Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Interculturele competentie: de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik in het Duits." "Katja Lochtman" "Taal- en Letterkunde" "Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van modale partikels bij de verwerving van formeel en informeel taalgebruik van het Duits (bij Nederlandstaligen). De onderzoeksopzet kadert binnen de actuele problematiek van de verwerving van sociolinguïstische competentie ter bevordering van interculturele communicatie. Het voorgestelde onderzoek wil nagaan hoe Nederlandstalige leerders van het Duits omgaan met formeel en informeel taalgebruik in de doeltaal. Daarbij wordt er specifiek gelet op hun interpretatie (receptie) en gebruik (productie) van modale partikels in verschillende registers. Uit het weinige onderzoek totnogtoe over dit thema is namelijk gebleken dat de modale partikels vaak een probleem vormen bij de verwerving van het Duits als vreemde taal, zelfs voor gevorderden. Hierdoor ontstaan bij interculturele communicatie vaak misverstanden, die het imago van het Duits als vreemde taal geen goed doen. Daarom zal er ook worden gekeken naar het verband tussen formaliteit en beleefdheid (gedefinieerd in termen van modaliteit) en de rol van het al dan niet gebruiken van modale partikels daarbij." "Bestrijding van mebraanfouling door transparante exopolymeer partikels (TEP) met behuulp van nanopartikels." "Bij membraanfiltratie voor waterbehandeling blijft membraanfouling (vervuiling) een groot probleem. Fouling wordt o.a. veroorzaakt door micro-organismen en door de kleverige exopolymeer partikels (TEP) die ze produceren. In dit onderzoek zal het belang an de afwezigheid van TEP in afval en oppelvlaktewater en de invloed hiervan op membraanfouling worden onderzocht. Verschillende wegen zullen worden gevolgd om deze TEP-problemen te voorkomen." "Bestrijding van membraanfouling door transparante exopolymeer partikels (TEP) met behulp van nanopartikels." "Ivo Vankelecom" "Afdeling: Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse" "In het domein van waterbehandeling is membraanfiltratie de laatste jaren uitgegroeid tot dé referentietechniek. De grootste tekortkoming van membraanfiltratie blijft de vervuiling of 'fouling' van het membraan met een verminderde membraanperformantie tot gevolg. Fouling wordt o.a. veroorzaakt door micro-organismen en door kleverige exopolymeer partikels (TEP) die ze produceren. In dit onderzoek zal het belang van de aanwezigheid van TEP in afval- en oppervlaktewater en de invloed hiervan op membraanfouling onderzocht worden. De efficiëntie van zandfilters voor de verwijdering van TEP zal nagegaan worden. Daarnaast zal de productie en vrijstelling van TEP door bacteriën bestudeerd worden na contact van het te filteren water met zilver nanopartikels alsook de oxidatie van TEP met verschillende oxidatieve nanopartikels. Het uiteindelijke doel is om een voorbehandelingstrein te construeren die membraanfouling tegen gaat op basis van een zandfilter, een desinfectiebed en een oxidatiebed." "Beeldvorming van de nucleaire import en integratie van enkelvoudige HIV partikels" "Zeger Debyser" "Moleculaire Virologie en Gentherapie" "Tot op heden zijn 38 miljoen mensen wereldwijd besmet met het humaan immuundeficiëntievirus type 1 (HIV-1). Antiretrovirale therapie kan de replicatie van HIV-1 onderdrukken en voorkomt het optreden van het verworven immuundeficiëntiesyndroom (AIDS). De behandeling is levenslang aangezien het virus terug opduikt uit reservoirs na het onderbreken van de therapie. Inzicht in de interacties tussen de gastheer en de virale eiwitten tijdens de replicatiecyclus is van vitaal belang om nieuwe strategieën voor een HIV genezing te ontwikkelen. In dit onderzoeksvoorstel gebruiken we een state-of-the-art beeldvormingsplatform om de vroege replicatiestappen van HIV op een enkel virusniveau te bestuderen met behulp van confocale microscopie van virus gemerkt met eGFP-integrase. We zullen HIV partikels die de kern binnendringen, karakteriseren met behulp van expansiemicroscopie.We zullen daarna de rol onderzoeken van de transportines 1 en SR2 (TNPO1 / TRN-SR2) in de nucleaire import van HIV. Verschillende parameters, zoals nucleaire import efficiëntie, nucleaire lokalisatie en de HIV integrase (IN) oligomerisatietoestand zullen worden bepaald na depletie van transportine of door gebruik te maken van een interactiedefectieve mutant van TRN-SR2. Ten slotte zullen we de relatie bestuderen tussen de selectie van de plaats van integratie en transcriptieniveaus van HIV via bDNA-beeldvorming.  Dit onderzoek zal bijdragen tot nieuwe strategieën voor de functionele genezing van HIV infectie." "Ontwikkeling van geïntegreerde beeldvormingstechnieken om individuele HIV partikels te bestuderen tijdens de vroege replicatiestappen" "Zeger Debyser" "Moleculaire Virologie en Gentherapie" "HIV-1 vereist de interactie met verschillende cellulaire cofactoren om zijn replicatiecyclus te volbrengen. In de eerste plaats zal het virale enveloppe proteïne binden aan de CD4-receptor en CXCR4 of CCR5 co-receptor om toegang te verkrijgen tot de gastheercel. Deze interactie resulteert in een membraanfusie en de vrijstelling van het virale capside in het cytoplasma van de gastheercel. Tijdens het transport van het virus naar de celkern wordt het virale RNA omgezet naar dubbelstrengig viraal DNA (vDNA) door het virale reverse transcriptase (RT) enzym; tegelijk start de capside ontmanteling. Aan het nucleaire porie complex zal het viraal capside proteïne interageren met verschillende nucleoproteïnen, componenten van het nucleaire porie complex, om zo toegang te verkrijgen tot de celkern. Daarnaast zijn verschillende cellulaire importfactoren, zoals importine-7, importine-a1, importine-a3 en transportine-SR2 (TRN-SR2) ook geassocieerd met HIV-1 nucleaire import. In 2008 werd TRN-SR2 geïdentificeerd als een HIV-1 cofactor in twee onafhankelijke genoombrede RNAi experimenten en als bindingspartner van HIV-1 integrase (IN). Nadat het virus de celkern heeft kunnen binnendringen, zal het vDNA gebonden worden aan het genoom van de gastheercel door het cellulaire proteïne LEDGF/p75, waarna het onomkeerbaar geïntegreerd zal worden in het cellulaire genoom door IN.De verschillende stappen van de vroege replicatiecyclus zijn allemaal onderling verbonden en exact getimed. Finaal zal er maar een kleine aantal virussen al deze stappen correct kunnen uitvoeren en leiden tot een productieve infectie. Single virus fluorescentie methoden, door middel van het fluorescent labelen van een viraal proteïne, geven ons de mogelijkheid specifieke stappen van de replicatiecyclus te bestuderen in de cel zelf en dit met een hoge sensitiviteit en selectiviteit. Deze technieken geven ons meer informatie over de intracellulaire locatie van deze processen, eventuele interactiepartners en de dynamica van deze stappen. Dit is zelfs mogelijk in levende cellen.In hoofdstuk 3 zal ik focussen op een ziekte-veroorzakende TRN-SR2 mutatie en het effect hiervan op HIV-1 replicatie. TRN-SR2, gecodeerd door het TNPO3 gen, transporteert essentiële pre-mRNA splicing proteïnen naar de celkern, bijvoorbeeld ASF/SF2, SC35 en CPSF6. Een adenosine deletie in het stopcodon van TRN-SR2 werd geïdentificeerd als de genetische oorzaak van een spierziekte, meer bepaald van bekkengordeldystrofie 1F (LGMD1F). Deze deletie resulteert in een frameshift waardoor patiënten met LGMD1F een vijftien aminozuren langer TRN-SR2 proteïne bevatten. Voorheen werd reeds aangetoond dat deze verlenging van TRN-SR2 de normale verplaatsing naar de nucleus aantastte, maar het exacte mechanisme waardoor deze mutatie leidt tot LGMD1F is momenteel nog niet opgehelderd. Omwille van de belangrijke rol van TRN-SR2 in HIV-1 nucleaire import, bestudeerde ik het effect van deze TRN-SR2 mutant op HIV-1 replicatie. In deze studie werden verschillende in vitro en cellulaire technieken gebruikt, inclusief het gebruik van fluorescent gelabelde virussen, door IN te koppelen aan een versterkt groen-fluorescerend eiwit (eGFP). We hebben kunnen aantonen dat de HIV-1 replicatie wel degelijk belemmerd wordt in cellijnen die het mutant TRN-SR2 bevatten en zelfs nog meer uitgesproken in primaire cellen van patiënten met LGMD1F. Deze inhibitie kon echter niet verklaard worden door een defecte nucleaire import. Tot slot zal extra onderzoek nodig zijn om het exacte mechanisme op te helderen waarmee deze TRN-SR2 mutant HIV-1 infectie kan blokkeren.De fluorescent gelabelde virussen maken het mogelijk om afzonderlijke virussen te bestuderen, maar laten het echter niet toe de echte infectieuze partikels te onderscheiden van de grote achtergrond aan niet-infectieuze virussen. Omdat een succesvolle infectie finaal bepaald wordt door de integratie van het vDNA in het gastheer chromosoom, heb ik me in hoofdstuk 4 geconcentreerd op de ontwikkeling van een vDNA labeling strategie die gecombineerd kan worden met de IN gelabelde virussen.Verschillende HIV-1 specifieke, maar ook aspecifieke DNA visualisatie methoden zijn reeds ontwikkeld, maar de meeste van deze technieken kunnen niet gecombineerd worden met natuurlijk voorkomende fluorescente proteïnen zoals GFP. Daarom hebben we getracht een HIV-1 DNA labeling methode te ontwikkelen die de combinatie met de IN gelabelde virussen wel toe zou laten. Deze techniek is gebaseerd op de azide-alkyne cycloadditie reactie ofwel klikchemie. Infectie zal plaats vinden in de aanwezigheid van nucleosiden met een drievoudige binding die ingebouwd kunnen worden door HIV-1 RT. Vervolgens zullen deze analogen gekoppeld kunnen worden aan een organische fluorescent molecule, waardoor het vDNA fluorescent gelabeld zal worden.5-ethynyl-2’-deoxyuridine (EdU) is een commercieel beschikbaar nucleoside analoog dat reeds gebruikt werd in HIV-1 onderzoek. Dit analoog resulteert echter in een aanzienlijke achtergrond kleuring van de gastheercel zelf. Daarom hebben we getracht om nieuwe nucleosiden te ontwikkelen, die selectief en efficiënt ingebouwd kunnen worden door HIV-1 RT.Zeven verschillende nucleoside analogen met een propargyl-groep werden gesynthetiseerd en geanalyseerd voor hun gebrek aan cytotoxiciteit en virusinhibitie, in vitro RT-specifieke primer verlenging en incorporatie kinetiek, en de mogelijkheid om hiermee het HIV-1 DNA te visualiseren. Een van de analogen (A5) kan in vitro specifiek geïncorporeerd worden door HIV-1 RT, maar in de cel werd geen vDNA visualisatie waargenomen. Twee andere analogen (A3 en A6) daarentegen kunnen in vitro geïncorporeerd worden door HIV-1 RT en humaan mitochondriaal DNA-polymerase γ, en zijn wel in staat om het virale DNA te visualiseren. De incorporatie van deze analogen is echter niet heel efficiënt. Daarboven kan A3 ook gebruikt worden voor het visualiseren van de mitochondriale DNA synthese. Samengevat kon er geen analoog geïdentificeerd worden dat efficiënt en selectief geïncorporeerd kan worden door HIV-1 RT en daarnaast gebruikt kan worden voor de HIV-1 DNA visualisatie in de cel. Deze resultaten kunnen echter wel dienen als basis voor een verdere chemische optimalisatie om zo uiteindelijk een meer specifieke en efficiënte HIV-1 DNA visualisatie strategie te ontwikkelen." "De invloed van warmte- en massatransferfenomenen op katalyse: een studie op individuele partikels." "Bert Sels" "Afdeling: Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse" "Heterogene katalyse is een complex proces waarin veel fenomenen optreden, zoals diffusie, fysi- en chemisorptie en de eigenlijke chemische reactie. Typisch wordt het resultaat van een katalytisch proces geëvalueerd in termen van activiteit en selectiviteit. Hoewel deze empirische aanpak zeer nuttig is, levert ze onvoldoende informatie op over de unieke dynamica van de verschillende fundamentele deelprocessen die zich afspelen in en op de katalysator in actie. 'Real-time' onderzoek van een werkende katalysator is dus een waardevol onderzoekstraject om zulke fundamentele kennis te vergaren. Dit is onder andere geïllustreerd in het werk van nobelprijswinnaar Ertl. Dit onderzoeksproject gaat nog een stap verder, en tracht de fundamenten van de verschillende aspecten in heterogene katalyse te begrijpen door activiteits-, concentratie- en temperatuursprofielen op te stellen binnenin individuele katalysatorpartikels. Hiervoor worden 'state-of-the-art' optische microscopietechnieken aangewend. Het ultieme doel bestaat erin om massa- en hittetransfereffecten direct te kwantifiëren en om hun impact op de globale katalytische efficiëntie na te gaan. Spatiaal geresolveerde activiteitsprofielen kunnen ook gebruikt worden om oppervlakteprocessen op (sub)micrometerschaal, zoals oppervlaktediffusie ('spillover effects') te bestuderen. Fundamentele kennis over deze fenomenen zal op termijn bijdragen tot een meer rationeel design van verbeterde katalysatoren." "De ontwikkeling van RSV vaccins op basis van virus like partikels die korte fragmenten van RSV oppervlakte-eiwitten presenteren." "RSV is een longpathogeen dat vooral bij zeer jonge kinderen en bejaarden tot ernstige complicaties kan leiden. Er is geen profylactisch vaccin tegen RSV. Met behulp van recombinante gentechnologie willen we een RSV vaccinkandidaat aanmaken en het beschermend potentieel ervan uittesten." "Van molecule tot partikel: ontwerp van 'tailor-made' proteïnepartikels voor het beschermen en gecontroleerd vrijzetten van anthocyanen in levensmiddelen" "Iris Joye" "Afdeling: Centrum voor Levensmiddelen- en Microbiële Technologie" "Dit onderzoeksproject heeft tot doel op een economisch haalbare manier performante colloi'dale proteinepartikels aan te maken voor het weerhouden, beschermen en gecontroleerd vrijzetten van anthocyanen. Daarnaast zullen ook de moleculaire structuren en de aard en sterkte van de intermoleculaire interacties ontrafeld worden die de vorming, stabiliteit en functionaliteit van dergelijke partikels beinvloeden." "Het onzichtbare zichtbaar maken in preklinische modellen via magnetische partikel beeldvorming" "Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen, Universiteit Antwerpen, KU Leuven" "We stellen voor om een Momentum magnetic particle imaging (MPI) scanner aan te schaffen voor beeldvormingsfaciliteiten van de KULeuven, UGent en UAntwerpen. Het systeem zal ook een geïntegreerde CT hebben voor anatomische informatie en bevat het HYPER-systeem voor beeldgeleide gelokaliseerde hyperthermie. Een MPI-scanner, niet aanwezig in België, is nodig om tegemoet te komen aan de behoeften van 14 onderzoeksgroepen en kreeg extra steun van 10 groepen en 6 bedrijven. De beeldvormingscentra in Vlaanderen beschikken over een brede waaier aan apparatuur, maar de MPI-scanner is nodig om het volledige potentieel te realiseren: MPI maakt een eenvoudige kwantificering van ijzeroxide-nanodeeltjes mogelijk. Hierdoor kan men dosis-responsstudies doen, b.v. a) Hoeveel stam- of immuuncellen bevinden zich op de doellocatie en hoe beïnvloedt dit de therapeutische uitkomst? b) Voor gen- en medicijnafgifte in theranostische toepassingen, hoeveel deeltjes moeten zich ophopen op de doelplaats om de gewenste (antitumor)respons te induceren? c) Wat is de minimale dosis die lokaal nodig is om effectieve hyperthermie te induceren?" "Het onzichtbare zichtbaar maken in preklinische modellen via magnetische partikel beeldvorming" "Stefaan Soenen" "NanoHealth en Optische Beeldvorming, Laboratorium voor Angiogenese en Vasculair Metabolisme (VIB-KU Leuven), Laboratorium voor Celstress & Immuniteit, Stamcel- en Ontwikkelingsbiologie, Vrouw en Kind, Biomedische MRI, Laboratorium voor Cellulair Metabolisme en Metabole Regeling (VIB-KU Leuven), Laboratorium voor Moleculaire Kankerbiologie (VIB-KU Leuven), Translationeel Cel- en Weefselonderzoek, Laboratorium voor Tumor Micro-omgeving en Therapeutische Resistentie (VIB-KU Leuven), Dierenfysiologie en Neurobiologie, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent" "We stellen voor om een Momentum magnetic particleimaging (MPI) scanner aan te schaffen voorbeeldvormingsfaciliteiten van de KULeuven, UGent enUAntwerpen. Het systeem zal ook een geïntegreerde CThebben voor anatomische informatie en bevat het HYPERsysteemvoor beeldgeleide gelokaliseerde hyperthermie.Een MPI-scanner, niet aanwezig in België, is nodig omtegemoet te komen aan de behoeften van 14onderzoeksgroepen en kreeg extra steun van 10 groepen en6 bedrijven. De beeldvormingscentra in Vlaanderenbeschikken over een brede waaier aan apparatuur, maar deMPI-scanner is nodig om het volledige potentieel terealiseren: MPI maakt een eenvoudige kwantificering vanijzeroxide-nanodeeltjes mogelijk. Hierdoor kan men dosisresponsstudiesdoen, b.v. a) Hoeveel stam- ofimmuuncellen bevinden zich op de doellocatie en hoebeïnvloedt dit de therapeutische uitkomst? b) Voor gen- enmedicijnafgifte in theranostische toepassingen, hoeveeldeeltjes moeten zich ophopen op de doelplaats om degewenste (antitumor)respons te induceren? c) Wat is deminimale dosis die lokaal nodig is om effectievehyperthermie te induceren?"