie focussen. Verrassend genoeg bestaat er nauwelijks onderzoek naar hoe deze verschillende weergaven worden gecombineerd in het nieuws. Het is echter wel belangrijk om meer inzicht te krijgen in hoe publieke opinie wordt weergegeven in het nieuws, aangezien mensen naar de media kijken om te leren over opinies van anderen. De kernvragen van dit project zijn bijgevolg: hoe wordt publieke opinie weergegeven in het nieuws en hoe beïnvloedt dit burgers? Om deze vragen te beantwoorden combineer ik een inhoudsanalyse van nieuws uit drie landen (VS, VK en België) met een reeks van experimenten. De inhoudsanalyse focust op hoe vaak de verschillende weergaven van publieke opinie voorkomen in het nieuws en hoe ze worden gecombineerd. Verder wordt onderzocht hoe journalisten publieke opinie framen: wordt het publiek weergegeven als een homogene massa? Dit is belangrijk, aangezien verwacht wordt dat homogeniteit een rol speelt in de invloed van deze publieke opinieweergaven. In de tweede fase van het onderzoeksproject wordt een serie cumulatieve experimenten uitgevoerd om een begrip te krijgen van hoe en wanneer weergaven van publieke opinie de gepercipieerde publieke opinie en eigen opinie van het publiek beïnvloeden." "De stem van experten. Syntheserapport over migratie en integratie." "Tine Van Regenmortel" "Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE), Onderzoeksgroep Sociaal en Economisch Beleid en Maatschappelijke Integratie" "Vier Belgische onderzoeksinstituten Cedem (Universiteit van Luik), CeMIS (Universiteit Antwerpen), Germe (ULB) en HIVA (KU Leuven) werken al bijna 2 decennia rond migratie- en integratie gerelateerde topics, vaak in samenwerking. Heel wat verworven inzichten zijn vandaag nog steeds bruikbaar. Dit project beoogt een synthese te maken van onderzoek dat nog steeds relevant is voor het huidige migratiedebat."