Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Over Gemoed en Media: Het Ontrafelen van de Relatie tussen de Affectieve Media Ervaringen van Adolescenten en hun Emotionele Welzijn" "Steven Eggermont" "School voor Massacommunicatieresearch (OE), Schoolpsychologie en Ontwikkeling in Context (OE)" "Dit project introduceert een model dat de positieve en negatieve rol van mediagebruik in depressieve symptomen verklaart. In haar proces leidt het project ook tot een conceptualisering van moderators in een theoretische structuur die onderscheid maakt tussen niveaus van moderatie. Dit project zal dus niet alleen leiden tot een meer geavanceerd begrip van associaties tussen mediagebruik en het welbevinden van adolescenten, maar ook bijdragen aan een verbeterd conceptueel model voor het verklaren van (differentiële gevoeligheid voor) media-effecten." "Wanneer en hoe dragen (sociale) media bij tot het professioneel keuzeproces van adolescenten? De ontwikkeling van het MAP model als een conceptueel kader om de rol van (sociale) media in professionele keuzes te beschrijven" "Laura Vandenbosch" "School voor Massacommunicatieresearch (OE)" "Dit project onderzoekt de rol van TV-series en sociale media omtrent beroepen bij late adolescenten. Het eerste doel is om adolescenten hun eigen ervaringen te exploreren m.b.t. berichten omtrent beroepen dat ze zien in TV-series en op sociale media en hoe zo een ervaringen kunnen verschillen afhankelijk van het medium. Aan de hand van een kwalitatief onderzoek werden de receptieprocessen, de cultivatie van belangrijke aspecten van beroepen, en percepties over het realisme van zo een afbeeldingen geëxploreerd. Het tweede doel was om te onderzoeken hoe jobs voorgesteld worden in populaire TV-series en op sociale media aan de hand van inhoudsanalyses. Deze inhoudsanalyses focussen op de afbeeldingen van ""work values"" (i.e., belangrijke job aspecten die personen belangrijk vinden in hun job, bv. geld verdienen, leuke en interessante dingen kunnen doen) en hoe zo een afbeeldingen van work values gelinkt zijn aan bepaalde types van personen (oa. geslacht, etniciteit). Het derde doel was om na te gaan hoe afbeeldingen over beroepen in TV-series en op sociale media een effect hebben op late adolescenten aan de hand van een longitudinale studie. Hierin wordt er niet enkel aandacht gegeven aan de effecten van work value afbeeldingen op adolescenten, maar ook aan de effecten van counter stereotypical afbeeldingen van jobs (bv. vrouwen in STEM-beroepen). " "Mediawijs onderwijs met Media Didactica. Lerarenopleidingen activeren mediagebruik en kritische reflectie op de media." "Wil Meeus" "Departement Opleidings- en Onderwijswetenschappen - overige, Media, ICT en interpersoonlijke relaties in Organisaties en Samenleving (MIOS), Didactica" "Het doel van het project is een raamwerk ontwikkelen voor mediawijsheid in de lerarenopleiding (Media Didactica), waarin leerlijnen voor mediawijsheid in de lerarenopleiding worden uitgetekend. Aan de hand van dit raamwerk kunnen lerarenopleiders hun deskundigheid op het vlak van mediawijsheid ontwikkelen en evalueren. Twee inhoudelijke pijlers schragen de leerlijnen: (1) het gebruik van media als leermiddel in en buiten de school en (2) kritische reflectie over de impact van media op het leer- en ontwikkelingsproces in klas, school en samenleving. Het raamwerk is een concrete uitwerking van mediawijsheid zoals dat aan bod komt in het ontwikkelingsprofiel van de lerarenopleider. De leerlijnen worden vakonafhankelijk uitgetekend. Ze zijn bedoeld voor alle lerarenopleiders en bij uitbreiding ook voor de studenten in de lerarenopleiding en voor leraren." "Proeftuin Media XR/5G - Connecting audiences with immersive realtime & interactive 3D media experiences" "Silvia Van Aken" "Immersive Lab, Howest" "PROBLEEMSTELLING Het jongste decennium zet de digitalisering van het medialandschap zich in sneltempo voort. We kijken niet alleen thuis lineair televisie, we consumeren media niet-lineair – anytime anyplace – via online video en streaming. Aldus een grootschalige survey bij 908 Vlamingen (AP, 2020) is de Vlaamse kijker nu ook klaar voor de volgende stap: Extended Reality (XR) in de media. Een gelijkaardige digitale evolutie deed zich voor binnen de printmedia. De Vlaamse mediaspelers staan vandaag voor grote uitdagingen, zoals dalende reclame-inkomsten en behoud van kijkcijfers of abonnees (PUB, 2021). ONDERZOEKSVRAAG “Hoe kunnen traditionele mediaspelers hun doelpubliek verruimen en verbinden door nieuwe vormen van mediacontent en –reclame en crossmediale formats die ontstaan dankzij eXtended Reality (XR)?” In de Proeftuin ontwikkelen we nieuwe vormen van XR die tot nu toe enkel op krachtige computers op een vaste locatie konden beleefd worden. Dankzij 5G-netwerken kan men zwaardere en tot de verbeelding sprekende XR-content met een lage latency verspreiden naar publieken in uiteenlopende settings en locaties. DOELSTELLINGEN Het innovatiedoel wordt opgesplitst in 3 meetbare doelstellingen: · Radarfunctie: We bundelen informatie rond XR en 5G voor media (o.a. mogelijkheden, drempels, cybersecurity, internationale XR-cases die meerwaarde van 5G aantonen binnen media). · Adviesfunctie: We zijn het aanspreekpunt voor vragen rond media XR/5G en vervullen een matchmaking functie tussen mediabedrijven, XR- en reclamebureaus, eventorganisatoren en telecomoperatoren). · Inspiratiefunctie: Samen met de begeleidingsgroep ontwikkelen we 5 gedocumenteerde business cases, afgestemd op de lokale noden van onze Vlaamse mediaspelers. METHODOLOGIE · Behoeftenanalyses · Business cases · Begeleidinsgroepen" "De verwerking van en reactie op toevallig tegengekomen sociale media inhouden bij adolescenten - Een onderscheid tussen polariserende en depolariserende incidentele sociale media effecten" "Steven Eggermont" "School voor Massacommunicatieresearch (OE)" "Sociale media worden verondersteld polarisatie in de hand te werken omdat ze het mogelijk maken voor gebruikers om zich te omringen met gelijkgestemden. Zo worden ‘echokamers’ gecreëerd waarbinnen blootstelling aan attitude-incongruente informatie minimaal is en bestaande attitudes versterkt worden. Tegelijkertijd maken de overvloed aan nieuws en gebruiker-gegenereerde inhouden op sociale media het waarschijnlijk dat gebruikers incidenteel worden blootgesteld aan media-inhouden zonder dat ze daar actief naar op zoek zijn. Deze incidentele blootstelling (IB) kan aanleiding geven tot meer diverse media blootstelling en opent de mogelijkheid dat initieel ongeïnteresseerd gebruikers in aanraking komen en interageren met bepaalde media-inhouden. De idee dat sociale media blootstelling aan diverse, tegenstrijdige media-inhouden faciliteren en ongeïnteresseerde gebruikers kunnen mobiliseren staat haaks op de idee dat sociale media polariserend werken. Heden bestaat geen consensus over de potentiële depolariserende rol van sociale media. Dit project heeft daarom als doel om a/ verschillende types IB te onderscheiden en te analyseren onder welke condities die aanleiding geven tot blootstelling aan attitude-congruente/discongruente informatie, en b/ te onderzoeken of attitude-incongruente/discongruente IB resulteert in polariserende of depolariserende gevolgen, met daarbij speciale aandacht voor de mediërende rol van cognitieve responsen. " "Explaining adolescents' media use and differential susceptibility to the association between media use and risk behavior: a reinforcement sensitivity perspective." "Steven Eggermont" "School voor Massacommunicatieresearch (OE)" "Over het algemeen bestaat er consensus over de hypothese dat verschillende mensen verschillende media(-inhouden) selecteren en dat blootstelling aan deze inhouden verschillende mensen op een verschillende manier kan beïnvloeden. Doorheen de jaren zijn dan ook heel wat studies uitgevoerd naar de link tussen persoonlijkheid en mediagebruik enerzijds en de rol van persoonlijkheid in het verklaren van media-effecten anderzijds. De meeste van deze studies operationaliseerden persoonlijkheid door gebruik te maken van eerder descriptieve modellen zoals het Five Factor Model of selecteerden specifieke persoonlijkheidskenmerken zoals agressiviteit en sensation seeking.  In dit doctoraat werd een alternatieve operationalisering van persoonlijkheid geïntegreerd in onderzoek naar mediagebruik en media-effecten vanuit het perspectief van de Reinforcement Sensitivity Theory. Deze theorie stelt dat neuropsychologische processen aan de basis liggen van verschillen in persoonlijkheid. Meer bepaald worden twee belangrijke systemen onderscheiden: het behavioral activation system (BAS) en het behavioral inhibition suystem (BIS). BAS wordt geactiveerd door positieve stimuli die geassocieerd zijn met beloning. Blootstelling aan deze stimuli leidt tot gedrag in de richting van de positieve, belonende stimulus. BIS wordt geactiveerd door negatieve stimuli die geassocieerd zijn met straf. Blootstelling aan dergelijke stimuli zal leiden tot het inhibitiegedrag en het vermijden van situaties waarin strafgerelateerde stimuli aanwezig zijn. Aangezien deze systemen in volle ontwikkeling zijn tijdens de adolescentie en vooral BAS op dat moment een piek vertoont, is onderzoek naar deze kenmerken bij adolescenten van groot belang.            Het Differential Susceptibility to Media Effects Model schrijft twee belangrijke rollen toe aan persoonlijkheid binnen media-onderzoek; eerst en vooral als voorspeller van mediagebruik en ten tweede als moderator van media-effecten. Binnen dit doctoraat staan deze twee rollen centraal door de concepten van de reinforcement sensitivity theorie te onderzoeken als voorspeller en moderator binnen onderzoek naar mediagebruik –en effecten. Meer specifiek werd binnen hoofdstuk 1 en 2 van dit doctoraat bekeken of er een associatie bestaat tussen BAS en BIS aan de ene kant en gewelddadig en niet-gewelddadig mediagebruik aan de andere kant. De resultaten toonden aan dat hogere scores op BAS gelinkt zijn met het kijken naar gewelddadige films en het spelen van gewelddadige games, wat volledig in lijn lag met de vooropgestelde hypothesen. De link tussen BAS/BIS en niet gewelddadige vormen van mediagebruik was minder eenduidig. Er werd namelijk geen link gevonden tussen deze persoonlijkheidskenmerken en het kijken naar niet-gewelddadige films. Er bleek wel positieve associatie te zijn tussen BAS en het spelen van niet-gewelddadige games en een positieve associatie tussen BIS en het spelen van niet-gewelddadige games. Hoewel meer onderzoek nodig is naar de link tussen deze concepten en verschillende vormen van mediagebruik, tonen de studies van dit doctoraat wel de waarde aan van het centrale persoonlijkheidsperspectief voor media-onderzoek. Zeker voor gewelddadige vormen van mediagebruik blijken BAS en BIS goede voorspellers te zijn die een nieuw licht werpen op het verklaren van welke individuen al dan niet gewelddadige media gebruiken.            De vraag of BAS en BIS naast voorspellers van mediagebruik ook moderatoren zijn van media-effecten werd onderzocht in hoofdstuk 3, 4 en 5 van dit doctoraat. Uit de psychologische en gezondheidswetenschappelijke literatuur leerden we dat BAS en BIS een sterke link vertonen met verschillende vormen van gezondheidsgerelateerde risicogedragingen zoals ongezond eten, roken en alcoholgebruik. Binnen dit doctoraat werd daarom de focus gelegd op de rol van BAS en BIS binnen enkele traditionele effecten van de media op deze gezondheidsgedragingen: de link tussen soaps en alcohol attitudes (hoofdstuk 3), de link tussen MTV reality shows en intenties ten aanzien van roken, dronken zijn en binge-drinken (hoofdstuk 4) en de link tussen gamen en ongezond snackgedrag (hoofdstuk 5). Twee belangrijke hypothesen vormden de rode draad doorheen deze hoofdstukken. Eerst en vooral werd verwacht dat adolescenten met hogere BAS scores gevoeliger zouden zijn voor het invloed van de media op gezondheidsgedrag aangezien zij aandachtiger zouden kunnen zijn voor boodschappen die bijvoorbeeld alcohol en roken op een positieve manier voorstellen. Ten tweede, werd verwacht dat adolescenten met hogere scores op BIS zich bewust zijn van de potentiële negatieve gevolgen van risicogedragingen en dat BIS dus beschermend zou werken voor de invloed van de media. De resultaten toonden aan dat BAS en BIS over het algemeen geen modererende rol spelen in de onderzochte verbanden. Enkel in hoofdstuk 3 werd gevonden dat BIS een beschermende rol speelt in het verband tussen het kijken naar soaps en positievere alcohol attitudes." "Media als de ontbrekende schakel? Een comparatieve studie over de invloed van media op partijsteun." "Stefaan Walgrave" "Media, middenveld en politiek (M2P)" "Het primaire doel van het project is om de studie van media, politieke communicatie en verkiezingspolitiek te bevorderen en te integreren. Dit door theoretisch inzichten en empirische kennis van hoe de media - door hun dekking en framing van kwesties en politieke partijen - partijondersteuning en verkiezingsconcurrentie beïnvloeden. Het onderzoek zal vijf landen en meerdere decennia beslaan. Het belooft inzichten in de recente ontwikkeling en de huidige reikwijdte van de politieke invloed van de media in West-Europa. Bovendien ligt de focus ook op hoe verschillen tussen partijstelsels, concentratie van uitvoerende macht, structuren van partijconcurrentie, belangengroep systemen en mediasystemen de verkiezingsinvloed van de media beïnvloeden. Tegen de achtergrond van mediatisering en toenemende electorale volatiliteit, onderzoekt het project de mate waarin de media partijsteun bepaald. Ondanks de toenemende wetenschappelijke aandacht voor de relatie tussen media en politiek, blijft deze fundamentele maar cruciale vraag grotendeels onbeantwoord. Het project wil deze tekortkoming aanpakken in een reeks nauw geïntegreerde en baanbrekende studies over hoe de problemen, kaders en actoren die in het nieuws verschijnen de steun van politieke partijen beïnvloeden. Alle studies zullen vergelijkend zijn (Noorwegen, Denemarken, België, Nederland en het VK), waardoor we conclusies kunnen trekken over gemediatiseerde politiek in West-Europa in het algemeen, en over hoe politieke en mediasystemen de invloed van de media op partijconcurrentie beïnvloeden. Relevante studies omvatten, maar zijn niet beperkt tot, de volgende voorbeelden: Ten eerste zal het project kijken of, en hoe, de problemen waar de media aandacht aan schenken invloed hebben op partijondersteuning via de mechanismen van priming en ownership. Ondanks het feit dat issue-voting toeneemt en de media de dominante bron van politieke informatie voor het publiek zijn, wordt de rol van de media bij issue-voting nog steeds grotendeels aangenomen. Ten tweede zullen we onderzoeken of, en hoe, de optredens van partijen in de media hun publieke steun beïnvloeden. Het is een bijna universele eigenschap van de moderne democratische politiek dat bekende politici meer berichtgeving krijgen. We onderzoeken of deze incumbency bonus een negatief effect heeft op de ondersteuning, en zo bijdragen aan de verklaring van de vastgestelde kosten van uitspraakbevinding in verkiezingsonderzoek. Ten derde willen we onderzoeken of, en hoe, de nieuwsframering van de beleidsprestaties van partijen en de beelden op niet-beleidsvalentie-dimensies (competentie, integriteit en eenheid) de partijconcurrentie en partijondersteuning beïnvloeden. Een dergelijke studie promoot dus expliciet de rol van de media in de groeiende studie van valentiepolitiek. De twee belangrijkste gegevensbronnen in het project hebben betrekking op nieuwsinhoud (de problemen, actoren en frames die in nieuwsmedia verschijnen) en de publieke opinie (verkiezingsonderzoeken en opiniepeilingen met betrekking tot stemintentie / stemming). In termen van analyses zullen de studies de kwantitatieve gegevens toepassen in een breed scala aan statistische modellen." "(Mis-)Geïnformeerd door Sociale Media Influencers? Voordelen en Risico’s bij het Volgen van Politieke Sociale Media Influencers en de Modererende Rol van Mediageletterdheid" "Desiree Schmuck" "School voor Massacommunicatieresearch (OE)" "Sociale media influencers, die aanvankelijk bekend stonden om marketing en reclame, maken steeds vaker gebruik van hun populariteit op platformen als TikTok, Instagram of Snapchat om hun standpunt over politieke en maatschappelijke onderwerpen te delen met een groot netwerk van volgers. Dit toenemende politieke engagement van social media influencers kan in een positief licht worden gezien, omdat het de politieke interesse en participatie kan verhogen bij jongeren, die vaak niet meer worden bereikt door traditionele partijpolitiek en voor wie sociale media een primaire bron van politieke informatie zijn. Sociale media influencers kunnen echter ook hun populariteit en beroemde status misbruiken om volgers intentioneel of niet-intentioneel verkeerd te informeren met twijfelachtig advies, niet-wetenschappelijke claims of complottheorieën. Daarom onderzoekt dit project hoe informatie en misinformatie door social media influencers de houding en gedragsintenties van jongeren beïnvloeden." "Kwispelt de staart met de hond? Vergelijkende studie nar de invloed van sociale media op traditionele media berichtgeving over politieke gebeurtenissen." "Peter Van Aelst" "Media, middenveld en politiek (M2P)" "In een democratie hebben burgers nood aan politieke kennis. De massa media worden traditioneel aanzien als een belangrijke bron om burgers van politieke informatie te voorzien. Studies hebben veelvuldig aangetoond dat wanneer politieke gebeurtenissen plaatsvinden de nieuwsmedia deze events voor de mensen duiden en interpreteren, niet andersom. De vraag is in welke mate deze klassieke inzichten overeind blijven in het digitale tijdperk. Burgers kunnen nu actief worden betrokken bij de distributie van nieuws door het liken, becommentariëren en delen van nieuwsberichten. Daardoor kunnen of moeten traditionele media hun berichtgeving afstemmen op trends op sociale media. Daarom zou het kunnen dat vandaag niet enkel traditionele media het debat op sociale media sturen zoals een hond kwispelt met zijn staart, maar dat ook omgekeerd de staart met de hond kwispelt. Dit project gaat over de vraag in welke mate sociale media de berichtgeving van journalisten over politieke gebeurtenissen beïnvloedt. Het is de bedoeling om dit te onderzoeken voor zowel geplande (verkiezingen) als niet geplande gebeurtenissen, en dit in vier West Europese landen. Voor elk event plannen we een grote kwantitatieve data verzameling gedurende vier weken van alle politieke nieuwsberichten van de belangrijkste nieuwswebsites, en sociale mediaplatformen Twitter en Facebook. Het project moet een nieuwe ERC (consolidater grant) aanvraag ondersteunen en de kans op succes verhogen." "(Mis-) Geïnformeerd door Sociale Media Influencers? Voordelen en Risico’s bij het Volgen van Politieke Sociale Media Influencers en de Modererende Rol van Mediageletterdheid" "Desiree Schmuck" "School voor Massacommunicatieresearch (OE)" "Sociale media influencers, die aanvankelijk bekend stonden om marketing en reclame, maken steeds vaker gebruik van hun populariteit op platformen als TikTok, Instagram of Snapchat om hun standpunt over politieke en maatschappelijke onderwerpen te delen met een groot netwerk van volgers. Dit toenemende politieke engagement van social media influencers kan in een positief licht worden gezien, omdat het de politieke interesse en participatie kan verhogen bij jongeren, die vaak niet meer worden bereikt door traditionele partijpolitiek en voor wie sociale media een primaire bron van politieke informatie zijn. Sociale media influencers kunnen echter ook hun populariteit en beroemde status misbruiken om volgers intentioneel of niet-intentioneel verkeerd te informeren met twijfelachtig advies, niet-wetenschappelijke claims of complottheorieën. Daarom onderzoekt dit project hoe informatie en misinformatie door social media influencers de houding en gedragsintenties van jongeren beïnvloeden op het gebied van gezondheid en duurzaamheid."