Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Het lichaam als een spiegel van de ziel: een onderzoek naar de receptie van de Physiognomonica in de Middeleeuwen en de Renaissance" "Pieter De Leemans, Russell Friedman" "De Wulf-Mansioncentrum voor Antieke, Middeleeuwse en Renaissancefilosofie (OE)" "De Physiognomonica, geschreven door (pseudo-)Aristoteles, behandelt de relatie tussen uiterlijke kenmerken en innerlijke karaktertrekken. In de Middeleeuwen werd dit traktaat van de invloedrijke filosoof echter niet meer gelezen in het Grieks, maar onderzoekers maakten gebruik van de Latijnse vertaling van Bartholomeus van Messina (13de eeuw). Deze vertaling was bijzonder invloedrijk en zorgde mee voor de verspreiding van Aristoteles’ natuurfilosofisch gedachtegoed in het Westen. Het doel van dit onderzoeksproject is het maken van een eerste kritische editie van de Physiognomonica, na grondige studie van alle overgeleverde manuscripten; en vervolgens de receptie ervan in de Middeleeuwen te onderzoeken. Hiervoor worden alle commentaren op de Physiognomonica uit de Middeleeuwen in kaart gebracht en bestudeerd, en wordt er bekeken welke status deze tekst genoot in wetenschappelijke programma’s aan de middeleeuwse universiteiten. Hieruit blijkt welke invloed de tekst gehad heeft op verschillende wetenschappelijke takken, zoals de geneeskunde, psychologie en filosofie. " "De Schaduw binnen de Natuur: Epistemologie en Ontologie van Primaire Materie in de Late Middeleeuwen (1250-1430)" "Russell Friedman" "De Wulf-Mansioncentrum voor Antieke, Middeleeuwse en Renaissancefilosofie (OE)" "Het project is gecentreerd rond een ontologische en epistemologische schaduw binnen de natuur die geponeerd wordt door middeleeuwse filosofen: de schaduw van primaire materie. Dit project onderzoekt een laat middeleeuws debat dat de kern is van hylemorfisme, de theorie dat elk lichamelijk ding opgemaakt is uit materie en vorm. Middeleeuwse denkers hebben het bestaan gepostuleerd van een fundamentele basismaterie waar het lichamelijke universum van gemaakt is. Een vorm staat voor de structuur, wat maakt dat elk ding is wat het is, terwijl de primaire materie het potentiële substratum is dat de vorm ondersteunt. Dit betekent dat primaire materie zelf geen vorm of kwalificatie heeft: er kan niet van primaire materie gezegd worden dat het echt bestaat en ook kan het niet gekend worden. Middeleeuwse denkers hebben echter deze entiteit het principe van de natuur genoemd. Maar hoe kan iets dat niet gekend kan worden een fundament zijn van ons begrip van de natuur? Het voorliggende project zal deze centrale filosofische vragen adresseren. Het project zal zich focussen op de meest invloedrijke late middeleeuwse denkers en zal het ontologische debat rond primaire materie reconstrueren via epistemologie – een nieuwe invalshoek die leidt tot een volledige heroverweging van het onderwerp. Het project houdt derhalve een nieuwe interpretatie van de middeleeuwse discussie over materie in, en daarnaast geeft het nieuwe historische gronden voor het hedendaagse debat en de wetenschapsfilosofie." "De Schaduw binnen de Natuur: Epistemologie en Ontologie van Primaire Materie in de Late Middeleeuwen (1250-1430)" "Nicola Polloni" "Hoger Instituut voor Wijsbegeerte" "Het project is gecentreerd rond een ontologische en epistemologische schaduw binnen de natuur die geponeerd wordt door middeleeuwse filosofen: de schaduw van primaire materie. Dit project onderzoekt een laat middeleeuws debat dat de kern is van hylemorfisme, de theorie dat elk lichamelijk ding opgemaakt is uit materie en vorm. Middeleeuwse denkers hebben het bestaan gepostuleerd van een fundamentele basismaterie waar het lichamelijke universum van gemaakt is. Een vorm staat voor de structuur wat maakt dat elk ding is wat het is, terwijl de primaire materie het potentiële substratum is dat de vorm ondersteunt. Dit betekent dat primaire materie zelf geen vorm of kwalificatie heeft: er kan niet van primaire materie gezegd worden dat het echt bestaat en ook kan het niet gekend worden. Middeleeuwse denkers hebben echter deze entiteit het principe van de natuur genoemd. Maar hoe kan iets dat niet gekend kan worden een fundament zijn van ons begrip van de natuur? Het voorliggende project zal deze centrale filosofische vragen adresseren. Het project zal zich focussen op de meest invloedrijke late middeleeuwse denkers en zal het ontologische debat rond primaire materie reconstrueren via epistemologie – een nieuwe invalshoek die leidt tot een volledige heroverweging van het onderwerp. Het project houdt derhalve een nieuwe interpretatie van de middeleeuwse discussie over materie in, en daarnaast geeft het nieuwe historische gronden voor het hedendaagse debat en wetenschapsfilosofie" "Veroorzaakte de pest graancrisissen? Het ontrafelen van de mechanismen die het verband tussen epidemieën en voedselbevoorrading verklaren in de late middeleeuwen." "Tim Soens" "Centrum voor Stadsgeschiedenis!" "In premoderne samenlevingen veroorzaakten graancrisissen en epidemieën de meeste grote sterftepieken, zeker wanneer ze samenvielen. Onderzoek naar de wisselwerking tussen honger en epidemieën kon tot nog toe geen duidelijk chronologisch verband of sleutelmechanisme identificeren, en vooral de invloed van epidemieën op voedselcrisissen blijft onduidelijk. Graancrisissen in de late middeleeuwen waren zelden enkel een kwestie van productieverstoringen. Zij waren ook afhankelijk van de handel en de organisatie van markt. Mijn doctoraatsstudie toonde de link aan tussen een hogere graad van marktintegratie en breder verspreide prijspieken van graan in laatmiddeleeuws Vlaanderen. De organisatie en integratie van de laatmiddeleeuwse voedselmarkten zijn dus cruciale variabelen om de dynamiek tussen pestepisodes en graancrisissen te bestuderen. Dit project test de hypothese dat de prijspieken geïnduceerd door grote epidemieën gelijkmatiger verdeeld waren in grotere regio's met een geïntegreerde markt, terwijl een gelijkaardige schok veel grotere, maar meer geïsoleerde prijspieken zou veroorzaken in regio's met meer gesegregeerde markten. Door een comparatieve analyse van laatmiddeleeuwse rekeningen (van stedelijke grootgrondbezitters en overheden) voor het Graafschap Vlaanderen en Toulouse zal ik aantonen hoe de organisatie en integratie van graanmarkten kon bepalen hoe groot de impact van een epidemie was op de voedselvoorziening van een regio en/of stad." "Naar de integratie van DH/AI-methodologieën in de studie van de transmissie van teksten, ideeën en beelden in Oudheid, Middeleeuwen en Renaissance" "Pieter d'Hoine, Wim Decock" "De Wulf-Mansioncentrum voor Antieke, Middeleeuwse en Renaissancefilosofie (OE), Onderzoekseenheid Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis" "LECTIO (Leuvens Instituut voor de studie van de transmissie van teksten, ideeën en beelden in Oudheid, Middeleeuwen en Renaissance) biedt platform voor interdisciplinair onderzoek rond ideeëngeschiedenis en de wetenschappelijke uitgave van kostbare teksten. Het bouwt verder op de sterke Leuvense traditie van historisch, filosofisch, taalkundig, juridisch en theologisch onderzoek op basis van bronnenstudies en filologische methodes. Die traditie gaat terug op de stichting van het Drietalencollege voor de studie van het Latijn, Grieks en Hebreeuws in 1517. Als Leuvens Instituut wil LECTIO een grensverleggende bijdrage leveren tot de methodologische vernieuwing van de intellectuele geschiedenis en de wetenschappelijke editietechniek gelet op de nieuwe mogelijkheden geboden door Artificiële Intelligentie en Digital Humanities. Daarnaast is er heel wat nieuw bronnenmateriaal dat op onderzoek wacht (bv. studentennota's van de Oude Faculteiten Geneeskunde en Rechten). Daarom wil LECTIO de succesvolle samenwerking die de voorbije jaren is uitgebouwd tussen onderzoekers uit Filosofie, Theologie, Letteren en Rechtsgeleerdheid uitbreiden naar collega’s uit wetenschappen, technologie en geneeskunde. " "Rebellie in de Gentse letteren van de middeleeuwen tot heden" "Lars Bernaerts" "Vakgroep Letterkunde" "Literaire werken hebben sinds de middeleeuwen en tot vandaag het rebelse imago van de stad Gent gevoed, maar ook bekritiseerd en getransformeerd. Dit valorisatieproject verspreidt het recente onderzoek naar die rebellie in de Gentse letteren in de vorm van een publieksboek, wandelingen en een podcastserie. Het publiek komt zo in contact met een verruimd literatuurbegrip, waarin ook performance (bv. happenings van Pjeroo Roobjee) en liedcultuur (bv. Walter De Buck en De Vieze Gasten) hun plaats hebben; het publiek leert recente benaderingswijzen uit de letterkunde kennen; en het publiek maakt kennis met gevalstudies uit verschillende periodes, gaande van de middeleeuwse Maagd van Gent tot Virginie Loveling en Stefan Hertmans. De gevalstudies zijn sterk lokaal verankerd in de Gentse stedelijke ruimte, maar stijgen stuk voor stuk ook uit boven hun lokale context." "Gedeeld belang of onderlinge wedijver? De organisatie van vrijwillige rechtspraak in de Zuidelijke Lage Landen tijdens de late middeleeuwen (1278-1433)." "Els De Paermentier" "Vakgroep Geschiedenis, Vakgroep Metajuridica, Privaat- en Ondernemingsrecht" "De publieke opinie in België stelt zich kritische vragen en bedenkingen bij de relevantie van het huidige notariaat. Zo komt de prominente rol van de notaris in het verlijden en authentiseren van overeenkomsten tussen particulieren op de helling te staan. Tegenwoordig zijn notarissen geen vanzelfsprekendheid meer en dit onderzoeksproject wil aantonen dat ze dat in het verleden evenmin waren. Nochtans heeft de historiografie rond de laatmiddeleeuwse vrijwillige rechtspraak in de voormalige Zuidelijke Lage Landen het belang van openbare notarissen te vaak en onterecht overschat. Daardoor doet ze afbreuk aan de complexe juridische realiteit van de middeleeuwse samenleving in deze contreien, die bovendien sterk beïnvloed werd door regionale en lokale gewoonterechtelijke tradities. Vanuit een comparatieve insteek en een nieuw gelaagd conceptueel denkkader beoogt dit onderzoek in kaart te brengen hoe notarissen zich destijds verhielden tot inheemse alternatieven voor vrijwillige rechtspraak. Voor de graafschappen Henegouwen en Vlaanderen, twee historische regio's met uiteenlopende socio-economische structuren, zal het tot een fijnmaziger begrip komen van hoe verschillende actoren coëxisteerden en elkaar in evenwicht hielden in hun onderlinge competitie als beoorkondingsinstanties voor privaatrechtelijke transacties. Bijkomend zal dit project wetenschappelijk onderbouwde argumenten aanbrengen in het heersende debat over de meerwaarde van de notariële dienstverlening vandaag." "Augustinus van Hippo’s De civitate Dei in de volle Middeleeuwen (10e-12e eeuw): transmissie en receptie in theologische debatten" "Gert Partoens" "Onderzoeksgroep Latijnse Literatuur, Leuven, Onderzoekseenheid Geschiedenis van Kerk en Theologie" "Mijn project behandelt de handschriftelijke overlevering en receptie van Augustinus van Hippo’s De civitate Dei van de 10e tot de eerste twee decennia van de 12e eeuw. Augustinus’ De civitate Dei is een van de meest invloedrijke werken voor de vorming van de Christelijke identiteit en van de Westerse cultuur als dusdanig. Desalniettemin heeft het Middeleeuwse Fortleben ervan betrekkelijk weinig wetenschappelijke aandacht gekregen. Door de eerste systematische studie van de receptie en transmissie van het werk in de eerder vermelde tijdsspanne te bezorgen, zal ik de rol analyseren van De civitate Dei in de genese van Middeleeuwse theologische, ecclesiologische en politieke theorieën. Bovendien zal mijn project nieuw licht werpen op de adaptatie van Augustinus’ autoriteit in verschillende contexten en voor verschillende, soms tegengestelde, doelen. Dit project combineert (1) een ‘horizontale’ onderzoekslijn (met name, het traceren en beschrijven van alle handschriften van en citaten uit De civitate Dei) met een (2) ‘verticale’ onderzoekslijn (met name, een gedetailleerde analyse bieden van specifieke clusters van werken). De werken die in het laatste geval onderzocht zullen worden, zijn (a) de Libelli de lite Imperatorum et Pontificum, die tot stand kwamen tijdens de Investituurstrijd en bedoeld waren om de zgn. Gregoriaanse Kerkhervorming te steunen of aan te vallen, en (b) de werken die gelinkt worden aan de controverse over de zgn. Transsubstantiatieleer." "Hoe de Oriënt te construeren? Adellijke reisverhalen uit Europa en de representatie van de wereld van de Islam in de late middeleeuwen." "Malika Dekkiche" "Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis" "Landen van mirakels en wonderen, van specerijen en ongebreidelde rijkdom. De ""Oriënt"" heeft voortdurend de middeleeuwse geest geprikkeld en gefascineerd. Het succes van reizigers als Marco Polo en anderen heeft in grote mate bijgedragen tot deze fascinatie. Maar tegelijk werd de ""Oriënt"" ook beschouwd als bedreigend. Het was het land van de religieuze vijand, het was het land van de Islam. Een binaire en antagonistische visie was het resultaat. De Oriënt werd vereenzelvigd met de er heersende religie, maar tegelijk werden, Ottomanen en bij uitbreiding alle Moslims vanaf de late vijftiende eeuw ook meer en meer als ""barbaars"" omschreven (en het Christelijke Europa als ""beschaafd""). Het onderzoek heeft de voorbije decennia vooral aandacht besteed aan de visies op de Islam van clerici en intellectuelen, veelal ten koste van die van andere groepen in de samenleving. Maar veel andere Europeanen hebben ook hun visies op de Islam beschreven, en vaak zelfs, indien ze zelf de reis naar het Midden-Oosten hadden ondernomen, op basis van persoonlijke observatie. Een rigide analyse van deze teksten (en van de contexten waarin ze tot stand kwamen) ontbreekt echter nog altijd. Met name de representatie van de Islamitische andere in reisverhalen geschreven door of gemaakt op bevel van edelen biedt interessante perspectieven. Edelen stonden vaak dicht bij vorsten, die in deze periode steeds machtiger werden en ze koesterden bij uitstek militaire identiteiten, die hen op de voorgrond brachten bij de uitwerking van de opnieuw opkomende kruisvaartinitiatieven. Hun narratieven hebben dus een diepe impact nagelaten op de manieren waarop Europa omging met de Islamitische andere. Dit project wil de reisverhalen van laatmiddeleeuwse edelen onder de loep nemen in drie heel verschillende politieke constellaties en zo hun potentiële invloed in kaart brengen op latere ontwikkelingen van Europese discoursen over de Islam." "Ongewenste Natuur. De vervolging van 'schadelijke dieren' in Vlaanderen en Brabant tijdens de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd, 1400-1600." "Thijs Lambrecht" "Vakgroep Geschiedenis" "Dit project onderzoekt pogingen in het laatmiddeleeuwse Graafschap Vlaanderen en Hertogdom Brabant (1400-1600) 'schadelijke dieren' (soorten die een bedreiging vormen voor menselijke belangen) uit te roeien. Het doel van dit onderzoek is lange-termijn ontwikkelingen in de Lage Landen op politiek, sociaal- economisch en milieuvlak te koppelen aan veranderende attitudes ten op zichtte van wilde dieren alsook de methoden om hen te bejagen. Daarnaast zal het ook de ecologische gevolgen van het uitroeingsproces analyseren. Vlaanderen en Brabant kunnen een pioniersrol in Europees perspectief hebben gehad, omdat zij twee zeer rijke en dichtbevolkte gebieden waren die de vervolging van schadelijke dieren eerder dan andere regio's intensiveerden. In deze vorstendommen was de uitroeing van dieren zoals de wolf, kraai en otter al goed ontwikkeld rond 1400 door gebruik te maken van drie verschillende jachtmethoden. Dit project is gebaseerd op twee soorten historische bronnen: wetten/costumen en rekeningen. Deze geven informatie over de juridische context en wat er in de praktijk gebeurde. Door milieu, socio-economische en politieke aspecten van de geschiedenis van de Lage Landen in verband te brengen met de jacht op schadelijke dieren kan dit project een bijdrage leveren aan debatten over onze 'ecologische voetafdruk', mens-dier relaties en verlies van biodiversiteit. Het biedt ook een historisch kader dat op andere Europese regio's kan worden toegepast."