Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Een corpus-gebaseerde studie van de intonatie en informatiestructuur van Engelse it-clefts en Franse c'est-clefts." "Gerard O'Grady, Kristin Davidse" "Onderzoeksgroep Functionele en Cognitieve Taalkunde: Grammatica en Typologie (FunC), Leuven" "In het Engels en het Frans zijn gekloofde zinnen (it-clefts en c'est-clefts) een productieve hulpbron voor informatiestructuren, waardoor ze een bijzonder hulpmiddel zijn om specifieke communicatieve en retorische doelen te bereiken. Deze studie onderzoekt het gebruik van gekloofde zinnen in de twee talen, eerst apart en daarna in contrast. Met behulp van gegevens uit vergelijkbare corpora van spontaan dialogisch taalgebruik, laat ik zien dat gekloofde zinnen een grotere variatie vertonen in hun informatiestructureel gedrag dan eerder werd aangenomen.Op theoretisch-methodologisch niveau ontwikkel ik een compleet kader voor de studie van informatiestructurele fenomenen dankzij i) een analytisch model voor de analyse van bekende en nieuwe informatie (discourse givenness/newness) en ii) een toegespitste methodologie voor de analyse van prosodisch gecodeerde focus, die instrumentele en auditieve informatie combineert. Ik geef theoretische argumenten waarom structurele informatiepatronen fundamenteel verschillen van de syntactisch gecodeerde specificatierelatie tussen waarde en variabele (value-variable), hoewel die concepten eerder geregeld werden gelijkgesteld. Dit resulteert in een benadering die het samenspel bestudeert tussen de verschillende lagen van de informatiestructuur – lagen die verschillend zijn, maar toch met elkaar verbonden – en de interactie tussen prosodie en de grammaticale structuur van de gekloofde zin, die niet alleen is bedoeld voor (smalle) focusmarkering zoals voordien werd gedacht.Op het theoretisch-descriptieve niveau bevinden mijn kwalitatieve en kwantitatieve data-analyses dat de twee belangrijkste dimensies van de informatiestructuur, d.w.z. bekendheid van het discours en prosodisch gecodeerde focus, verschillend worden gebruikt in Engelse en Franse gekloofde zinnen. Wat betreft het brede onderscheid tussen bekende en nieuwe informatie zijn er geen grote verschillen, hoewel Franse gekloofde constructies meer anaforische voornaamwoorden als waarde hebben in het value-variable paar. De focustoewijzingspatronen contrasteren echter sterk, met it-clefts die een smalle focus prefereren en c'est clefts een brede focus. Ik laat ook zien dat gereduceerde gekloofde zinnen, die tot nu toe weinig belicht werden in de literatuur, meer zijn dan informatief gemotiveerde varianten. Ze hebben eigen mogelijkheden om specifieke retorische effecten te bereiken.Het verslag uit dit proefschrift hervormt dus de basisideeën over gekloofde zinnen naar specificerende constructies die de veelvoudigheid en de veelzijdigheid van structurele informatie-realisaties mogelijk maken. De algemene profielen daarvan specialiseren zich op verschillende manieren in individuele talen." "Gender- en sexedimensies van het simultaan tolken" "Vakgroep Vertalen, tolken en communicatie, Vakgroep Taalkunde" "Doel van het voorstel is 3 gender- en sexedimensies van het simultaan token van te gaan op basis van een tokencorpus: cognitieve vaardigheden, zoals verbaal geheugen, interpersoonlijke inslag en normtoepassing, zowel wat taalnormen als van deontologische normen betreft." "Normativiteit of creativiteit? Het gebruik en de perceptie van substandaardtalige kenmerken in online comments door klanten en bedrijven op sociale media" "Bernard De Clerck" "Vakgroep Vertalen, tolken en communicatie" "Via corpusgebaseerde en experimentele analyse wordt de aanwezigheid en het effect onderzocht van substandaardtalige taalkenmerken (old en new vernaculars) in publieke commentaar van klanten, en de reacties van bedrijven op sociale media, rekening houdend met de polariteit van de boodschap. We onderzoeken ook het effect van accommodatie door bedrijven, rekening houdend met de polariteit van de boodschap en gebruikte taalkenmerken." "DIACHRONEX: Ondersteunend materiaal bij diachrone taalkunde." "Hubert Cuyckens" "Onderzoeksgroep Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek (QLVL), Leuven" "De algemene doelstelling van dit project is ondersteunend leermateriaal te ontwerpen bij die OPO's in de tweede en derde studiefase van de BA Taal- en Letterkunde en in de MA T&L waarin leerinhouden i.v.m. de geschiedenis (diachrone ontwikkeling) van de moderne talen aan bod komen. De grootste aandacht zal hierbij gaan naar het Engels, en in tweede instantie naar het Frans, maar het project biedt een raamwerk voor toepassing op andere talen. Het ondersteunend materiaal is in toenemende mate corpusgebaseerd en laat de studenten toe het leerproces (gedeeltelijk) zelf in handen te nemen bij het verwerven van de leerdoelen, en met name het kunnen detecteren en verklaren van taalverandering. Verwacht kan worden dat aan de hand van dit ondersteunend materiaal de studenten voldoende methodologisch gewapend zullen zijn om grotere tekstbestanden uit verschillende taalstadia zelfstandig op taalveranderingsfenomenen te doorzoeken. Op die manier zal een student de leerdoelen van de OPO's historische taalkunde optimaal bereiken; bovendien zullen studenten die een bachelorpaper of materproef wensen te maken in het domein van de historische taalkunde optimaal voorbereid zijn om historisch taalonderzoek uit te voeren." "Talige productiviteit in actie" "Timothy Colleman, Miriam Taverniers, Renata Enghels, Johanna Barddal, Peter Lauwers, Robert Hartsuiker" "Vakgroep Taalkunde, Vakgroep Experimentele Psychologie" "Taalpatronen zijn in mindere of meerdere mate productief, naargelang hun lexicale toepassingsbereik. Een interdisciplinaire benadering is nodig om geattesteerde productiviteit, zowel in het hedendaags taalgebruik als doorheen de tijd, met uitbreidbaarheid in on-line en off-line taalverwerking met elkaar te vergelijken, en om de impact van persoonsgebonden factoren te meten. Enkel zo kan men tot een beter begrip van productiviteit komen." "Het taalkundige landschap van haatspraak in sociale media." "Walter Daelemans" "University of Ljubljana, Jozef Stefan Institute, Centrum voor Computerlinguïstiek, Psycholinguïstiek en Sociolinguïstiek (CLiPS)" "Haatspraak in sociale media is een breed verspreid fenomeen dat vaak de aandacht krijgt in de media. In dit project onderzoeken we de eigenschappen van de taal die wordt gebruikt om haat uit te drukken in de sociale media, vooral tegenover migranten en LGBT. Eerst verzamelen we voorbeelden uit sociale media en ontwikkelen we methodes voor de automatische taalkundige analyse ervan. De analyse zal zowel op oppervlakkig taalkundig niveau (spelling en grammaticale patronen) als op een dieper taalkundig niveau (bijvoorbeeld figuurlijk taalgebruik, rol van context en impliciete uitdrukkingen) gebeuren. Naast de taalkundige beschrijving van het fenomeen zullen we ook systemen ontwikkelen voor de automatische detectie ervan in sociale media tekst. Het project gebeurt in samenwerking met onderzoeksgroepen in Slovenië en richt zich op Nederlands, Sloveens en Engels." "Contrastieve onderwerpen in het Frans: een kwantitatieve corpusanalyse" "Karen Lahousse" "Onderzoeksgroep Functionele en Cognitieve Taalkunde: Grammatica en Typologie (FunC), Leuven, Onderzoeksgroep Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek (QLVL), Leuven" "In het Frans kunnen contrastieve onderwerpen op verschillende manieren gemarkeerd worden. In deze doctoraatsthesis focussen we op: (i) preverbale subjecten gemodificeerd door contrastieve bijwoorden zoals par contre, au contraire 'daarentegen' (Jean, par contre, est parti 'Jean, daarentegen, is vertrokken'), (ii) preverbale subjecten gevolgd door een emfatisch pronomen (Jean, lui, est parti 'Jean, hem, is vertrokken' (letterlijk)), en (iii) preverbale subjecten gevolgd door een emfatisch pronomen dat geïntroduceerd wordt door quant à 'wat betreft' (Jean, quant à lui, est parti 'Jean, wat betreft hem, is vertrokken' (letterlijk)).Terwijl (i) al uitvoerig bestudeerd werd, werden (ii) en (iii) nog niet in detail geanalyseerd. Bovendien werden de drie constructies nog nooit vergeleken.Deze doctoraatsthesis bestaat uit een kwantitatieve corpusanalyse van deze drie markeerders in verschillende registers: semi-formeel gesproken Frans (interviews), informeel geschreven Frans (online discussieforum), semi-formeel geschreven Frans (regionale krant) en formeel geschreven Frans (nationale krant). We tonen aan dat de alternatie tussen deze markeerders en hun syntactische positie geconditioneerd worden door de specifieke kenmerken van het subject en de markeerder, alsook door het register. Daarnaast is er in gesproken Frans een interactie tussen het gebruik van een contrastief bijwoord, dat expliciet het contrast aanduidt, en prosodie, die gebruikt wordt om de scope van het contrastief bijwoord te markeren." "Diachrone prototypesemantiek van Chinese radicalen" "Dirk Geeraerts" "Onderzoeksgroep Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek (QLVL), Leuven" "Chinese radicalen zijn de semantische componenten van Chinese karakters die over het algemeen het algemeen concept of de categorie aangeven waartoe het Chinese karakter behoort (zie Chen & Chou 2010; Chen 2012; Chou & Huang 2005; Chou & Huang 2006; Huang, Yang & Chen 2008; Yang et al. 2018; Qiu 1988: 11–12). Tekens die hetzelfde radicaal delen, kunnen op verschillende manieren semantisch verbonden zijn met de brede semantische categorie die de radicaal vertegenwoordigt, en radicalen kunnen dus worden beschouwd als een categorisatiemechanisme om lexicale betekenissen te onderscheiden. In die zin vallen lexicaal-semantische studies van Chinese radicalen binnen het bereik van prototype-gebaseerde studies van lexicale semantiek. Traditionele studies van Chinese karakters of radicalen in de Chinese taalkunde zijn echter filologisch van aard (b.v. Lu & Wang 1994; Wang 1996). Deze studies concentreren zich dus over het algemeen op de oorsprong van radicalen en karakters, hun schriftelijke ontwikkeling door de tijd heen, en het symbolische verband tussen de schriftelijke vorm van het karakter en het fonetische aspect ervan. Met andere woorden, het cognitieve aspect van Chinese radicalen zijn tot nu toe verwaarloosd geweest, en prototype gebaseerde studies van Chinese radicalen lijken te ontbreken.    Tegen deze achtergrond wordt in dit proefschrift vanuit het perspectief van de Cognitieve Linguïstiek nagegaan welke rol radicalen spelen als een manier om Chinese karakters te categoriseren om zo deze leemte in het onderzoek op te vullen. Concreet worden de onderzoeksvragen als volgt geformuleerd.      1. Hoe verhoudt de semantiek van de radicaal zich tot de semantiek van dezelfde vorm wanneer deze als zelfstandig teken wordt gebruikt?      2. Ondergaan radicalen interne semantische veranderingen? Zo ja, wat zijn de mogelijke diachrone veranderingen die radicalen doormaken? Wat is het onderliggende mechanisme dat de semasiologische ontwikkeling van radicalen drijft?      3. Hoe beïnvloedt de semasiologische verandering van radicalen de woord- en karakternetwerken waarin zij betrokken zijn?      4. Welke rol spelen radicalen in Chinese karakters als een manier van categoriseren?Het project richt zich in het bijzonder op het VUUR karakter als casestudy, aangezien VUUR een zelfstandig karakter is dat ook als radicaal kan worden gebruikt in samengestelde karakters. Met het oog op de eerste onderzoeksvraag rijst de vraag in hoeverre de semantische ontwikkelingen van het VUUR karakter en de VUUR radicaal vergelijkbaar zijn en of het mogelijk is dat de VUUR radicaal zich onafhankelijk ontwikkelt van het VUUR karakter. In een eerste casestudy (gepubliceerd als Huang et al. 2021)) onderzoek ik daarom hoe de verschillende betekenissen van de interne semantische structuur van het VUUR karakter met elkaar verbonden zijn als een netwerk. In een tweede casestudy (gepubliceerd   als   Huang   et   al.   2020) analyseer   ik   de   semantische   structuur  en ontwikkeling van de VUUR radicaal en het semantische netwerk van samengestelde karakters waarin de VUUR radicaal betrokken is. Tenslotte onderzoek ik zogenaamde karaktervarianten en paroniemen waarin de VUUR radicaal is verwerkt, om de semantische functies van radicalen te achterhalen in zogenaamde radicaliseringsprocessen, waarbij een radicaal aan een karakter wordt toegevoegd, vervangen of verwijderd.    Uit de casestudies blijkt dat de radicalen in grote mate semantisch onafhankelijk zijn van het onafhankelijke karakter waaruit ze voortkomen. Meer bepaald erven radicalen de meest centrale, prototypische betekenis van hun corresponderende onafhankelijke karakter. Vanuit deze kernbetekenis ontwikkelen zij hun eigen clusters van uitbreidingen in een radiaal netwerk. Deze individuele ontwikkelingen kunnen voortvloeien uit de noodzaak om nieuwe concepten schriftelijk vast te leggen als gevolg van veranderingen in de wereld, die dan met de radicaal worden gecategoriseerd. Anderzijds kan de semantische ontwikkeling van de radicaal ook voortkomen uit het feit dat de radicaal indirect verandert ten gevolge van de semasiologische veranderingen van samengestelde tekens waarin de radicaal voorkomt. Met andere woorden: de radicaal ontwikkelt zich semantisch omdat de karakters die de radicaal bevatten zich semantisch ontwikkelen doorheen de tijd. De radicaal beperkt echter de semantische ontwikkeling van deze karakters tot op zekere hoogte, omdat een radicaal bij voorkeur betekenissen categoriseren die beter passen in zijn prototypisch netwerk dan dat van andere radicalen. Het semantische netwerk van de radicaal is dus het gevolg van een wisselwerking tussen de categoriserende functie van de radicaal en de semantische ontwikkeling van karakters waarin de radicaal voorkomt.   Referenties Chou, Ya-Min & Chu-Ren Huang. 2005. Hantology: An ontology based on conventionalized conceptualization. In Proceedings of OntoLex 2005 - ontologies and lexical resources. https://aclanthology.org/I05-7002.Chou, Ya-Min & Chu-Ren Huang. 2006. Hantology-a linguistic resource for Chinese language processing and studying. In Proceedings of the fifth international conference on language resources and evaluation (LREC’06). Genoa, Italy: European Language Resources Association (ELRA).Huang, Chu-Ren, Ya-Jun Yang & Sheng-Yi Chen. 2008. An ontology of Chinese radicals: Concept derivation and knowledge representation based on the semantic symbols of the four hoofed-mammals. In Proceedings of the 22nd pacific asia conference on language, information and computation, 189–196. The University of the Philippines Visayas Cebu College, Cebu City, Philippines: De La Salle University, Manila, Philippines.Huang, Chu-Ren. (黄居仁), Sheng-Yi. (陳聖怡) Chen & Ya-Min. (周亞民) Chou. 2010. 語言的知識與知識的語言: 由說文解字出發的知識本體研究 [Knowledge of the Language and the Language of Knowledge: An ontological study based on ShuoWenJieZi]. In Wuyun. (悟雲) Pan & Zhongwei. (鍾偉) Shen (eds.), 《研究之樂:慶祝王士元先生七十五壽辰學術論文集》[The Joy of Research: A Collection of Academic Papers in Celebration of Mr. Wang Shiyuan’s 75th Birthday], 106–122. Shanghai: 上海教育出版社 [Shanghai Education Publishing House].Huang, Danqing, Dirk Geeraerts & Weiwei Zhang. 2020. A semantic analysis of the fire radical in chinese. Revista Diadorim 22(2). 248–276. https://doi.org/10.35520/diadorim.2020.v22n2a39308.Huang, Danqing, Dirk Geeraerts & Weiwei Zhang. 2021. A diachronic analysis of the FIRE character. Chinese Semiotic Studies. De Gruyter 17(1). 1–44. https://doi.org/10.1515/css-2021-0001.Yang, Yike, Chu-Ren Huang, Sicong Dong & Si Chen. 2018. Semantic transparency of radicals in Chinese characters: An ontological perspective. In Proceedings of the 32nd pacific asia conference on language, information and computation. Hong  Kong: Association for Computational Linguistics.    " "Het Bijbelse referentiekader van de contemporaine Nederlandse vertalers van de Koran" "Abd Alrahman Alswlaiman" "Onderzoekseenheid Bijbelwetenschap, Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, Onderzoeksgroep Arabistiek, Leuven" "Deze dissertatie onderzoekt de rol die het bijbelse referentiekader heeft gespeeld bij de totstandkoming van de drie contemporaine Nederlandse koranvertalingen van Kramers (1956), Leemhuis (1989) en Verhoef (2015). Het onderzoek bestaat uit enerzijds een theoretisch luik waarin een aantal thema’s (religieuze vertaling, Arabische vertaaltraditie, koranvertaling, onnavolgbaarheid van de Koran, etc.) vanuit historisch en theologisch oogpunt worden behandeld. Anderzijds wordt een vertaalanalyse van het onderzoekcorpus uitgevoerd, waarbij vierenveertig koranische concepten etymologisch, terminologisch, theologisch, exegetisch en comparatief worden onderzocht.Dit onderzoek beoogt bij te dragen aan het bestuderen van de Koran als de essentie van de islamitische godsdienst. Het begrijpen van de Koran hangt af van de aard van de geproduceerde koranvertalingen. Hoe is de vertaler in staat om de korantekst op een correcte manier te vertalen, hoe dichter hij de oorspronkelijke betekenis van de Koran bij de lezer brengt. Dit onderzoek is gericht op verschillende doelgroepen, moslims en niet-moslims, leerkrachten en studenten, consulenten en imams en dergelijke. De vierenveertig onderzochte koranische concepten zijn nauwkeurig geselecteerd. Ze bieden allerlei aspecten van de islamitische theologie en jurisprudentie aan, die gewone (niet-)moslims nodig hebben om de leer van de Koran te begrijpen, en het begrijpen van de Koran is wezenlijk voor interlevensbeschouwelijke ontmoeting.Dit onderzoek beperkt zich niet tot een bepaalde discipline. In principe is de bedoeling het ontleden van de mogelijke impact van het bijbelse referentiekader op de drie bovengenoemde koranvertalers, maar de aard van het onderzoekcorpus vergt het combineren van elementen uit verschillende disciplines. Het is onmogelijk om de gestelde onderzoeksvraag te benaderen vanuit één gezichtshoek. Naast vertaalwetenschap is er sprake van taalkunde, van theologie, van exegese en van geschiedenis. De grenzen tussen deze disciplines vervagen. Er bestaan in dit onderzoek geen zichtbare lijnen ertussen. Je begint met de geschiedenis en je eindigt met de theologie. Je houdt je bezig met de vertaalwetenschap en je verkeert plotseling in de exegese. Deze theoretische en thematische inter- en multidisciplinariteit vereist een multidimensionale methodiek. Naast het instellen van een corpus-based kwalitatieve benadering wordt ook uitvoerig kwalitatief literatuuronderzoek gedaan, waarbij descriptieve, analytische en comparatieve methoden worden aangewend.Uit ons onderzoek kunnen wij concluderen dat de door contemporaine arabisten gemaakte Nederlandse vertalingen van de Koran een blijkbare verschuiving hebben doorgemaakt van een louter apologetisch instrument om het eigen (christelijke) geloof te verdedigen naar een intellectueel mechanisme met als doel het leren kennen van de islam. Deze vertalers hebben dezelfde christelijke achtergrond. Het bijbelse referentiekader dat geworteld is in hun opvoeding en denkwijze, zal normaal gezien tevens aanwezig zijn in hun vertaling van de Koran, maar niet in de apologetische zin van hun voorgangers. Dat wil zeggen dat ze zich volledig bewust waren van ‘het belang’ van de Bijbel bij het benaderen van de Koran, omdat beide geschriften van dezelfde monotheïstische origine afstammen, en diverse narratieve, rituele, zedelijke en eschatologische parallellen hebben." "AdaCATT: adaptieve computerondersteunde vertaaltraining" "Isabelle Delaere" "Faculteit Letteren, Campus Kulak Kortrijk, Onderzoeksgroep Vertaling en Technologie, Campus Kulak Kortrijk, Onderzoeksgroep Vertaling en Technologie, Campussen Antwerpen" "Dit onderzoeksproject streeft het ontwerp, de ontwikkeling en de evaluatie na van een adaptieve, elektronische leeromgeving voor vertalers in opleiding. De aangeboden leerinhoud wordt aangepast aan het vertaalniveau en aan de voorkennis, interesses en doelen van de individuele student. De leeromgeving vertrekt van een (semi-)automatische analyse van de vertaaltaak en ondersteunt d.m.v. vertaalsuggesties de student in het verbeteren van de kwaliteit van zijn vertaling. De leeromgeving wordt ontwikkeld voor de talencombinaties Engels > Nederlands en Frans > Nederlands.Het project omvat 4 onderdelen:1) Vertaalkundige studie: ontwikkeling van een error typology op basis van literatuurstudie, enquêtes en leerderscorpora.2) Corpusgebaseerde studie: ontwikkeling van een corpus dat bijdraagt tot de detectie en classificatie van potentieel problematische vertaaleenheden en tot het genereren van vertaalsuggesties ter ondersteuning van de vertaaltaak. Het corpus wordt ontwikkeld op basis van bestaande parallel corpora en nieuw tekstmateriaal van professionele vertalers en vertalers in opleiding.3) Educatief-technologische studie: ontwerp van het adaptieve vertaalleersysteem, geïnspireerd op bestaande leeromgevingen binnen vreemdetaalverwerving.4) Effectiviteitsmeting: evaluatie van het adaptieve vertaalleersysteem."