Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "IMPACT, Innovative Methods in PAlliative Care Teaching - Connecting higher education and practice for collaborative learning in nursing leadership in palliative care" "Danny Vereecke" "Onderzoeksgroep Verpleegkunde, European Association of Palliative Care (EAPC), Hospice Casa Sperantei, Diaconia University of Applied Sciences" "Hoewel verpleegkundigen de grootste groep zorgprofessionals zijn die betrokken zijn bij het verlenen van de palliatieve zorg (PC), is er nog steeds niet voldoende aandacht voor in de basisopleiding verpleegkunde. Daarom werkt Howest de projecten NursEduPal uit. Verpleegkundigen zijn de belangrijkste zorgverleners op het gebied van palliatieve zorg en spelen een sleutelrol in de coördinatie van deze interdisciplinaire zorg. Maar vandaag schiet de basisopleiding verpleegkunde in PC tekort en is er dringend verbetering nodig. Internationaal onderzoek echter toont aan dat onderwijs in PC de competenties verhoogt en dat dat een directe impact heeft op de kwaliteit van de zorg. Het opleiden van zorgprofessionals is dus een middel om de toegang tot PC van hoge kwaliteit te verbeteren. Daarnaast zorgt de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en klinische medici ervoor dat het onderwijs gebaseerd is op de competentievereisten binnen het vakgebied. In het vorige NursEduPal@Euro project werden innovatieve leermiddelen ontwikkeld om verpleegkundeopleiders in staat te stellen onderwijs te bieden dat de complexiteit van PC aanpakt. Het NursEduPal@IMPACT project zal nu onderzoeken welke leer-/trainingsmaterialen noodzakelijk zijn om de deelnemers te empoweren zodat ze collega's kunnen begeleiden en veranderingen in gang kunnen zetten die de integratie verbeteren van kwaliteit van palliatieve zorg in hun dagelijkse praktijk." "Multicultural Classrooms: Inclusive Learning and Teaching in Higher Education" "David Van Bunder" "Research Centre for Learning in Diversity, Universidad San Jorge, Yıldız Technical University, Yaşar University, Czech University of Life Sciences Prague, Transilvania University of Brasov, Sofia University St. Kliment Ohridski, Izmir Katip Çelebi University" "De snelle veranderingen in de wereld hebben gevolgen voor de economie en het onderwijsstelsel. Dankzij uitwisselingsprogramma's zoals Erasmus en Mevlana (Turkije) neemt het aantal buitenlandse studenten in het hoger onderwijs snel toe. Daarnaast zijn overheidsbeurzen online onderwijscursussen die door universiteiten worden aangeboden en ook de toename van het aantal vluchtelingen en asielzoekers andere factoren die het aantal buitenlandse studenten van verschillende religies talen culturen en etniciteiten doen toenemen. Om met deze situatie om te gaan en effectief kwalitatief hoogstaand inclusief en multicultureel onderwijs te bieden zijn de belangrijkste actoren in de universiteiten de ""docenten"". In deze context wil het project de vaardigheden en competenties van het academisch personeel ontwikkelen om in een multiculturele en meertalige omgeving te kunnen werken. Om dit doel te bereiken wordt in het kader van het project: 1) Een innovatief curriculum en een methodologie voor bijscholing van docenten hoger onderwijs over het beheer van multiculturele klaslokalen ontwikkeld 2) innovatief lesmateriaal opgesteld om de multiculturele dimensie van het onderwijsproces te verbeteren 3) Met de kortlopende personeelsopleiding die zal worden uitgevoerd zullen de docenten worden aangemoedigd hun vaardigheden voor het beheer van multiculturele klaslokalen te ontwikkelen." "Exploring Opportunities for a University Collaboration on Food Security,Health and Higher Education Research in Rwanda" "Bruno Levecke" "Vakgroep Translationele Fysiologie, Infectiologie en Volksgezondheid" "geen abstract" "Leading International Vaccinology Education (LIVE) - GA 2018-1484/001-001-EMJMD" "Peter Delputte" "Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)" "The EMJMD ""Leading International Vaccinology Education"" (LIVE) is a two-year multidisciplinary Master of Science in Biomedical Sciences delivering 120 European Credit Transfer System (ECTS) under the joint supervision of five Higher Education Institutions (HEIs) from three Programme Countries (ProgC): Universitat Autònoma de Barcelona (UAB) & Universitat de Barcelona (UB) from Spain, University of Antwerp (UAntwerp) from Belgium, and Université Jean Monnet Saint-Etienne 1 (UJM) & Université Claude Bernard Lyon 1 (UCBL) from France." "Stimu-leren: Designonderzoek naar innovaties die de leercompetenties van eerstejaarsstudenten bevorderen" "Sabrina Govaerts" "Onderzoekscentrum een Leven Lang Leren en Innoveren, Leren en onderwijzen" "Het project stimu-leren (zelfreguleren) bevat twee luiken: Luik 1: Het eerste onderzoeksdoel komt voort uit de maatschappelijke en economische nood aan afgestudeerden die beschikken over de nodige leercompetenties (Gijbels, Raemdonck & Vervecken, 2010). Anderzijds vraagt ook de huidige situatie in het hogeronderwijs (grote groepen en mindercontacturen) om meer aandacht voor de ontwikkeling van leercompetenties bij studenten. Via een adequate leeromgeving en voldoende oefenmogelijkheden kunnen studenten deze vaardigheden ontwikkelen (Nicol, 2009). In het eerste luik wordt er op een data-geïnformeerde manier interventies ontwikkeld die leercompetenties bij eerste- en tweedejaarsstudenten bevorderen. Dit gebeurt via een ontwerponderzoek waarbij lectoren in Teacher Design Teams (TDT’s) interventies ontwikkelen. Interventies kunnen leidraden zijn hoe lectoren hun studenten kunnen ondersteunen bij het leren om lesmateriaal eigen te maken. Hiernaast worden de effecten op de ontwikkeling van deze leercompetenties onderzocht. Hierbij worden twee onderzoeksvragen beantwoord: 1. Welke leercompetenties rapporteren studenten bij zichzelf? Wanneer zetten studenten welke leercompetenties in en wat maakt dat ze voor specifieke leercompetenties kiezen? Hoe kwaliteitsvol zijn de leercompetenties die studenten gebruiken? (situatieanalyse) 2. Welke effecten hebben interventies die gericht zijn op leercompetenties op de ontwikkeling van leercompetenties bij studenten tijdens de eerste twee opleidingsjaren en hun uiteindelijke leercompetenties op het einde van het tweede jaar? (impactstudie) Onderzoekmatig zetten we een quasi-experimenteel, multi-cohort onderzoek op en maken we gebruik van o.m. stimulated recall, focusgroepen en vragenlijstonderzoek. Dit om de impact van de interventies op de ontwikkeling van leercompetenties te onderzoeken. Luik 2: Het tweede doel heeft betrekking op de TDT’s. Onderzoek toont aan dat de kwaliteit van in team ontwikkelde interventies mee bepaald wordt door procesfactoren die ‘in’ en ‘tussen’ deelnemers spelen (Van den Bossche, 2006). In de context van TDT’s krijgt de rol van procesfactoren nog weinig aandacht. Daarom verkennen we in stimu-leren via het tweede doel de relatie tussen inter- en intrapersoonlijke factoren en uitkomstmaten zoals teameffectiviteit. Dit doel kan geconcretiseerd worden door volgende vragen: 3. Hoe zijn inter- en intrapersoonlijke context gelinkt aan de kwaliteit van de teamactiviteiten en de samenwerking binnen de TDT’s? 4. Hoe zijn perceptie- en procesfactoren gerelateerd aan teameffectiviteit en -uitkomsten? We zetten hiertoe een mixed-method onderzoek op met interviews, logboekanalyses en vragenlijstonderzoek. Output - Posterpresentatie (VELON-congres) over de leercompetenties bij eerstejaarsstudenten - Posterpresentatie Onderzoeksdag AP - Artikel over de LC van eerstejaarsstudenten dat inzichten geeft over (1) de leerprofielen van studenten, (2) de stimulated recall taken en (3) de focusgroepen met studenten. - Presentatie op EFYE over de onderzoeksresultaten LC bij eerstejaarsstudenten. - Presentatie op EAPRIL-congres over onderzoeksresultaten van de invloed van voorbereidende co-creatiesessies, inter- en intrapersoonlijke context op het ontwikkelproces van TDT’s - Artikel over het effect van de ontwikkelde interventies op het zelfregulerend vermogen van studenten - Artikel over de invloed van intra- en interpersoonlijke context op het ontwikkelproces van TDT’s en de samenwerking. - Studienamiddag georganiseerd voor betrokkenen van het project, personeelsleden van AP en externen - Presentatie op SIG4 (Higher Education) gegeven over het effect van de ontwikkelde interventies (bv leidraad voor lectoren met instructies) op het zelfregulerend vermogen van studenten." "The effect of individual, family and school characteristics on the transition and trajectories of urban students from high school to post-secondary education: A longitudinal study in Lima, Peru." "Bieke De Fraine" "Onderwijseffectiviteit en -evaluatie" "The dissertation is based on a previous study conducted in 2002 in ten large public urban and peri-urban schools in Lima, Peru when all the students (n= 1047) where attending third grade of primary education. Those students are expected to complete secondary education by year 2010. We will contact those students in 2010 when they are supposed to be in 11th grade to find out about their actual educational outcomes by that year. Then, we will follow those students who successfully completed high school to study their transition to higher education. The main objective of the study is to identify which individual, family and school factors predict students transition to higher education. However, since a student can choose among several options where to study higher education and what to study, not all the choices of the same quality, we will also describe which students choose which trajectory. The dissertationwill include a series of three papers (that eventually will become chapters of the dissertation) dealing with the following topics: a) Successful transition to the end of secondary education, b) Successful transition to tertiary education and c) Students perceptions of their transitionto tertiary education and adaptation to higher education institutions. The first two papers will be mainly quantitative and the last one qualitative. The design will be longitudinal with information on students cognitive and social abilities in primary education, their families socioeconomic variables, school variables (primary and secondary)as well as context variables gathered in 2002 and 2010. The study will use both quantitative and qualitative analyses. Regarding this last aspect, in addition to administering questionnaires to students and teachers, we plan to conduct semi-structured interviews with a sub-sample of students to study their perceptions regarding the transition to higher education and how they think and feel they are adapting to the higher education institutions.   " "Het effect van actieve leeromgevingen op situationele interesse van studenten. Een quasi-experimentele studie naar simulaties in politieke wetenschappen." "Politics & Public Governance, EduBROn, Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)" "Het academisch onderwijs in politieke wetenschappen heeft de afgelopen jaren een verandering ondergaan van een docent-gecentreerde naar een student-gecentreerde aanpak. Meer en meer worden actieve leeromgevingen opgezet, waaronder ook simulaties, om studenten kritisch te leren omgaan met besluitvorming, beleidsinhouden en de interacties tussen meerdere bestuurslagen en –actoren. Voorstanders van actieve leermethoden zoals simulaties argumenteren dat hun aanpak een positieve impact heeft op leerresultaten. Tot nu is er echter slechts anekdotisch, methodologisch zwak onderbouwd en soms tegenstrijdig bewijsmateriaal geleverd voor deze claim.Daarom heeft dit project als eerste doelstelling het effect te meten van simulaties op de situationele interesse van studenten, één van de belangrijkste componenten van affectief leren. Van situationele interesse weten we dat het beïnvloed wordt door factoren uit de leeromgeving en dat het een belangrijke voorspeller is van leerresultaten. Wij vertrekken van de assumptie dat variatie in leeromgeving een impact heeft op situationele interesse. Onze onderzoeksvragen gaan daarom over hoe simulaties een effect ressorteren op de situationele interesse van studenten. Hebben simulaties een effect op situationele interesse? Hoe ontwikkelt situationele interesse zich tijdens een simulatie? Onder welke omstandigheden zijn simulaties meer of minder effectief? Wat zijn de bevorderende en de belemmerende factoren?Op methodologisch vlak gebruikt dit project een quasi-experimentele studie in een ecologisch valide setting waarbij survey data gecombineerd worden met kwalitatieve gegevens uit interviews en focusgroepen met studenten. Er worden unieke gegevens verzameld zowel in de incentive als in de controlesituatie. De interventiesituatie behelst meerdere populaties. De data hievoor zijn beschikbaar omdat één van de teamleden betrokken is bij nationale en internationale simulatieprojecten.Het onderzoeksopzet garandeert innovatie op het vlak van methoden (een quasi-experimentele setting), gegevens (unieke survey data), multidisciplinariteit (politieke en onderwijswetenschappen) en toepassing (het optimaliseren van de effectiviteit van simulaties)." "Inclusief (hoger) onderwijs: Het verkennen van de theorie van gepland gedrag" "Katja Petry" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE)" "Dit proefschrift bestaat uit vier onafhankelijke studies die ingaan op observaties uit de wetenschappelijke literatuur en nagaan welke componenten uit de theorie van gepland gedrag attitudes en self-efficacy beïnvloeden. De eerste studie focust op de attitudes, self-efficacy en het gedrag van docenten ten opzichte van studenten met een beperking in het hoger onderwijs. Deze studie had een cross-sectioneel design met een vragenlijst die de componenten van de TPB meet, waaronder ook de SACIE-R en TEIP-schaal. De resultaten toonden een positieve attitude en een gematigd niveau van self-efficacy. Attitudes bleken intenties te voorspellen en zijn dus een belangrijke factor in de opleiding van leerkrachten om de intentie te vergroten om studenten met een beperking te onderwijzen. De tweede studie onderzocht de invloed van de subjectieve norm op attitudes via een experiment in de lerarenopleiding. De interventie was een gastcollege met een positief of negatief discours over studenten met een beperking (subjectieve norm) waarbij attitudes werden gemeten met de CATCH-schaal. De resultaten tonen dat we er voorzichtig van uit kunnen gaan dat de subjectieve norm een invloed kan hebben op de attitudes van leerkrachten in opleiding. Een positieve subjectieve norm is dus van belang om positieve attitudes te creëren. Het derde onderzoek exploreerde de effecten van een vijfdaags sportkamp met intensief contact op de attitudes, self-efficacy en het gedrag van leerkrachten en opvoeders in opleiding ten opzichte van personen met een beperking. Alle componenten van de TPB werden gemeten. De attitudes, self-efficacy en het gedrag veranderden door het contact met mensen met een beperking. Self-efficacy en de subjectieve norm voorspelden elk de intenties om met personen met een beperking te werken. Dit onderstreept nogmaals het belang van een pro-inclusieve subjectieve norm. De focus in het vierde onderzoek lag op de relatie tussen persoonlijkheidskenmerken, attitudes en self-efficacy van leerkrachten en opvoeders in opleiding. De dimensies ""vriendelijkheid"" en ""openheid"" zijn gerelateerd aan attitudes en self-efficacy ten opzichte van personen met een beperking. Dit opent een deur naar het stimuleren van deze persoonlijkheidskenmerken in de opleiding om attitudes en self-efficacy te verbeteren. Op basis van de resultaten in dit proefschrift moet in de opleiding van leerkrachten aandacht worden besteed aan het volgende: (1) het beleid in de opleiding moet gericht zijn op ""teach what you preach"", (2) er moet een sterke inclusieve praktijk geïmplementeerd worden met aandacht voor direct contact met personen met een beperking, en (3) er moet een solide basis worden gelegd voor een inclusieve cultuur met een pro-inclusieve subjectieve norm." "EMI in het Vietnamese hoger onderwijs: Een studie naar het verband tussen de percepties van studenten, hun Engelse taalvaardigheid en hun vakkennis." "Lies Sercu" "Onderzoeksgroep Taal, Onderwijs en Samenleving, Leuven" "Het hier voorgestelde doctoraatsproject heeft tot doel (1) de CLIL onderwijs- en leersituatie te onderzoeken bij Can Tho-docenten en studenten van drie hoofdfaculteiten waar Engels wordt gebruikt als instructiemiddel, namelijk School of Economics and Business Administration, Faculteit Informatietechnologie and Communication, en Faculty of Technology (de afdeling wetenschappen), (2) een CLIL-docententrainingsprogramma voor docenten ontwikkelen en evalueren, en (3) de impact van het CLIL-docententrainingsprogramma op de CLIL-leervaardigheden van studenten bestuderen." "ADHD en ASS in het hoger onderwijs: selecteren en implementeren van effectieve redelijke aanpassingen" "Dieter Baeyens" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE)" "Een toenemend aantal studenten met aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) of autismespectrumstoornis (ASS) stroomt door naar het hoger onderwijs. Specifieke functie- en participatieproblemen die deze studenten ervaren zijn het gevolg van een interactie tussen de individuele student en de omgeving en zorgen ervoor dat studenten met ADHD of ASS moeilijkheden ervaren gedurende hun schoolloopbaan. Om het negatieve effect van de omgeving van het hoger onderwijs te neutraliseren, kennen instellingen voor hoger onderwijs redelijke aanpassingen toe aan deze studenten. Ondanks deze inspanningen is het onderzoek over de effectiviteit van redelijke aanpassingen schaars en zijn er tot op heden geen richtlijnen over het selecteren en implementeren van redelijke aanpassingen.De algemene doelstelling van dit proefschrift is het analyseren van de selectie en implementatie van redelijke aanpassingen voor studenten met ADHD of ASS. Deze algemene doelstelling is opgesplitst in twee onderzoeksdoelstellingen, namelijk (1) het identificeren van de functie- en participatieproblemen van studenten met ADHD of ASS in het hoger onderwijs; en (2) het selecteren en implementeren van effectieve redelijke aanpassingen. Verschillende onderzoeksmethoden werden gebruikt om deze doelstellingen te onderzoeken, namelijk literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek, vragenlijstonderzoek en experimenteel onderzoek. De resultaten van dit proefschrift tonen allereerst aan dat aandachtsproblemen en problemen met ineffectieve studievaardigheden het vaakst voorkomen voor studenten met ADHD. Studenten met ASS hebben het vaakst problemen met sociale interactie en communicatie, en moeilijkheden met ineffectieve studievaardigheden ervaren. Daarnaast is aangetoond dat deze problemen het meest voorkomen tijdens klassieke onderwijs- en evaluatiemethoden zoals een hoorcollege of een gesloten boek examen. Vervolgens toonde het onderzoek aan dat redelijke aanpassingen zoals langere examentijd en apart examenlokaal als effectief worden beschouwd door studenten met ADHD of ASS in het hoger onderwijs. Toch blijkt dat de meest toegekende redelijke aanpassing, namelijk langere examentijd, objectief ineffectief is voor studenten met ADHD, ASS en typisch ontwikkelende leeftijdsgenoten in een gesimuleerde examensituatie.Er kan besloten worden dat dit proefschrift een trapsgewijze zorg in het onderwijs aanbeveelt. Allereerst zouden docenten de principes van het universeel ontwerp voor leren en testen moeten implementeren in het onderwijzen om zo een diverse populatie studenten van in het begin te includeren in het lesgebeuren. Een tweede stap is het selecteren en implementeren van effectieve redelijke aanpassingen die op maat zijn van de individuele studenten met ADHD of ASS in het hoger onderwijs. Als studenten met ADHD of ASS nog steeds specifieke functie- en participatieproblemen ondervinden, kan extra ondersteuning buiten de context van het hoger onderwijs aangewezen zijn. "